Beleid voor veilig aanbieden van vaccinaties

Vaccinaties moeten veilig zijn. Om hier zeker van te zijn werken verschillende organisaties in Nederland nauw samen. Bijvoorbeeld de Gezondheidsraad en het RIVM.

Lees meer over de veiligheid van vaccins tegen corona.

Vaccinaties tegen infectieziekten

Kinderen krijgen een vaccinatie tegen infectieziekten als polio en de mazelen. In het vaccinatieschema staat wanneer kinderen welke vaccinaties moeten krijgen.

De Rijksoverheid organiseert het Rijksvaccinatieprogramma

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is verantwoordelijk voor het Rijksvaccinatieprogramma. Daarin gaat het om 2 belangrijke besluiten:

  • welke vaccinaties de Rijksoverheid aanbiedt;
  • voor wie de vaccinaties beschikbaar komen.

De Gezondheidsraad (GR) geeft hierbij advies. Zijn de vaccinaties veilig? En wegen de kosten op tegen de ziekte die het bestrijdt? Het ministerie van VWS stemt haar keuzes af met organisaties die de vaccinaties uitvoeren. Denk aan huisartsen, de GGD en medewerkers van de jeugdgezondheidszorg.

Vaccinaties zelf aanvragen

Er zijn vaccinaties die de Rijksoverheid niet aanbiedt in het Rijksvaccinatieprogramma, maar die burgers wel zelf kunnen aanvragen. Dit geldt bijvoorbeeld voor reizigers die een vaccinatie nodig hebben als ze naar een ver land gaan. De zorgverzekeraar vergoedt sommige van deze vaccinaties. Andere zijn op eigen kosten van de aanvrager.

Vanzelfsprekend wordt ook bij deze vaccinaties gekeken of ze werken en veilig zijn. Dat gebeurt voordat ze op de markt komen.

Uitvoerders van het vaccinatiebeleid

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Het RIVM voert het Rijksvaccinatieprogramma uit. Dat betekent dat het namens de Rijksoverheid de vaccins inkoopt. De vaccins die het RIVM inkoopt moeten aan veiligheidseisen voldoen. Zo moeten de vaccins uitgebreid onderzocht en getest zijn.

Op deze manier coördineert het RIVM ook de programma’s voor de griepprik en de pneumokokkenvaccinatie.

Jeugdgezondheidsinstellingen

Consultatiebureaus en andere jeugdgezondheidsinstellingen voeren de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma uit. Ook geven ze voorlichting aan ouders.

Huisartsen

  • 60-plussers en risicogroepen kunnen elk jaar bij de huisarts een griepprik halen. Onder risicogroepen vallen bijvoorbeeld patiënten met een longziekte of een nierziekte.
  • 60-, 65-, 70, en 75-jarigen kunnen de pneumokokkenvaccinatie  halen bij de huisarts.

De adviseurs van het vaccinatiebeleid

Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG)

Stel een fabrikant wil een nieuw vaccin op de markt brengen. Dan controleert het CBG of het vaccin werkt en veilig is. Het CBG kijkt bijvoorbeeld naar het productieproces van het nieuwe vaccin en naar wat er in zit. Ook kijkt het naar de uitwerking van het nieuwe vaccin op (gezonde) proefpersonen. Dit doet het CBG samen met partnerorganisaties uit andere Europese landen. Pas als het nieuwe vaccin veilig blijkt en werkt, geeft het CBG een vergunning af. 

Ook nadat het CBG een vergunning voor het nieuwe vaccin heeft gegeven, blijft het controles doen.

De Gezondheidsraad (GR)

Na de beoordeling van het CBG adviseert de Gezondheidsraad de Rijksoverheid over nieuw vaccins. Hoe goed werken ze? Wegen de kosten op tegen de ernst van de ziekte die het bestrijdt? Moet de Rijksoverheid ze zelf gaan aanbieden via het Rijksvaccinatieprogramma?

Lareb

Lareb is het Nederlandse meld- en kenniscentrum voor bijwerkingen van geneesmiddelen, waaronder vaccins. Lareb bestudeert de risico’s van het gebruik van de vaccins en delen hun kennis hierover. Dit doet het met zorgprofessionals, RIVM, VWS en het publiek. En als burgers het vermoeden hebben dat een vaccinatie een bijwerking heeft, kunnen ze een bijwerking melden bij het Lareb.