Aanpak basisvaardigheden mbo

In een snel veranderende samenleving zijn de basisvaardigheden taal, rekenen en burgerschap essentieel voor mbo-studenten. Door een goede beheersing van basisvaardigheden kunnen mbo-studenten zich beter redden in de maatschappij, hun beroep goed uitoefenen en met succes doorstromen naar een vervolgopleiding. Daarom is er een pakket aan maatregelen om mbo-docenten en mbo-studenten te ondersteunen.

Maatregelen versterken basisvaardigheden

De overheid neemt de volgende maatregelen om basisvaardigheden in het mbo te verbeteren:

1. Meer begeleiding en ondersteuning voor startende mbo-studenten

Veel startende mbo-studenten hebben momenteel nog extra ondersteuning nodig op taal en rekenen. Hiervoor is de komende studiejaren 2025/2026 en 2026/2027 in totaal 47,2 miljoen euro vrijgemaakt binnen de OCW-begroting. Hiermee kunnen mbo-instellingen investeren in extra begeleiding, bijvoorbeeld door de inzet van extra (onderwijs)personeel. Zo zijn er mbo-instellingen met een taal-en rekencentrum waar onderwijspersoneel of tutoren gericht onderwijs kunnen bieden aan mbo-studenten. Daarbij richten ze zich op de doelgroepen dit het hardst nodig hebben. Het doel is om studievertraging en uitval zoveel mogelijk te voorkomen.

2. Docenten: professionalisering en meer ruimte voor lesgeven

In de wet komen extra eisen voor huidige en toekomstige docenten Nederlands, rekenen en burgerschap. Op dit moment bepaalt elke mbo-school zelf nog of een docent ook rekenen, taal en burgerschap mag geven. Dat doen zij op basis van opleiding of werkervaring. De overheid werkt nieuwe eisen uit, samen met mbo-instellingen, studenten en docenten. Deze nieuwe eisen gaan naar verwachting per 1 augustus 2027 in. Zittende docenten krijgen tijd om zich hierop voor te bereiden. Plannen voor de bijscholing kunnen nu al worden opgenomen in professionaliseringsplannen. Ook wordt ingezet op het verminderen van administratieve lasten. Instellingen worden opgeroepen om kritisch te kijken naar registratietaken, zodat docenten meer ruimte krijgen voor hun kerntaak: goed lesgeven

3. Betere kwaliteit van onderwijs en examens

Mbo-scholen moeten weten wat studenten op de verschillende niveaus moeten kennen en kunnen. En hoe dit getoetst wordt in de examens. De overheid wil zorgen voor beter onderwijs en toetsing met de volgende maatregelen:

  • In 2022 zijn de rekeneisen aangepast en is een instellingsexamen ingevoerd.
  • Voor taal worden de eisen en examinering beter afgestemd op een maximale ontwikkeling van de verschillende groepen mbo-studenten. Een expertgroep heeft hierover advies uitgebracht;
  • Vanaf studiejaar 2026-2027 moeten studenten ook examen doen in het vak burgerschap, bijvoorbeeld in de vorm van een portfolio. Er komen nieuwe kwalificatie-eisen voor het burgerschapsonderwijs, die studenten helpen zichzelf te ontplooien en hun weg te vinden in de samenleving. Zij leren om te gaan met maatschappelijke vraagstukken, door bijvoorbeeld te oefenen met kritisch denken en te leren luisteren naar de standpunten van anderen.
  • Voor docenten burgerschap komt er een handreiking die helpt om de nieuwe eisen om te zetten naar de lespraktijk.

4. Meer zicht op het niveau van de basisvaardigheden

Scholen willen meer inzicht krijgen in het niveau van basisvaardigheden van studenten. Daarom doet de overheid onderzoek onder startende mbo-studenten. Zo komt er:

  • Een nulmeting op landelijk niveau naar taal,rekenen en burgerschap
  • Een nulmeting per individuele student naar taal en rekenen. Hiermee kunnen scholen gericht extra ondersteuning bieden aan studenten.