Evenwichtig pensioenstelsel, AOW-leeftijd stijgt langzamer

Pensioenopbouw moderner en persoonlijker, minder snelle stijging AOW-leeftijd en ruimte om eerder te stoppen

Het kabinet heeft woensdagochtend samen met werkgevers- en werknemersorganisaties en de SER een principeakkoord gepresenteerd over een toekomstbestendig en evenwichtig pensioenstelsel. Na ruim negen jaar discussie over het pensioenstelsel is het minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gelukt om samen met sociale partners tot afspraken te komen over een goede oudedagsvoorziening voor huidige en toekomstige generaties. Ook zijn er nieuwe afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk mensen werkend en gezond hun pensioenleeftijd kunnen bereiken.

Deze afspraken zijn hard nodig. De arbeidsmarkt verandert en de afgelopen tien jaar zijn mensen hun manier van werken en leven steeds flexibeler in gaan delen. Maar het pensioenstelsel is in de kern hetzelfde gebleven. Met dit principeakkoord wordt de Nederlandse oudedagsvoorziening gemoderniseerd en komt er tegelijkertijd, na lange discussies, nu duidelijkheid over de AOW-leeftijd.

Wat gaat er gebeuren?

  • Het pensioen wordt persoonlijker en transparanter doordat de opbouw meer gaat aansluiten bij de premie die mensen inleggen.
  • Het pensioen wordt sneller aangepast aan de economische situatie – sneller verhogen in goede, en sneller verlagen in slechte tijden.
  • De huidige regels om te korten worden tijdelijk aangepast om de kans op kortingen op de korte termijn te verkleinen.
  • Het kabinet investeert 800 miljoen euro om mensen te helpen gezond en werkend hun pensioenleeftijd te behalen. 
  • De AOW-leeftijd gaat minder snel stijgen.
  • Er komt ruimte voor werkgevers en werknemers om mensen met zwaar werk eerder te laten stoppen met werken.
  • Zzp’ers moeten zich verplicht tegen arbeidsongeschiktheid gaan verzekeren, zodat alle werkenden verzekerd zijn.

Ik ben blij dat, na al die kopjes koffie, onderhandelingen en terechte zorgen van veel mensen, de vakbonden, de werkgeversorganisaties en de politiek nu samen een antwoord geven op de uitdagingen voor de toekomst. De polder levert en dat is goed voor Nederland. Voor jong en oud. Goed voor jong, omdat de pensioenopbouw eerlijker wordt en de AOW-leeftijd ook op lange termijn minder hard stijgt. En goed voor oud, omdat hun pensioen sneller verhoogd kan worden en omdat zij eerder kunnen stoppen als het niet meer gaat.

Minister Koolmees

Het kabinet, sociale partners en pensioenuitvoerders gaan de afspraken gezamenlijk uitwerken. Er wordt zo snel mogelijk gestart met het wetgevende proces voor de afspraken over de AOW-leeftijd voor de komende jaren zodat die wijzigingen op 1 januari 2020 ingaan. Het nieuwe pensioenstelsel moet twee jaar later ingaan.

Pensioenstelsel wordt moderner en persoonlijker

De doorsneesystematiek, waarbij iedereen dezelfde premie betaalt voor dezelfde pensioenopbouw, wordt afgeschaft. De premies van jongere werkenden kunnen langer worden belegd en leveren daardoor meer op. Dat kan knellen wanneer mensen vaak van baan en contractvorm wisselen, en dus van pensioenfonds. Soms zijn ze ook tijdelijk geen deelnemer van een pensioenfonds. Bij al die wisselingen kunnen mensen onbewust voor- of juist nadelen ondervinden in de opbouw van hun pensioen. Om dat in de toekomst te voorkomen, zal de pensioenopbouw beter aansluiten bij de ingelegde premies. Daardoor wordt de pensioenopbouw persoonlijker en transparanter. Dat past beter bij de moderne arbeidsmarkt en biedt meer keuzemogelijkheid en maatwerk. Omdat de afschaffing van de doorsneesystematiek gevolgen heeft voor de huidige deelnemers van pensioenfondsen en –verzekeraars, gaan het kabinet en sociale partners maatregelen uitwerken om hen op een evenwichtige manier te compenseren.

Pensioenen worden sneller aangepast aan de economische situatie. Daardoor kunnen ze sneller worden verhoogd wanneer het economisch goed gaat. Dat betekent ook dat pensioenen sneller kunnen worden verlaagd als het tegenzit. Dat komt doordat er is afgesproken dat pensioenfondsen de pensioenen kunnen verhogen bij een dekkingsgraad van hoger dan 100% en verlagen als zij onder die dekkingsgraad zitten. Nu moeten pensioenen worden gekort als een pensioenfonds een dekkingsgraad van minder dan 90% heeft en is indexering pas aan de orde bij 110%. Vooruitlopend op de overgang naar een nieuwe contract worden de huidige kortingsregels tijdelijk aangepast om de kans op kortingen op de korte termijn te verkleinen.

Gezond en werkend de AOW-leeftijd bereiken

Zoveel mogelijk mensen moeten gezond en fit hun pensioenleeftijd kunnen bereiken. Dat is niet slechts een kwestie van fatsoen. Het is ook nodig om het sociale stelsel betaalbaar te houden en om voldoende werkende mensen te behouden die samen Nederland draaiende houden. Het kabinet investeert daarom 800 miljoen euro tussen 2021 en 2025, en structureel 10 miljoen euro per jaar, in duurzame inzetbaarheid en scholing. Doel is dat mensen hun werk fysiek goed kunnen blijven doen en dat ze de vaardigheden houden om aan het werk te blijven op de arbeidsmarkt.

Niet alle oudere werkenden voelen zich op dit moment in staat om de AOW-leeftijd op gezonde wijze te bereiken. De AOW-leeftijd is de afgelopen jaren snel gestegen en daarbij is niet altijd voldoende aandacht geweest voor duurzame inzetbaarheid. Daarom heeft het kabinet besloten dat de AOW-leeftijd de komende jaren minder snel zal stijgen. De AOW-leeftijd wordt twee jaar vastgezet op 66 jaar en 4 maanden. Daarna stijgt de AOW-leeftijd door naar 67 jaar in 2024. Vanaf 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting maar in mindere mate.

Toch blijft dit voor sommige mensen met zware beroepen een flinke dobber. Als gezond doorwerken echt niet meer mogelijk is, moeten zij de keuze hebben om eerder te stoppen met werken. Daarom worden de bestaande mogelijkheid om te sparen voor verlof verruimd. Ook komt er tijdelijk meer ruimte om eerder te stoppen met werken. Werknemers en werkgevers kunnen onderling afspreken dat een werknemer tot drie jaar eerder met pensioen gaat. De werkgever kan dan het inkomen van de werknemer helpen overbruggen tot de AOW-leeftijd is bereikt, terwijl de werknemer deels kan putten uit zijn pensioen. Wel blijft het financieel aantrekkelijker voor zowel werkgevers en werknemers om door te werken.

Verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering

Er komt een wettelijke verzekeringsplicht tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico voor zelfstandige ondernemers.  Daarmee zijn straks alle werkenden beschermd tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid. Deze maatregel past in het bredere streven van het kabinet om toe te werken naar een situatie waarin niet instituties en kosten bepalend zijn voor de vorm waarin arbeid wordt aangeboden maar de aard van het werk dat gedaan moet worden. Met een verplichte verzekering wordt ook afwenteling van kosten en risico’s op de samenleving verminderd. Het kabinet heeft sociale partners gevraagd om in overleg met zelfstandigenorganisaties voor de zomer van 2020 met een concreet voorstel te komen voor deze verzekering. Er wordt ook gekeken naar mogelijkheid voor uitzonderingen, bijvoorbeeld als er al beter passende arrangementen bestaan, zoals bijvoorbeeld in de agrarische sector.

Bedrag opnemen bij pensionering

Tot slot wil het kabinet, in lijn met het vandaag gepubliceerde ontwerpadvies van de SER, mensen meer flexibiliteit bieden bij het opnemen van hun pensioen. Daarom krijgt iedereen de mogelijkheid om een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen op de pensioeningangsdatum op te nemen. Mensen kunnen straks maximaal 10% van het door hen opgebouwde pensioen opnemen om bijvoorbeeld hun hypotheek af te betalen.