Toespraak minister Brekelmans bij musical Soldaat van Oranje
Minister Brekelmans hield een toespraak bij een speciale uitvoering van Soldaat van Oranje in de TheaterHangaar op voormalig vliegveld Valkenburg. De speciale uitvoering is voor dragers van het Draaginsigne Gewonden en hun partners.
Dames en heren, veteranen, militairen, geachte aanwezigen,
Wat bijzonder om hier vanavond samen te zijn. In deze hangar, waar al zoveel mensen zijn geraakt door het verhaal van Soldaat van Oranje. Een verhaal over moed, trouw en offers. Dat zijn woorden die niet alleen passen bij de musical, maar zeker ook bij u.
Vanavond zijn hier meer dan 400 dragers van het Draaginsigne Gewonden. Een indrukwekkend aantal.
En dat maakt deze avond zo bijzonder: u komt hier niet alleen voor een voorstelling, maar ook als een gemeenschap die iets deelt.
Het insigne dat u draagt verbindt u met elkaar.
Dat insigne werd in 1990 ingesteld, nu 35 jaar geleden.
Klein van formaat, maar met een grote betekenis.
Het staat voor erkenning van wat u heeft meegemaakt.
Dat kan heel verschillend zijn. Van de oudste drager hier vanavond – meneer Hensbergen, geboren in 1925, gewond in Nederlands-Indië – tot een van de jongste, Jules Grunewald, geboren in 1995.
Ze verschillen 70 jaar in leeftijd, maar zijn toch verbonden door dezelfde inzet: dienstbaar zijn aan vrede en veiligheid.
En ook door de littekens die een missie soms achterlaat, zichtbaar of onzichtbaar.
Jules maakte tijdens zijn eerste missie in Mali een zelfmoordaanslag mee. Hij wist de missie af te maken, maar liep daarbij psychisch letsel op.
Voor die verwonding ontving hij het Draaginsigne Gewonden. Jaren later, in Afghanistan, verloor hij zijn arm door een tragisch incident.
Toch koos hij ervoor zijn insigne op zijn huid te laten tatoeëren met de woorden: “gewond maar niet verslagen”.
Dat motto zegt alles: dit insigne staat niet alleen voor pijn, maar ook voor veerkracht.
We denken bij een gewonde vaak eerst aan lichamelijke verwondingen.
Door een kogel, een bermbom, of een ongeluk.
Maar ook andere ervaringen – zoals Jules’ confrontatie met die zelfmoordaanslag – kunnen diepe sporen nalaten.
Een gijzeling.
De eindeloze reeks zwaargewonden die je moet helpen.
Of het zien of zelfs ruimen van een massagraf.
Zulke ervaringen leiden soms tot psychische verwondingen.
En ik ben er trots op dat Nederland, voor zover bekend, als enige land ter wereld óók die erkent als grond voor het Draaginsigne Gewonden.
Want leed is niet altijd zichtbaar.
En soms komt het pas jaren later naar boven.
Maar dat maakt het niet minder zwaar.
Elk insigne vertelt een eigen verhaal.
Soms zijn die verhalen bekend, soms blijven ze onder de oppervlakte.
Maar achter ieder van u hier vanavond zit een weg die niet vanzelfsprekend was.
Zoals het verhaal van Ron Deelen.
In 1993 raakte hij in Bosnië zwaargewond.
Een kogel verwoestte een deel van zijn armspieren.
Hij dacht dat zijn toekomst bij Defensie voorbij was. Maar Ron vocht terug.
Hij vond een nieuwe roeping in het helpen van anderen. Hij zei later: “Mijn Draaginsigne Gewonden staat voor een nieuw begin.”
Ik vind dat een prachtige zin.
Want uw insigne herinnert aan pijn en verlies.
Maar het kan óók symbool zijn voor kracht, voor doorzettingsvermogen en voor de moedige keuzes die u daarna maakte.
Ik wil vanavond ook heel nadrukkelijk de partners en families noemen.
Zonder u was het voor velen onmogelijk geweest om een nieuw begin te vinden.
U stond naast uw partner, vaak in stilte, met veel geduld en incasseringsvermogen.
Soms jarenlang.
Die steun is onmisbaar.
En ik weet dat het niet altijd gezien wordt. Daarom wil ik vanavond tegen u zeggen: dankuwel. U verdient evenzeer erkenning, waardering en applaus.
Dat geldt zeker ook voor alle anderen hier in de zaal die op de een of andere manier hebben geluisterd, begeleid of steun gegeven.
Zichtbaar of soms onzichtbaar, maar van grote betekenis.
Mijn dank gaat ook uit naar iedereen die deze avond mogelijk heeft gemaakt.
Het Nederlands Veteraneninstituut. De Centrale Adviescommissie Draaginsigne Gewonden (CADIG). De Koninklijke Landmacht. En natuurlijk de mensen van de Theaterhangar.
In het bijzonder wil ik majoor Marco Kroon noemen, die zich met grote toewijding voor u inzet. En ook voor mij persoonljk, zoals we allemaal op 5 mei hebben kunnen zien.
Dankzij u allen is dit méér dan een voorstelling. Het is een avond van erkenning, van ontmoeting, van samen zijn.
Dames en heren,
Al is het Draaginsigne Gewonden klein van formaat, het vertelt een groter verhaal. Een verhaal van moed en van offers. Van erkenning, maar ook van verbondenheid: met elkaar, met Defensie, en met ons land.
Ik wens u een mooie avond. Laat het verhaal van Soldaat van Oranje ons allemaal opnieuw inspireren om trouw te blijven. Aan elkaar, aan onze vrijheid, en aan Nederland.
Dank u wel.