Vermindering voedselverspilling

Wereldwijd wordt ongeveer 30% van al het voedsel weggegooid. In Nederland is dat ongeveer 25%. Die voedselverspilling heeft grote gevolgen voor het klimaat en de leefomgeving. Daarom wil de Rijksoverheid deze verspilling halveren.

Veel voedsel niet gegeten

Veel goed voedsel wordt niet opgegeten en verdwijnt bijvoorbeeld in de vuilnisbak. Daarnaast gaat er veel voedsel verloren bij oogsten, opslag, productie en vervoer. Dat kost niet alleen veel geld. Het is ook slecht voor het klimaat, want kostbare grondstoffen als water, grond en energie worden voor niets gebruikt. Door voedselverspilling tegen te gaan, kan de overheid de negatieve gevolgen van voedselproductie op de leefomgeving sterk verminderen.   

50% minder voedselverspilling in 2030

De Verenigde Naties (VN) willen wereldwijd de voedselverspilling met 50% verminderen in 2030. Ook de Europese Unie en Nederland hebben afgesproken dat ze de helft minder voedsel willen verspillen. Iedereen, zowel consumenten als bedrijfsleven, moet dat doen, en de overheid helpt daarbij.

Informatie voor consumenten om minder voedsel weg te gooien

De overheid ondersteunt maatregelen en organisaties die consumenten helpen minder eten weg te gooien.

Ook bedrijven kunnen consumenten helpen om minder voedsel te verspillen. Zij kunnen bijvoorbeeld:

  • kleinere porties aanbieden;
  • betere informatie geven over de houdbaarheid van voedsel.
     

Geld voor onderzoek

De overheid stelt geld beschikbaar voor:

  • onderzoek naar goede maatregelen tegen voedselverspilling;
  • het monitoren van hoeveel voedsel in Nederland elk jaar in de afvalbak verdwijnt;
  • onderzoek naar hergebruik van niet opgegeten voedsel en voedsel dat overblijft in de voedselindustrie.

Samenwerken met bedrijfsleven en anderen

Onder meer gemeenten, voedselfabrikanten, supermarkten, banken en kennisinstituten hebben zich aangesloten bij de stichting Samen Tegen Voedselverspilling. Die krijgt subsidie van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om de voedselverspilling terug te dringen. Bij consumenten, maar ook bij boeren, fabrieken, supermarkten en in de horeca.