Luchtruimherziening: door samenwerking minder hinder op de grond en meer ruimte in de lucht

Het Nederlandse luchtruim wordt steeds meer gebruikt. De ruimte in de lucht neemt echter niet toe. Een grootschalige herziening is nodig voor efficiënter gebruik van het luchtruim en beperking van hinder en uitstoot. Veiligheid staat daarbij voorop. Nieuwe gebruikers zoals drones krijgen een plek. In “de Ontwerp-Voorkeursbeslissing Luchtruimherziening” geven minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) en staatssecretaris Visser (Defensie) aan hoe het Nederlandse luchtruim klaar is voor de toekomst.

Kern van deze herziening is dat door nauwere samenwerking tussen de burger- en militaire luchtvaart de ruimte in het luchtruim veel efficiënter kan worden benut. Dit leidt tot kortere ‘snelwegen’ in de lucht en kortere routes van en naar de luchthavens. Dit zorgt voor minder brandstofverbruik en CO2-en stikstofuitstoot. Door sneller te klimmen en te dalen neemt ook de hinder op de grond af.
 
Een onafhankelijk opgesteld milieueffectrapport laat zien dat er, met de huidige inzichten, positieve effecten zijn te verwachten van de grotere capaciteit van het luchtruim. Door het vliegverkeer op een nieuwe manier af te wikkelen, kan een beperking van het geluidsprofiel op de grond (ordegrootte 20%), vermindering van CO2- en stikstofemissies (circa 8% minder brandstofverbruik per vlucht) en reductie van de vliegtijd (circa 9%) ontstaan, in combinatie met een verruiming van de capaciteit in het luchtruim. De precieze effecten hangen af van de verdere uitwerking die tot en met 2023 plaatsvindt.   
 
De belangrijkste onderdelen van het nieuwe luchtruim zijn:

  • Herinrichting van het (zuid)oostelijke deel van het Nederlandse luchtruim. Dat geeft ruimte om de luchthavens van Schiphol, Rotterdam-Den Haag en Lelystad beter bereikbaar te maken met directe, kortere routes. Dat beperkt de CO2-uitstoot.
  • Herinrichting van het naderingsgebied voor Schiphol zodat vliegtuigen op vaste routes continu kunnen klimmen en dalen. Daardoor kunnen ze luchthavens hoger aanvliegen en zijn ze ook eerder op grotere hoogte wanneer ze vertrekken. Dat vermindert de hinder op de grond.
  • Uitbreiding van het bestaande militaire oefengebied in het noorden van Nederland waardoor een oefengebied in het zuid-oostelijke deel kan komen te vervallen. Hierdoor kan het vrijgekomen deel worden ingericht voor civiel luchtverkeer en kan in het noorden goed worden geoefend met de nieuwe generatie gevechtsvliegtuigen, zoals de F-35. Het streven is om dit oefengebied onderdeel te maken van een grensoverschrijdend oefengebied met Duitsland.
  • Stapsgewijze vernieuwing van de afhandeling van het luchtverkeer. Dit gaat vooral over het zoveel mogelijk continu klimmen en dalen, en het vliegen volgens vaste en kortere routes. Daarmee kan de CO2-uitstoot en geluidhinder op de grond worden beperkt.

 
Met de ontwerp-Voorkeursbeslissing heeft het kabinet de hoofdlijnen voor het nieuwe Nederlandse luchtruim vastgesteld. Voor dit besluit start vandaag een zienswijzeprocedure. De verdere uitwerking vindt dit en volgend jaar plaats. Bij dit proces worden de luchtruimgebruikers, provincies, gemeenten, maatschappelijke en bewonersorganisaties nauw betrokken. De herziening wordt vanaf 2023 stap voor stap doorgevoerd.