Bestrijden van doping en matchfixing

De Rijksoverheid werkt samen met sportorganisaties en opsporingsinstanties om doping en matchfixing tegen te gaan. Een eerlijke, respectvolle en gelijkwaardige competitie is noodzakelijk om uit te maken wie zich de beste mag noemen.

Internationale dopingregels overgenomen

Volgens de World Anti-Doping Code mogen sporters geen doping gebruiken. In deze code staan de dopinglijst en de straffen op het gebruik van doping. Deze zijn in Nederland overgenomen in het Nationaal Dopingreglement (NDR).

Sportclubs en sportbonden zelf verantwoordelijk

Sportclubs en sportbonden moeten in Nederland zorgen dat sporters zich aan die afspraken houden. Ook moeten clubs en bonden zelf eventuele overtredingen afhandelen. Alle topsporters en topsportbonden moeten zich aan de regels houden. De Dopingautoriteit voert dopingcontroles uit om gebruik van doping op te sporen en geeft voorlichting.

Taken dopingautoriteit

De Dopingautoriteit heeft de volgende wettelijke taken:

  • bestrijding van doping in de sport;
  • uitvoering van dopingcontroles;
  • verzamelen en onderzoeken van informatie over mogelijke overtredingen van een dopingreglement;
  • voorlichting over doping geven.

De privacy van sporters wordt daarbij sinds 2019 beschermd door de Wet uitvoering antidopingbeleid.

Matchfixing

Bij matchfixing worden spelers, scheidsrechters of andere officials omgekocht om de uitslag van een wedstrijd te beïnvloeden. Bijvoorbeeld omdat mensen die gokken op wedstrijden dan winst maken. Matchfixing bedreigt de kernwaarden van de sport. Wereldwijd hebben zich een aantal gevallen voorgedaan.

Ook in Nederland komt matchfixing voor, maar niet op grote schaal. Dat blijkt uit onderzoek dat in opdracht van de Rijksoverheid werd gedaan.

De overheid wil Nederland onaantrekkelijk houden voor matchfixers. Hiervoor werkt de Rijksoverheid samen met de sportsector, kansspelsector, politie en Openbaar Ministerie. Zij hebben een nationaal platform matchfixing opgericht en bouwen samen expertise op. Nederland werkt samen met nationale platformen uit andere landen om de aanpak te versterken.