Uitspraak Hoge Raad over de export van F-35-onderdelen

Vandaag heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het Hof niet had mogen oordelen dat de export van F-35-onderdelen vanuit Nederland naar Israël moest worden stopgezet. Die beoordeling is aan de Staat. De Hoge Raad heeft daarom geoordeeld dat de Staat de uitvoervergunning van F-35 onderdelen naar Israël binnen zes weken opnieuw moet beoordelen. Gezien de huidige omstandigheden ligt het niet in de rede dat export van F-35 onderdelen vanuit Nederland naar Israël op dit moment zal worden hervat.

Dit doet niet af aan het belang dat het kabinet blijft hechten aan Nederlandse deelname aan het F-35-programma als essentiële factor in het waarborgen van onze veiligheid en die van bondgenoten. Dat is onlangs nog gebleken met de inzet van Nederlandse F-35’s ter verdediging van de NAVO-oostflank. Het kabinet hecht ook in bredere zin veel belang aan de Nederlandse en Europese defensie-industrie en de samenwerking daartussen in het licht van toenemende dreigingen voor Nederland en bondgenoten.

Het kabinet had cassatie ingesteld omdat het volgens het kabinet aan de Staat is om zijn buitenlandbeleid vorm te geven. Die stap staat los van de catastrofale situatie in de Gazastrook. Er moet zo snel mogelijk een staakt-het-vuren komen zodat er een einde komt aan het geweld en het leed van de bevolking, en de gijzelaars vrijkomen.