Hoe is de normering van de doorstroomtoets geregeld?
Scholen kunnen uit verschillende doorstroomtoetsen kiezen. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit en de vergelijkbaarheid van de doorstroomtoetsen in het primair onderwijs. Dat betekent dat het CvTE de normering vaststelt.
Dezelfde normering voor alle doorstroomtoetsen
De resultaten van de verschillende doorstroomtoetsen komen op dezelfde manier tot stand. Dat heet de normering. Het CvTE zorgt voor deze normering. Hierdoor krijgen leerlingen een toetsadvies dat past bij wat ze hebben laten zien op de toets.
Doorstroomtoets kijkt naar wat een leerling op dat moment kan
De doorstroomtoets bekijkt wat een leerling op dat moment kan in taal en rekenen. De toets meet deze vaardigheden op basis van de referentieniveaus taal en rekenen.
Vooraf staat niet vast hoeveel leerlingen jaarlijks een toetsadvies krijgen voor de verschillende onderwijssoorten (praktijkonderwijs, vmbo, havo, vwo). Voor het toetsresultaat van een leerling maakt het niet uit hoeveel vragen door andere leerlingen goed zijn beantwoord. Of in welk jaar de leerling de toets maakt.
Op de website van stichting Cito leest u meer over hoe de normering van de doorstroomtoets werkt.