29 april Ministerraad

Let op: deze activiteit heeft al plaatsgevonden

Activiteitendata

  • Datum
  • Locatie Den Haag

Viceminister-president Kaag heeft na de ministerraad een persconferentie gegeven. Met aandacht voor de laatste ontwikkelingen in Oekraïne en de voorjaarsbesluitvorming. De video toont de inleidende verklaring.

Viceminister-president Kaag:

Goedemiddag. Ik zal eerst spreken over Oekraïne. Ook vandaag hebben wij in de ministerraad weer gesproken over de situatie in Oekraïne. Er is een nieuwe fase aangebroken, met hevige strijd in het oosten en zuiden van Oekraïne en niemand weet hoe lang dit conflict nog zal duren. Voortdurende steun is nodig om Oekraïne in staat te stellen zichzelf te verdedigen tegen de illegale invasie door Rusland. Oekraïne heeft nu dringend behoefte aan zwaarder, meer geavanceerd materieel. Een groot aantal bondgenoten en partners heeft daarom de militaire steun aan Oekraïne geïntensiveerd, zo ook Nederland. Minister Ollongren heeft deze week nadere afspraken gemaakt met Duitsland, met haar counterpart, over de levering van de Nederlandse pantserhouwitsers aan Oekraïne. Nederland levert de zogeheten hardware, de Duitsers de munitie. Ook verzorgen zij de training aan de Oekraïners om de pantserhouwitsers te kunnen gebruiken. Het gaat om een beperkt aantal systemen. We hebben eerder afgesproken terughoudend te zijn in wat we naar buiten brengen over wapenleveranties, ook in het belang van Oekraïne.

Verder hebben wij vandaag in de ministerraad besloten een forensisch en opsporingsteam naar Oekraïne te sturen die onderzoek gaat doen naar oorlogsmisdrijven. Deze missie past in de bredere Nederlandse inspanningen om straffeloosheid tegen oorlogsmisdrijven, begaan in Oekraïne, tegen te gaan. Het is cruciaal dat bewijs goed wordt geborgd, zodat het bruikbaar is voor strafrechtelijke procedures, door het Internationaal Strafhof en nationale jurisdicties. Nederland heeft specifieke expertise, die hier direct aan bij kan dragen.  Het team zal, op verzoek van Oekraïne, opereren onder de vlag van het Internationaal Strafhof.

Tot slot bij dit inleidende blok over Oekraïne kan ik melden dat een klein deel van het Nederlands ambassadepersoneel terugkeert naar Oekraïne, naar Kyiv. Een diplomatieke post in Kyiv is van grote waarde voor het contact met de Oekraïense overheid. Ook ambassades van andere EU-landen keren terug. Het is belangrijk dat Nederland met al deze landen blijft samenwerken, ook vanuit Oekraïne.

Voor wat betreft de voorjaarsbesluitvorming: volgende week is ook het kabinet een week met reces en er is dus geen ministerraad, maar we blijven de ontwikkelingen in Oekraïne volgen. Na het reces, vanaf 9 mei, beginnen wij formeel de gesprekken met oppositiefracties over de Voorjaarsnota. Die gesprekken gaan we in met een open, constructieve houding, waarbij we natuurlijk ook onze eigen ideeën en wensen hebben. En hopelijk leiden deze gesprekken tot een breder politiek draagvlak in de Tweede en Eerste Kamer en eind mei moet dit proces zijn afgerond en sturen we de Voorjaarsnota naar de Kamer.