Minister-president Schoof: Goedemiddag. We zitten in de laatste dagen voor het reces, maar dat betekent geenszins dat we gas terugnemen. Want ook vandaag hebben we in de ministerraad een aantal belangrijke besluiten genomen. Niet in de laatste plaats op het gebied van asiel en migratie. Dit kabinet heeft zich als doel gesteld grip te krijgen op migratie. En daar blijven we aan werken, ook in de demissionaire periode. Uit de Staat van Migratie, die vandaag aan de Kamer is verstuurd, blijkt dat het aantal mensen dat naar Nederland migreert wederom is gedaald. Tegelijk is er nog veel te doen. Bijvoorbeeld als het gaat om kennismigranten, die een relatief groot aandeel vormen van de totale migratie. Daarom hebben we besloten de kennismigrantenregeling aan te scherpen, zodat die meer wordt toegesneden op het talent dat het Nederlandse bedrijfsleven ook daadwerkelijk nodig heeft. We gaan strenger toezien op oneigenlijk gebruik en we verhogen het salaris dat nodig is om als kennismigrant te worden gezien. Daarnaast hebben we natuurlijk gesproken over de uitkomst van de stemmingen gisteren in de Tweede Kamer, waarin de Asielnoodmaatregelenwet en de Wet tweestatussenstelsel zijn aangenomen. Dat mogen we gerust een mijlpaal noemen. De volgende stappen zijn de adviesaanvraag aan de Raad van State over de strafbaarstelling van illegaliteit en het vergaren van voldoende steun in de Eerste Kamer. Daar zal nu onze focus op komen te liggen.
Een ander belangrijk besluit dat ik hier wil benoemen, is het vaststellen van het wetsvoorstel Wet gegevensvergaring openbare orde. Hiermee willen we burgemeesters en politie meer bevoegdheden geven om dreigende ernstige verstoringen van de openbare orde te voorkomen. Dit wetsvoorstel zorgt ervoor dat zij uit meer publiek toegankelijke bronnen kunnen putten. Dat versterkt hun informatiepositie, waardoor zij adequater maatregelen kunnen nemen om een ernstige verstoring te voorkomen, te beletten of te beëindigen.
Omwille van de tijd houd ik het bij deze kleine selectie van onderwerpen die vandaag ter tafel zijn gekomen. Volgende week belooft de ministerraad, de laatste voor de zomer, er wederom één te worden met een volle agenda. Daarvóór zal ik maandag samen met minister Brekelmans nog naar Polen reizen voor een ontmoeting met premier Tusk. Polen is een belangrijke Europese bondgenoot waar we nauw mee samenwerken. Één van de doelen van mijn bezoek is om onze samenwerking op het gebied van defensie verder uit te breiden. Daarnaast zullen we een gezamenlijk bezoek brengen aan Frontex, in het kader van de grensbewaking van de Europese buitengrenzen. Ook ga ik donderdag met minister Veldkamp naar de vierde Ukraine Recovery Conference in Rome, waarin we met diverse regeringsleiders spreken over herstel en wederopbouw van Oekraïne. In tijden van geopolitieke spanningen en de voortdurende oorlog op ons continent is het essentieel dat de Europese bondgenoten nauw blijven samenwerken.
Soms is het echter wél goed als er strijd is tussen Europese landen, als die maar wordt uitgevochten op het voetbalveld. Zo spelen onze Oranje leeuwinnen morgen hun eerste wedstrijd op het EK in Zwitserland tegen Wales. En daar wil ik ze namens heel Nederland ontzettend veel succes bij wensen.