Discriminatie naar migratieachtergrond afgenomen

Mensen met een migratieachtergrond maken minder kans op een e-mail, voicemail of telefoontje naar aanleiding van een sollicitatie, dan mensen zonder migratieachtergrond. Ten opzichte van 2015 lijken werkgevers in 2019 nog steeds te discrimineren op migratieachtergrond, maar wel minder. Uit een onderzoek van Panteia, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, blijkt niet dat werkgevers discrimineren op basis van leeftijd. Daar was in 2015 nog wel bewijs voor. Van discriminatie op basis van geslacht was zowel in 2015 als in 2019 geen sprake.

In het onderzoek zijn 707 fictieve cv’s op internet geplaatst. Vervolgens werd gekeken hoe vaak de cv’s werden bekeken en hoeveel reacties van werkgevers en recruiters er binnen kwamen. Alleen tussen mensen met en zonder een migratieachtergrond bleek het verschil in aantal reacties van werkgevers significant.

Krappe arbeidsmarkt

Dat arbeidsmarktdiscriminatie is afgenomen ten opzichte van 2015, komt volgens de onderzoekers waarschijnlijk door de krappe arbeidsmarkt die een gunstig effect heeft op de arbeidsmarktpositie van oudere werkenden en personen met een migratieachtergrond. Dat betekent dat, onder andere economische omstandigheden, discriminatie op de arbeidsmarkt ook weer kan toenemen. Daarom is er doorlopend aandacht nodig voor arbeidsmarktdiscriminatie, zo schrijven minister Koolmees en staatssecretaris Van Ark in een brief die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd.

Staatssecretaris Van Ark: “Je leeftijd, geslacht of afkomst mag niet uitmaken bij het solliciteren naar een baan. Dat discriminatie langzaam afneemt, is daarom een stap in de goede richting. Maar er is nog steeds sprake van discriminatie, het blijft een hardnekkig probleem. Dat moeten we bespreken en aanpakken, en dat doen we ook.”

Internetconsultatie van start

Met het Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie zet het kabinet in op het tegengaan van discriminatie op de arbeidsmarkt en het stimuleren van een inclusieve werkomgeving. Eerlijke werving- en selectieprocedures dragen bij aan gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Deze week is de internetconsultatie over de wet toezicht discriminatievrije werving en selectie van start gegaan. Werkgevers zijn straks verplicht om beleid te voeren ter voorkoming van discriminatie bij werving en selectie. Het wetsvoorstel op basis waarvan de Inspectie SZW op termijn bevoegd is om hierop toe te zien wordt voor het einde van het jaar aan de Raad van State aangeboden.

Onderzoek CPB

Verschillende instanties doen onderzoek naar arbeidsmarktdiscriminatie. Het beeld dat daaruit naar voren komt, is niet eenduidig. Uit eerder onderzoek van het CPB blijkt namelijk dat personen met een niet-westerse migratieachtergrond te maken hebben met blijvend lagere inkomens als gevolg van achterstanden in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Waar Panteia wijst op een afname in discriminatie op etniciteit, ziet CPB dat deze achterstanden persistent zijn. De achterstanden waren in 2017 ongeveer even groot als in 2003. Bovendien blijven de verschillen in inkomens tussen personen met een niet-westerse achtergrond en personen zonder migratieachtergrond over generaties heen bestaan.

Bevorderen kansengelijkheid

Vanwege het diffuse beeld hecht het kabinet waarde aan het continueren van onderzoek naar arbeidsmarktdiscriminatie. Tegelijkertijd voert het kabinet beleid om arbeidsdiscriminatie op alle vlakken duurzaam tegen te gaan. Het kabinet bevordert daarom kansengelijkheid binnen het onderwijs en de arbeidsmarkt. En met het programma Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt (VIA) wordt ingezet op acht thema’s, samen met werkgevers, gemeenten en scholen, die ingrijpen op cruciale loopbaanmomenten. Voor het einde van het jaar volgt de brief over de voortgang van dit programma VIA.

"Je leeftijd, geslacht of afkomst mag niet uitmaken bij het solliciteren naar een baan. Dat discriminatie langzaam afneemt, is daarom een stap in de goede richting. Maar er is nog steeds sprake van discriminatie, het blijft een hardnekkig probleem. Dat moeten we bespreken en aanpakken, en dat doen we ook."

Staatssecretaris Tamara van Arlk