Onderzoek naar ontoerekeningsvatbaarheid verdachte

Wie een misdaad pleegt terwijl hij volledig ontoerekeningsvatbaar is, krijgt geen gevangenisstraf. De dader kan wel de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) krijgen. Wie gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar is, kan een gevangenisstraf krijgen in combinatie met tbs.

Tbs bij gevaar voor maatschappij

Terbeschikkinggestelden (tbs'ers) zijn altijd (gedeeltelijk) ontoerekeningsvatbaar. Dat kan bijvoorbeeld komen doordat iemand een persoonlijkheidsstoornis heeft, een psychose of een verstandelijke beperking. Bij tbs'ers gaan deze aandoeningen vaak samen. Iemand krijgt pas tbs opgelegd als hij zonder behandeling een gevaar voor de maatschappij blijft.

Onderzoek naar ontoerekeningsvatbaarheid

Als de Officier van Justitie of rechter denkt dat een verdachte (gedeeltelijk) ontoerekeningsvatbaar is, laat hij hem onderzoeken. Dit gebeurt bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP). Het NIFP kan het uitgebreide onderzoek zonder opname doen. De verdachte kan ook naar het Pieter Baan Centrum (PBC) voor een klinische observatie.

De psychiaters van het NIFP of het PBC stellen een rapport op. Hierin staat een advies aan de rechter: had de verdachte ten tijde van het misdrijf een geestesstoornis en moet hij tbs krijgen of niet?

Verdachte weigert onderzoek

Een verdachte kan weigeren mee te werken aan een psychiatrisch onderzoek. Een reden daarvoor kan zijn dat hij probeert de tbs te ontlopen. Weigert een verdachte om mee te werken aan het onderzoek? Dan is het voor het NIFP moeilijk om advies uit te brengen. Het strafdossier, milieuonderzoek en de observatie leveren soms toch genoeg informatie op voor een volledig rapport.

In sommige gevallen kan de rechter tbs opleggen zonder een volledig rapport. De rechter zal in dat geval wel op andere gronden tot het oordeel moeten komen dat sprake is van een geestesstoornis. Komt hij niet tot dat oordeel, bijvoorbeeld omdat hij te weinig informatie heeft? Dan kan hij de verdachte geen tbs opleggen.

Dat kan betekenen dat een dader van een ernstig misdrijf niet de behandeling krijgt die hij nodig heeft. Met alle daaraan verbonden risico’s op recidive.

Vaker tbs-maatregel opleggen

Het kabinet treft maatregelen om deze zogeheten problematiek van de weigerende verdachte terug te dringen. Zo regelt de Wet procedurele verbeteringen voor de rechtspraktijk dat de rechter de observatietermijn met 7 weken kan verlengen. Door een langere observatietermijn is er (meer) tijd voor de inzet van nieuwe observatietechnieken.

Deze wet is op 1 juli 2018 ingegaan.

Via de Wet forensische zorg wordt het mogelijk om bestaande medische gegevens van de verdachte te vorderen van behandelaren. Met die gegevens kunnen de rapporteurs mogelijk toch tot een volledig advies komen. Zo kan de rechter, als dat nodig is, vaker de tbs-maatregel opleggen.

De Wet forensische zorg is op 1 januari 2019 ingegaan.