Versterking pandemische paraatheid op koers

Het kabinet heeft ingestemd met de verdere uitwerking van het beleidsprogramma pandemische paraatheid. In totaal gaat het om een investering van 670 miljoen euro tot en met 2026. Minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) laat in een brief aan de Tweede Kamer weten welke maatregelen hij neemt en welke acties hij start om Nederland beter voor te bereiden op een nieuwe pandemie.

In de COVID-19 pandemie zijn bestaande structuren en praktijken op de proef gesteld en vaak niet toereikend gebleken. Het kabinet wil daarom beter voorbereid zijn op een toekomstige pandemie. Hierbij worden lessen getrokken uit onder meer onderzoeken en adviezen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid. Het grootschalige beleidsprogramma pandemische paraatheid is een uitwerking van het coalitieakkoord. Het gaat om een uitgebreid pakket aan maatregelen gericht op versterking van de infectieziektebestrijding en de zorg. De komende jaren wordt het programma verder uitgebouwd en lopen de investeringen op tot jaarlijks € 300 miljoen euro.

Centralere aansturing

In 2023 gaat € 9 miljoen extra naar de inrichting van een Landelijke Functionaliteit Infectiebestrijding (LFI) bij het RIVM, bovenop de structurele € 10 miljoen die daarvoor is vrijgemaakt. Vanaf medio 2023 zal de LFI bij een (volgende) pandemie de coördinerende rol op zich nemen in de bestrijding. Zo kan in tijden van crisis slagvaardig regie worden gevoerd, met een centralere aansturing door de minister van VWS.

Versterken GGD en betere informatievoorziening

De GGD’en versterken hun basisfuncties en zijn daarmee beter voorbereid op toekomstige bestrijdingen. GGD’en gaan intensiever samenwerken, met als doel een professionele, efficiënte en uniforme uitvoering van de taken binnen de infectieziektebestrijding. Er is daarbij extra aandacht voor opleiding en deskundigheidsbevordering van medewerkers. Zo wordt de kwaliteit en professionaliteit van de medewerkers infectieziektebestrijding op peil gehouden. Voor het gehele versterkingsprogramma van de GGD’en is zowel in 2023 als in 2024 ruim € 37 miljoen beschikbaar.

Tijdens de coronapandemie werd snel duidelijk dat de bestaande informatievoorziening niet goed is toegerust voor pandemiebestrijding. De komende jaren zal daarom samen met het RIVM, GGD GHOR Nederland en de GGD’en geïnvesteerd worden in het ontwerpen en in gebruik nemen van ICT-systemen en informatievoorzieningen die helpen bij het effectiever bestrijden van een grootschalige infectieziektenuitbraak. In 2023, 2024 en 2025 is € 16 miljoen per jaar beschikbaar om dit traject goed van start te kunnen laten gaan.

Kennis en innovatie

Investeren in kennis en innovatie is noodzakelijk om pandemisch paraat te kunnen zijn. Daarvoor stelt het kabinet een kennis- en innovatieagenda op. Vooruitlopend daarop zijn er inmiddels verschillende onderzoeken gestart, zoals een TNO-onderzoek naar ventilatie en virusverspreiding. Ook loopt er een kennisprogramma bij ZonMw over detectie en voorspelling van virussen en is er een programma bij het RIVM over gedragsinzichten tijdens een pandemie.

Zorgpersoneel

Er wordt op dit moment verder gewerkt aan de opschaalbaarheid van de zorg in tijden van crisis. Zo worden extra artsen infectieziektebestrijding opgeleid en kunnen 800 extra studenten de opleiding Basis Acute Zorg gaan volgen. Het kabinet versterkt ook de infectieziektepreventie en -bestrijding in de langdurige zorg, onder andere door het stimuleren van kennis en opleidingen. Daarnaast investeert het kabinet in de nationale zorgreserve, met een bedrag oplopend tot € 4,2 miljoen in 2027.

Beschikbaarheid medische producten

Tenslotte zijn er inmiddels programma’s opgestart die erop zijn gericht om de beschikbaarheid van medische producten in crisistijd te borgen, zowel nationaal als internationaal. Want een betere voorbereiding op een pandemie kan alleen bereikt worden door internationaal samen te werken.

Het programma pandemische paraatheid is een eerste uitwerking van de beleidsagenda die op 14 april 2022 is gepubliceerd.