Versterking veilig onderwijs en aanpak uitwassen informele scholing

We moeten zuinig zijn op onze democratische rechtsstaat. Op school leren kinderen hier alles over. Over hoe we met elkaar omgaan en dat je mag zijn wie je bent. Dat is van groot belang, want als leerling of leraar moet je je altijd vrij en veilig voelen. Vaak gaat dit goed, maar soms ook niet. Het kabinet gaat scholen hier beter bij helpen en steviger ingrijpen als het misgaat. Scholen werken er doordeweeks hard aan om kinderen klaar te stomen voor onze maatschappij. En ook informeel onderwijs draagt in veruit de meeste gevallen positief bij aan de ontwikkeling van de eigen identiteit en hun plek in de maatschappij. Dat neemt niet weg dat er sprake kan zijn van uitwassen, waar kinderen het tegenovergestelde leren. Geen leerling mag leren dat discriminatie, onverdraagzaamheid en isolationisme acceptabel is. Daar moeten zij tegen worden beschermd. Daarom kondigt het kabinet maatregelen aan die zich richten op deze uitwassen en wordt gewerkt aan een wet die het mogelijk maakt om hier met signaal gestuurd toezicht tegen op te kunnen treden.  

Minister Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs: “Geen enkel kind mag leren dat de Nederlandse samenleving giftig is, dat je anderen mag discrimineren of dat de wetenschap ‘ook maar een mening is’. Bij de meeste informele scholen gaat het goed en helpen ze bij de ontwikkeling van jongeren, maar helaas is er een kleine kern waar het echt mis gaat. Waar je als kind bijvoorbeeld te horen krijgt dat onze rechtsstaat niets voorstelt of jongens en meisjes ongelijkwaardig zijn. Als we hier niets aan doen wordt het goede werk van docenten op onze scholen teniet gedaan. Het is mijn taak als minister om kinderen, leerlingen en docenten te beschermen. Daarom maken we een nieuwe wet, zodat we adequaat kunnen optreden wanneer kinderen worden opgezet tegen de Nederlandse samenleving.”

Toezicht en controle

De afgelopen jaren zijn er signalen geweest over een gering aantal lesinstituten binnen het informeel onderwijs dat de democratische rechtsstaat en de gelijkwaardige samenleving verwerpt. Dit is gevaarlijk voor kinderen en straalt ook af op al die informele lesinstituten die wel een positieve bijdrage leveren. Minister Wiersma wil daarom zorgen dat er meer zicht is op deze scholing en kan worden opgetreden bij ernstige incidenten. Om te komen tot een wettelijke norm die toezicht op de excessen van anti-integratieve, antidemocratische en antirechtstatelijke activiteiten bij informele scholing mogelijk maakt, is een scherpe juridische definitie van het probleem randvoorwaardelijk.

Ouders en leraren die zich zorgen maken over informele scholing kunnen straks via een onafhankelijk meldpunt hun zorgen uiten. Minister Wiersma kijkt samen met de inspectie naar de invulling van deze nieuwe taak. De inspectie onderzoekt de signalen en kan, indien nodig, direct ingrijpen waar het mis gaat. Daarvoor wordt, zodra deze gevonden is, een goede juridische definitie van informeel-, anti-integratief-, antidemocratisch- en antirechtstatelijk onderwijs in de wet verankerd. De uitwerking hiervan en het wetsvoorstel worden begin volgend jaar naar de Kamer gestuurd.

Daarnaast stelt minister Wiersma voor dat een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) ook verplicht wordt voor mensen die werken binnen het informeel onderwijs. Deze zogenoemde VOG is al verplicht voor medewerkers binnen regulier onderwijs omdat ze, net als in het informeel onderwijs, met kinderen of kwetsbare groepen werken.

Vrij en veilig onderwijs

De genoemde toezicht en controle bij informele lesinstituten zijn onderdeel van een flink pakket aan maatregelen. Ook voor het regulier onderwijs zitten hier nieuwe hulpmiddelen tussen. Zo wordt een uitbreiding van de jaarlijkse schoolmonitor voorgesteld. Dit moet een beter beeld geven van wat er op school speelt. Ook moet de bestaande meldplicht seksueel misbruik worden uitgebreid naar seksuele intimidatie en moet er steviger worden ingegrepen bij ernstige incidenten. Met een versterking van het zogeheten klachtenstelsel wil minister Wiersma ervoor zorgen dat meldingen van leerlingen, ouders en docenten beter worden verwerkt en onderzocht.