13 mei Ministerraad

Let op: deze activiteit heeft al plaatsgevonden

Activiteitendata

  • Datum
  • Locatie Den Haag

Minister-president Rutte heeft na de ministerraad een persconferentie gegeven. Met onder meer aandacht voor de oorlog in Oekraïne, de mogelijke toetreding van Finland en Zweden tot het NAVO-bondgenootschap en de gesprekken over de Voorjaarsnota. De video toont de inleidende verklaring. 

Minister-president Rutte:

Goedemiddag, en natuurlijk ook vandaag helaas weer veel tijd besteed in de ministerraad aan de situatie in Oekraïne. We hebben deze week kunnen zien dat Poetin helaas geen enkele reden geeft om aan te nemen dat hij het Russische geweld in Oekraïne op korte termijn zal stoppen. En het was pijnlijk om te zien hoe hij onze gemeenschappelijke geschiedenis die wij in dit deel van de wereld gemeenschappelijk hebben, de Tweede Wereldoorlog, misbruikt voor het rechtvaardigen van zijn eigen oorlog tegen Oekraïne. Helaas duurt de strijd voort en dus is het van groot belang dat we ook niet verslappen in onze solidariteit met Oekraïne. Dat heeft Wopke Hoekstra tijdens zijn bezoek, afgelopen dinsdag, aan Kiev ook herhaald. Oekraïne, zo heeft hij gezegd, mag zich verzekerd weten van onze blijvende steun. Nederland blijft schouder aan schouder staan met Oekraïne in de strijd tegen de Russische agressie.

Daarom zullen we steeds opnieuw bekijken wat we kunnen doen op alle terreinen, de wapenleveranties, de financiële hulp, de humanitaire hulp en de sancties. En ook al lijkt het nu nog ver weg, we moeten ook nadenken over de wederopbouw van Oekraïne en ook dan mag het land op onze steun rekenen. Wat Nederland betreft blijven we samen met onze partners in de Europese Unie, onze partners in de NAVO, de druk hoog houden op Rusland om een einde te maken aan deze bloedige oorlog. Daarom wordt er ook in EU-verband hard gewerkt aan een volgend sanctiepakket. Het is belangrijk dat we, ook over dat sanctiepakket, uiteindelijk eensgezind tot besluitvorming komen.

En uiteraard in datzelfde kader is vandaag ook gesproken in de ministerraad over de discussies in Finland en in Zweden om mogelijk toe te treden tot het NAVO bondgenootschap. Finland heeft inmiddels duidelijk gemaakt, gister namelijk, dat zij op zeer korte termijn een aanvraag zullen doen. En dat wil ik hier toch nog wel een keer zeggen, dat is een historisch, Zweden gaat mogelijk ook eenzelfde besluit nemen, dat van Finland is een historisch besluit dat wij als kabinet absoluut verwelkomen.

Dan, thuis, het homefront, hebben Sigrid Kaag en ik deze week natuurlijk een ronde gemaakt langs de oppositiepartijen om een beeld te krijgen van hun wensen en aandachtspunten, ook in het kader van de discussie over de Voorjaarsnota. Volgende week is ook nog, in ieder geval nog één gesprek gepland, en die input gebruiken we bij het opstellen van de Voorjaarsnota. En dat zou ook uiteraard input zijn voor het opstellen van de begroting voor 2023. Dat is niet nu, dat komt later dit jaar, richting Prinsjesdag, uiteindelijk zal de Voorjaarsnota wel een soort eerste doorkijk bieden naar ’23 en verder maar de echte besluitvorming, ook in formele juridische zin, zal plaatsvinden vanaf Prinsjesdag. Dus in die zin hebben we ook nog wel enige tijd. Maar het was nuttig om deze eerste ronde nu te maken, we hebben heel veel gehoord. En de sfeer was plezierig in de gesprekken. Volgende week, voor mij zelf, veel buitenlandse verplichtingen. Maandag naar Bulgarije, en woensdag samen met Rob Jetten naar Denemarken voor de bijeenkomst over windenergie. En uiteraard zullen we bij die verschillende bijeenkomsten ook praten over de situatie in Oekraïne. En ook uiteraard onze nauwe samenwerking als het bijvoorbeeld gaat om de relatie met Duitsland op het terrein van de wapenleveranties. En dan is natuurlijk niet te vergeten aanstaande woensdag het ook nog de derde woensdag in mei. Oftewel: Verantwoordingsdag. De dag waarop het kabinet volgens goed gebruik de verantwoordingsstukken over de vorige begroting aan de aanbiedt aan de Tweede Kamer. Dat doet Kajsa Ollongren, sorry, dat doet Sigrid Kaag, minister van Financiën, ik niet zelf, maar is wel een belangrijk moment.