Staat van de Volkshuisvesting 2022 – grote opgaven in kenterend tij

In 2022 keerde de rijksregie op volkshuisvesting terug waarmee het Rijk, provincies, gemeenten, corporaties en marktpartijen het woningtekort en de verduurzaming gezamenlijk aanpakken. De vraag naar betaalbare en energiezuinige woningen was afgelopen jaar onverminderd hoog, terwijl door de hoge inflatie en oplopende rentes, de fiks gestegen energieprijzen en het toenemende tekort aan bouwmateriaal en arbeidskracht deze opgaven in een kenterend tij gerealiseerd moeten worden. De Staat van de Volkshuisvesting 2022 geeft inzicht in de feiten, cijfers en ontwikkelingen op de woningmarkt en in de stand van zaken ten aanzien van de programma’s die afgelopen jaar zijn gepresenteerd. 

Met de Nationale Woon- en Bouwagenda en de zes programma’s op wonen, bouwen en verduurzamen introduceerde minister De Jonge afgelopen jaar een samenhangende aanpak. De Staat van de Volkshuisvesting geeft inzicht in de programma’s en de doelen en vervolgens in de acties die per programma zijn genomen. Aankomende periode worden via de regionale woondeals afspraken gemaakt met provincies en gemeenten over de precieze invulling van de volkshuisvestelijke opgaven. 

Woningbouw, betaalbaarheid en verduurzaming

Tot en met 2030 moeten er in totaal 900.000 woningen gebouwd worden, waarvan twee derde binnen het betaalbare segment. Om dat te verwezenlijken zijn in het najaar provinciale woningbouwafspraken gemaakt over de bouw van ruim 917.000 woningen. Hiervan nemen corporaties de bouw van 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 middenhuurwoningen voor hun rekening. Het Rijk draagt financieel bij aan de woningbouwopgave met € 6 miljard voor de ontsluiting van grootschalige woningbouw en € 1,5 miljard voor het versnellen van woningbouwprojecten, de Woningbouwimpuls van in totaal € 1,25 miljard en flexpool van € 80 miljoen. Daarnaast is een extra impuls gegeven aan de bouw van 37.500 tijdelijke woningen en het transformeren van oude kantoor- en winkelpanden tot woningen. In 2021 werden er circa 80.700 woningen gerealiseerd en ook voor 2022 ligt de woningbouw op koers met een voorziene productie van 80.000 woningen. Door stijgende bouwkosten, stikstof en tekort aan mensen en materialen is echter extra inzet en daadkracht nodig van alle betrokken partijen om de woningbouw op peil te houden. 

Op het vlak van betaalbaar wonen zijn afgelopen jaren belangrijke stappen gezet. Zo is de betaalbaarheid van woningen een vast element in alle afspraken, subsidies en plannen. Verder is voor ca 510.000 corporatiehuurders met een laag inkomen al in 2023 een huurverlaging van gemiddeld € 57 per maand in het vooruitzicht, net als een verhoging van € 16,96 huurtoeslag voor alle huurtoeslagontvangers. Voor huurders in zowel de sociale- als in de vrije sector wordt de jaarlijkse huurverhoging gekoppeld aan de gemiddelde loonstijging in plaats van aan de inflatie. Daarnaast zorgt de regulering van de middenhuur met het doortrekken en het dwingend maken van het Woningwaarderingsstelsel voor een betere balans tussen kwaliteit van de woning en de gevraagde huurprijs. Hierdoor gaat vanaf 2024 de huurprijs van 300.000 woningen met gemiddeld € 190 euro omlaag.

De klimaatdoelstellingen in combinatie met de fors gestegen energieprijzen benadrukken de urgentie om woningen zo snel mogelijk te verduurzamen. Daarbij wordt ingezet op het zo snel mogelijk isoleren van de 2,5 miljoen bestaande woningen met de slechtste energielabels (E, F en G), op subsidies en regelingen voor de verduurzaming van woningen en het plaatsen van een miljoen (hybride) warmtepompen tot en met 2030. Gemeenten krijgen € 300 miljoen voor de aanpak van energiearmoede en woningbezitters met een laag inkomen kunnen tegen 0% rente geld lenen uit het warmtefonds om hun woning te verduurzamen. Ook is er aandacht voor innovatie in de bouw en het opleiden van installateurs. 
 

Een thuis voor iedereen in leefbare en veilige wijken

Voor mensen die moeilijk een passende woning vinden - zoals mensen vanuit de GGZ, dak- en thuisloze mensen en statushouders, maar ook ouderen en studenten - zijn afgelopen jaar specifieke afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld door de bouw van voldoende betaalbare woningen, geclusterde woonvormen, nultredenwoningen en studentenwoningen. Verder werken gemeenten naar een minimale voorraad van 30% sociale huurwoningen, werken ze vanaf 2023 met integrale woonzorgvisies en vanaf 2024 volgt een verplichte urgentie om de meest kwetsbare groepen te huisvesten. Het ministerie van BZK draagt hieraan bij door € 52 miljoen beschikbaar te stellen via de Regeling huisvesting aandachtsgroepen. 

Het nationaal programma Leefbaarheid en Veiligheid is het afgelopen jaar uitgebreid naar 20 focusgebieden waar de leefbaarheid het meest onder druk staat. Vanuit het Rijk en de regio wordt er gezamenlijk ingezet op het tegengaan van (jeugd)criminaliteit en ondermijning, het uitbreiden van schoolprogramma’s, de aanpak van problematische schulden en het verbeteren en verduurzamen van de woningvoorraad.