Wat zijn de regels voor de jacht?

Om te mogen jagen, moet u aan een aantal voorwaarden voldoen. U heeft een vergunning nodig en u moet lid zijn van een wildbeheereenheid. Dat is een lokale jagersvereniging in uw regio. U mag alleen op bepaalde dieren en in een bepaalde periode jagen. En u mag het wild niet onnodig laten lijden. Deze en meer regels voor de jacht staan in de Omgevingswet.

Jagen met een jachtgeweer

Om te mogen jagen met een geweer, heeft u het volgende nodig:

  • een geldige jachtvergunning  (de vroegere jachtakte);
  • een wapenkluis;
  • een wapenvergunning;
  • een jachtdiploma.

De jachtvergunning, officieel de omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit, vraagt u aan bij de politie. De vergunning is maximaal 1 jaar geldig en loopt tot 1 april. 

Uw jagersvereniging heeft meer informatie over de jachtvergunning. 

Jacht op wilde dieren

In Nederland mag u als jager alleen op deze 5 soorten wild jagen:

  • wilde eend;
  • haas;
  • fazant;
  • houtduif;
  • konijn.

Jachtseizoen

Per wildsoort geldt een periode waarin de jacht is toegestaan:

Tabel met jachtseizoen per wildsoort

wilde eend

15 augustus tot en met 31 januari

haas 15 oktober tot en met 31 december
fazantenhen 15 oktober tot en met 31 december
fazantenhaan 15 oktober tot en met 31 januari
houtduif 15 oktober tot en met 31 januari
konijn 15 augustus tot en met 31 januari

Let op: in het seizoen 2023/2024 mag er in heel Nederland niet gejaagd worden op het konijn. In Groningen, Limburg en Utrecht mag er ook niet op de haas gejaagd worden. 

Jagen met een jachtvogel

Om met een havik, slechtvalk of andere jachtvogel te mogen jagen, heeft u een vergunning nodig (vroeger valkeniersakte). Dat heet een omgevingsvergunning voor een valkeniersactiviteit. Daarvoor moet u het valkeniersexamen hebben gehaald.

Voor het aanvragen van een omgevingsvergunning valkeniersactiviteit kunt u terecht op RVO.nl. De vergunning is maximaal 5 jaar geldig en loopt tot 1 april.

Jachtmiddelen

U mag de volgende jachtmiddelen gebruiken:

  • geweren (u heeft dan een omgevingsvergunning nodig);
  • honden (geen lange honden, zoals windhonden);
  • gefokte jachtvogels, zoals een havik of slechtvalk (u heeft wel een omgevingsvergunning nodig);
  • eendenkooien (u moet dan als gebruiker een kooikersexamen hebben behaald);
  • lokeenden of lokduiven (deze mogen niet blind of verminkt zijn);
  • fretten;
  • buidels;
  • vangkooien en vangnetten.

Wildbeheer, overlastbestrijding en schadebestrijding

U mag niet jagen op beschermde dieren, zoals edelherten, moeflons en wilde zwijnen. Het verjagen of doden van beschermde dieren is in 2 gevallen toegestaan:

  • Als dat nodig is voor het beheer van de wildstand.
  • Als beschermde dieren overlast en schade veroorzaken. Of als er gevaar is voor de veiligheid en de volksgezondheid.

U heeft daarvoor altijd een omgevingsvergunning nodig. Die vraagt u aan bij de faunabeheereenheid van de provincie.

Wildbeheer

Elke provincie heeft een faunabeheerplan: daarin staat hoeveel wilde dieren er leven, of de dieren problemen veroorzaken en welke maatregelen dan mogelijk zijn. De provincie kan jagers dan toestemming geven voor het beheren van het wild.

Overlast en schade

Soms veroorzaken beschermde wilde dieren overlast. Bijvoorbeeld reeën die land- en tuinbouwgewassen beschadigen, steenmarters die kabels doorknagen of ganzen die opvliegen in de buurt van een vliegveld. U mag deze dieren niet zelf verjagen of doden, omdat het beschermde dieren zijn.

U mag beschermde soorten alleen verjagen of doden als u een omgevingsvergunning heeft en toestemming van de eigenaar van de grond. De faunabeheereenheid in de provincie kan u hierover meer informatie geven.