Kabinet en sector versterken scheepsbouw: noodzaak vergroenen en veiligheid

De maritieme sector en het Rijk nemen maatregelen voor behoud van onze droge voeten, versnelling van de energietransitie en het borgen van economische- en militaire veiligheid. Die staan in de sectoragenda die gezant Marja van Bijsterveldt in Rotterdam heeft gepresenteerd aan ministers Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat), Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en staatssecretaris Christophe van der Maat (Defensie). Overheid en sector hebben afgesproken om direct met actief industriebeleid aan de slag te gaan. In 2024 en 2025 investeren ze daarom samen € 60 miljoen in innovatieve scheepsbouw.

De sectoragenda geeft aan hoe belangrijk de scheepsbouw is voor Nederland, waar de kansen liggen, hoe we de maritieme sector weer versterken en onwenselijke afhankelijkheden op bijvoorbeeld veiligheidsgebied voorkomen. Het blijkt dat de kritieke ondergrens in zicht is. Nederland heeft onder meer onvoldoende concurrerende bouwcapaciteit voor marineschepen en specialistische werkschepen, terwijl dit hard nodig is voor onze veiligheid, onze vitale infrastructuur, de bescherming tegen water en de energietransitie. Kabinet en sector trekken daarom in de komende twee jaar ieder € 30 miljoen uit voor technologische en duurzame innovatie.

Marja van Bijsterveldt (kabinetsgezant): Ten onrechte wordt onze maritieme maakindustrie beschouwd als een rustig bezit. Samen met andere landen in Europa zijn we in enkele decennia een overgroot deel van ons mondiale marktaandeel voor commerciële zeeschepen kwijtgeraakt aan Azië. Van 45% procent in de jaren ’80 naar 4% nu gemeten in gebouwd scheepsvolume. Met visie en stevige overheidssteun aan bedrijven neemt Azië en recent met name China stap voor stap onze industrie over, ook voor complexere schepen. Een schip bouwen in Nederland is volgens reders inmiddels 20% tot 40% duurder dan in Azië. Schrikbarende cijfers, die uiteindelijk desastreus zullen uitpakken als wij het tij niet weten te keren. Nederland is afhankelijk van schepen voor onze veiligheid, droge voeten, energietransitie en welvaart. We kunnen ons niet langer het laissez-faire beleid van de afgelopen decennia permitteren.”

Minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat): “Investeren in een toekomstige innovatieve en schone economie, is noodzakelijk om Nederland leefbaar, welvarend, veilig en concurrerend te houden. We moeten eerst verdienen om te kunnen verdelen. De maritieme maakindustrie is bij uitstek een voorbeeld van een sector die uitdagingen kent op én verduurzaming én het beschermen van nationale veiligheid én het behoud van concurrentie. Die industrie willen we dus hier in Nederland houden en dat niet alleen: we willen versterken en innoveren. Daarom is het goed dat er nu een agenda ligt inclusief beschikbare financiering die met acties helder uiteenzet hoe sector en overheid daarvoor samen moeten gaan zorgen.”

Minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat): “Het is belangrijk dat Nederland zelf de schepen bouwt die nodig zijn voor onze veiligheid. Denk bijvoorbeeld aan de schepen van de Rijksrederij zoals baggerschepen die zorgen dat onze rivieren veilig en bevaarbaar blijven, of marineschepen. Of denk aan sleephopperzuigers: zij spuiten zand op om Nederland te beschermen tegen overstromingen. Nederland Waterland is van oudsher een zeevarend land met een sterke maritieme sector. We hebben veel kennis en kunde in huis om deze complexe schepen te bouwen. En dat willen we zo houden. De vandaag gepresenteerde sectoragenda Maritieme Maakindustrie presenteert acties die hiervoor moeten gaan zorgen.”

Staatssecretaris Christophe van der Maat (Defensie): “De Nederlandse maritieme maakindustrie is van wezenlijk belang voor Defensie. Niet alleen vanwege hun kennis en kunde, maar voor militaire veiligheid. Ik ben daarom blij dat de samenwerking tussen de sector en de overheid deze extra impuls krijgt. Zo wordt het ecosysteem rondom de maritieme industrie versterkt, wat essentieel is voor de Europese autonomie. Dit vraagt aan de industrie om zich beter te verenigen, ook internationaal, om samen meer uit de nieuwbouwopdrachten en het uitbesteed onderhoud van de Koninklijke Marine te halen. Stilzitten is voor geen van de partijen een optie. Defensie investeert niet voor niets jaarlijks €50 miljoen in maritieme innovatie zoals robotisering en verduurzaming. Los van innovatie, is het samenwerken op personeelsgebied ook onderdeel van de sectoragenda, zoals werving van reservisten en het uitwisselen van gekwalificeerd personeel.”

Vijf actielijnen van innovatie, vestigingsklimaat tot inkoop

Sector en kabinet gaan aan de slag met 25 maatregelen voor 25 knelpunten, gebundeld in vijf actielijnen. Zo wordt in een formele aanwijzing (instructie) voor de gehele Rijksoverheid vastgelegd dat nationale belangen beter meegewogen moeten worden bij de inkoop van schepen. Overheid en sector gaan werken aan het verbeteren van de financiering en fiscale zeevaartregelingen. Ook wordt er geïnventariseerd hoe aantrekkelijk gelegen scheepswerven beter beschermd kunnen worden tegen de dreiging van woningbouw. De sector gaat zelf aan de slag met het personeelstekort aanpakken.

Vijf koploperprojecten voor impuls

Naar aanleiding van de agenda werken sector en kabinet ook samen vijf koploperprojecten uit. Deze projecten betekenen een grote impuls voor de inzet van nieuwe technologieën, werkwijzen en verdienmodellen bij de productie, ombouw en reparatie van schepen. Voorbeelden van koploperprojecten zijn 'De werf van de toekomst' en de 'Nucleaire voortstuwing van schepen'.

Met 'De werf van de toekomst' moeten de bouwkosten met 10-15% verlaagd en de bouw verduurzaamd worden via digitalisering en robotisering. Met 'Nucleaire voortstuwing van schepen' wordt verkend hoe nucleaire technologie kan worden toegepast om onze scheepvaart te verduurzamen en lange termijn op zee te laten verblijven. Ook het Maritiem Masterplan behoort tot de koploperprojecten. Dit plan om tot 40 duurzaam varende schepen te bouwen die varen op bijvoorbeeld LNG, methanol, waterstof en zelf CO2 afvangen, ontving dit jaar € 210 miljoen ondersteuning vanuit het Nationaal Groeifonds.

Betere samenwerking sector, oprichting Rijksregiebureau en aanstelling gezant

Gemiddeld is de wereldvloot nu 22 jaar oud, terwijl een schip circa 30 jaar meegaat. Binnen zeven jaar komt er een grote vervangingsvraag los. Met deze agenda kan de sector zich hierop voorbereiden. Daarnaast richt het kabinet een zogenoemd Rijksregiebureau Maritieme Maakindustrie op naar voorbeeld van het Britse National Shipbuilding Office. Daarnaast besluit het kabinet om als opvolger van de tijdelijke gezant Van Bijsterveldt voor de lange termijn een gezant maritieme maakindustrie aan te gaan stellen. De minister van EZK zal deze gaan benoemen.