Rijksoverheid wil genoeg ruimte voor de economie

De ruimte in Nederland is schaars en de druk op de ruimte neemt toe. Verschillende vraagstukken concurreren met elkaar om ruimte, zoals de woningbouw, energietransitie en economie. De economie heeft onder meer ruimte nodig om te verduurzamen en het Nederlandse welvaartsniveau te garanderen. Daar zet de overheid zich voor in.

Ruimte voor economie is schaars

Nederland is een klein land, waar ruimte schaars is en ook steeds schaarser wordt. Op dit moment nemen economische activiteiten 2,5% van het landoppervlak in. De overheid wil niet dat dit percentage afneemt. De overheid stimuleert een sterk en concurrerend bedrijfsleven. Omdat dit zorgt voor welvaart in Nederland. Dit is alleen mogelijk als de economie genoeg ruimte krijgt. Bijvoorbeeld op bedrijventerreinen. Genoeg en goede ruimte voor bedrijven is bovendien belangrijk voor een goed vestigingsklimaat. En noodzakelijk om richting 2050 een transitie door te maken naar een klimaatneutrale en circulaire economie. 

Belangrijkste 4 sectoren die ruimte nodig hebben

De overheid richt zich vooral op ruimte voor 4 belangrijke sectoren. Als bij deze sectoren knelpunten ontstaan, heeft dat negatieve gevolgen voor onder meer de omslag naar een duurzame economie en voor onze positie als innovatief land. Daarom richt de overheid zich vooral op:

  • de meest energie-intensieve bedrijven;
  • campussen;
  • het midden- en kleinbedrijf (mkb); 
  • grootschalige bedrijfsvestigingen, waaronder de grote distributiecentra. 

Aanpak om de schaarse ruimte voor economie beter te gebruiken

De overheid wil de schaarse ruimte die Nederland heeft voor economische activiteiten optimaal gebruiken. En houdt er rekening mee dat er in de toekomst meer ruimte nodig is voor de economie. Bijvoorbeeld voor de energietransitie. Zo bouwen bedrijven op meerdere plekken waterstoffabrieken. Ook moet het elektriciteitsnetwerk veel meer capaciteit krijgen. Ook de circulaire economie vraagt meer ruimte voor bedrijven die afvalstromen verwerken tot nieuwe grondstoffen. 

Via het Programma Werklocaties zoekt de Rijksoverheid samen met gemeenten en provincies naar manieren om de beschikbare ruimte optimaal te gebruiken. Samen hebben zij 4 doelen vastgesteld:

1. Zorgen voor meer balans in vraag en aanbod van werklocaties

Samen met de verschillende regio’s onderzoekt de overheid hoeveel ruimte er nodig is voor een goedwerkende economie. En hoe die ruimte het best gebruikt kan worden. Of een economie goed werkt, hangt onder meer af van:

  • voldoende aanbod van werknemers met de juiste opleiding en ervaring;
  • bereikbaarheid van bedrijven (woon-werkverkeer en transport van goederen);
  • aansluiting op het elektriciteitsnet en een duurzame energievoorziening;
  • de hoeveelheid stikstofruimte om te kunnen (ver)bouwen. 

2. Clusters van bedrijven versterken

De overheid wil clusters van bedrijven stimuleren en ondersteunen. Clusters zijn plekken waar verschillende bedrijfssectoren bewust bij elkaar in de buurt gevestigd zijn. Omdat de activiteiten van bedrijven op elkaar lijken, of omdat het handig is als die bedrijven samenwerken. Op innovatieve campussen werken universiteiten en hogescholen bijvoorbeeld samen met grotere bedrijven en startups. Die bedrijven hebben op de campus te weinig mogelijkheden om uit te breiden, omdat de ruimte beperkt is. Dat beperkt hun groei. 

De industriesector heeft 5 bedrijfsclusters verspreid door het land, waar grondstoffen worden verwerkt. Deze sector heeft ruimte nodig voor de energietransitie en extra distributiecentra. Door industriebedrijven te clusteren, blijft de overlast van vrachtverkeer en grote bedrijfspanden op het landschap beperkt. 

De overheid onderzoekt hoeveel ruimte de campussen en industriesector in de toekomst nodig hebben. En maakt daarna afspraken over het clusteren van grootschalige bedrijfsvestigingen.

3. Bestaande bedrijventerreinen beter benutten

De overheid wil samen met provincies en gemeenten bedrijventerreinen beter benutten en aantrekkelijker maken voor nieuwe bedrijven. Bedrijventerreinen zijn belangrijk voor de economie, omdat: 

  • veel bedrijven zich er bevinden;
  • 30% van de werkenden er werkt;
  • een groot deel van het nationale inkomen er wordt verdiend.

Daarom wil de overheid onder andere:

  • de bouw van panden met meer verdiepingen stimuleren;
  • investeringen in verduurzaming van de panden steunen. Daarvoor is meer samenwerking tussen ondernemers belangrijk;
  • terreinen aantrekkelijker maken voor bedrijven die zich er willen vestigen;
  • vermenging van wonen en werken waar dat kan mogelijk maken. Op dit moment zijn er duidelijke grenzen tussen plekken waar mensen wonen en bedrijventerreinen. De overheid onderzoekt hoe en waar dit meer in elkaar kan overlopen. 

4. Bedrijven helpen bij hun bijdrage aan het klimaatakkoord

Door bedrijven(terreinen) groener te maken en door het energieverbruik op bedrijventerreinen te verminderen, kunnen de doelen uit het klimaatakkoord worden bereikt. Samenwerking tussen kleine ondernemers kan helpen om zelf duurzame energie op te wekken en het energieverbruik sneller naar beneden te krijgen. Maar dit is voor veel ondernemers geen eenvoudige stap. Daarom wil de overheid het ondernemers makkelijker maken om samen te investeren in duurzame oplossingen. Zoals energy hubs, warmtenetten of smart grids.

In juli 2023 volgt er een verdere uitwerking van de doelen en maatregelen van het Programma Werklocaties. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) is verantwoordelijk voor dit programma. Het programma sluit aan op allerlei andere nationale programma’s voor de transities en de ruimtelijke ontwikkeling. Dit vindt plaats onder de vlag van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).