Inleidend statement persconferentie na ministerraad 19 september 2025
Inleidend statement van minister-president Schoof tijdens de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad. Met onder meer een terugblik op de afgelopen week met Prinsjesdag en de Algemene Politieke Beschouwingen. En een vooruitblik op de volgende week met mijn deelname aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York waar het vanzelfsprekend ook zal gaan over de Russische agressieoorlog in Oekraïne en de humanitaire situatie als gevolg van de oorlog in Gaza.
Minister-president Schoof: Goedemiddag. Uiteraard hebben we vandaag in de ministerraad teruggeblikt op de bijzondere week die achter ons ligt. Met op dinsdag Prinsjesdag en op woensdag en donderdag de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer. De APB worden in politieke kringen veelal bestempeld als het belangrijkste debat van het parlementaire jaar. En na de afgelopen dagen begrijp ik maar weer al te goed waarom. We hebben het debat stevig gevoerd en er zijn veel verschillende opvattingen en visies gebezigd. Allemaal vanuit de breed gedeelde wens om het goede te doen voor Nederland.
Zoals ik deze dagen heb benadrukt realiseert het kabinet zich terdege dat we demissionair zijn. En dat ons terughoudendheid past. Tegelijkertijd zijn de grote problemen waar ons land voor staat en de dagelijkse zorgen van mensen niet demissionair. Ik heb het vaker gezegd. De begroting die we dinsdag presenteerden hebben we dan ook met de grootst mogelijke zorg opgesteld. Met hierin oog voor de bestaanszekerheid en de portemonnee van mensen en de grote vraagstukken die er nog liggen, zoals asiel, wonen en stikstof. Daarbij blijft ook het roerige internationale toneel onverminderd onze aandacht vragen. Maar dit alles wel vanuit de wetenschap dat wij het in nauwe samenspraak met het parlement moeten en zullen doen. Of, zoals de Koning het zo mooi verwoordde in de Troonrede: bij de start van dit parlementaire jaar geldt nog meer dan anders dat de polsstok van het regeringsbeleid niet verder reikt dan het parlement toestaat. We zullen de komende tijd dus moeten kijken waar we elkaar kunnen vinden om nog een aantal dingen te kunnen doen voor Nederland. En het was goed om tijdens het debat te merken dat de Tweede Kamer deze verantwoordelijkheid voelt.
Dan een korte vooruitblik op mijn agenda van volgende week. Maandag reis ik af naar New York waar ik de jaarlijkse Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zal bijwonen. Een bijeenkomst die nu misschien wel belangrijker is dan ooit. Want het multilaterale systeem en de internationale rechtsorde die we de afgelopen 80 jaar lang samen hebben opgebouwd, staat onder grote druk. Wereldwijd zien we conflicten, rampen en spanningen. De VN is en blijft het gremium waar landen van over de hele wereld elkaar ontmoeten en spreken over de grote crises en ontwikkelingen van deze tijd. Vanzelfsprekend zal het in New York gaan over de Russische agressieoorlog in Oekraïne. Goed dat vandaag de Europese Commissie het 19e sanctiepakket tegen Rusland heeft aangekondigd.
En ook de vreselijke humanitaire situatie als gevolg van de oorlog in Gaza staat hoog op de agenda. Tot slot mogen wij de verschrikkelijke situatie in Soedan niet vergeten, waar zich een humanitair drama voltrekt. Als internationaal georiënteerd land, vanwege onze handel en veiligheid, hecht het kabinet er aan om volgende week met een brede delegatie aanwezig te zijn. En vanuit onze internationale positie bij te dragen aan oplossingen en het bouwen van bruggen. Daarom zie ik ook uit naar de vele bilaterale ontmoetingen die ik zal hebben met diverse buitenlandse collega’s. Volgende week vrijdagochtend land ik weer op eigen bodem. Ik zal u na de ministerraad van die dag graag bijpraten.