Kabinet: Herstel onrecht door teruggave van cultuurgoederen aan landen van herkomst

De oorspronkelijke bevolking van de koloniale gebieden is onrecht aangedaan door het tegen hun wil in bezit nemen van cultuurgoederen, aldus het kabinet in reactie op het advies Koloniale collecties en erkenning van onrecht van de Raad voor Cultuur en de Commissie Nationaal Kader Koloniale Collecties onder voorzitterschap van Lilian Gonçalves – Ho Kang You.

Deze erkenning is de eerste stap in de zorgvuldige omgang met koloniale collecties. Vanwege de ongelijke machtsverhoudingen tijdens de koloniale geschiedenis, is er vaak sprake geweest van onvrijwillig bezitsverlies van cultuurobjecten. Het kabinet wil een bijdrage leveren aan het herstel van dit historisch onrecht door teruggave van cultuurgoederen aan landen van herkomst en het versterken van de internationale samenwerking op dit terrein.

Minister Van Engelshoven: “Het koloniaal verleden is een onderwerp dat vele mensen nog dagelijks persoonlijk raakt. We moeten daarom zorgvuldig omgaan met koloniale collecties. Ik vind het belangrijk dat de koloniale collecties toegankelijk zijn en vanuit verschillende perspectieven de daaraan verbonden verhalen vertellen. Dit kan ook een pijnlijke confrontatie met het onrecht uit ons verleden betekenen, een onrecht dat zich soms nog dagelijks laat navoelen. Geroofde cultuurgoederen horen daarbij niet in de Rijkscollectie thuis. Als een land dat wil, geven we het terug.”

Onafhankelijke beoordelingscommissie

Voor een zorgvuldige omgang met koloniale cultuurgoederen is een onafhankelijke, deskundige en transparante beoordeling van verzoeken tot teruggave essentieel. Daarom komt er een onafhankelijke beoordelingscommissie die hierover zal adviseren. Deze commissie beoordeelt of aan de hand van het herkomstonderzoek voldoende kan worden vastgesteld of er sprake is van onvrijwillig bezitsverlies. 

Beleid voor teruggave

Het gaat om verzoeken tot teruggave van cultuurgoederen die in rijksbezit zijn en het verzoek moet van een staat komen. Cultuurgoederen uit rijksbezit zullen in het geval van teruggave dan worden overgedragen aan deze staat.

Drie categorieën cultuurgoederen komen in aanmerking voor teruggave aan de landen van herkomst. Als vaststaat dat een object geroofd is uit een voormalige Nederlandse kolonie zal het cultuurgoed onvoorwaardelijk worden teruggegeven. Cultuurgoederen die geroofd zijn uit een voormalige kolonie van een ander land of die een speciaal cultureel, historisch of religieus belang hebben voor een land, kunnen ook voor teruggave in aanmerking komen. In deze gevallen zal de beoordelingscommissie een afweging van belangen maken. Denk daarbij aan het culturele belang van het cultuurgoed voor het herkomstland, de betrokken gemeenschappen in de herkomstlanden en in Nederland, het belang voor de collectie Nederland, de toekomstige bewaaromstandigheden en de publieke toegankelijkheid.

Samenwerking met landen van herkomst

Een bijdrage aan het herstel van het onrecht is alleen mogelijk in samenwerking en dialoog met voorheen gekoloniseerde landen. Het kabinet verkent verdere kennisuitwisseling en gezamenlijk onderzoek naar koloniale collecties met Indonesië, Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk. Nederland zet bij deze gesprekken in op toegankelijkheid en duurzaam beheer van het cultuurgoed na teruggave. Nederlandse musea en het publiek zijn eveneens gebaat bij het delen van verhalen en kennis over de collecties en de koloniale geschiedenis.