Overeenstemming over nieuw verdrag om internationale misdrijven beter aan te pakken.

Op vrijdag 26 mei jl. hebben ruim 70 landen na twee weken onderhandelen in Ljubljana (Slovenië) overeenstemming bereikt over de tekst voor een nieuw internationaal verdrag voor rechtshulp en uitlevering bij internationale misdrijven (MVRUIM). Het verdrag kent concrete afspraken over samenwerking bij het opsporen, vervolgen, berechten en bestraffen van met name genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven. Door dit verdrag wordt de samenwerking tussen landen bij deze zeer zware misdrijven vergemakkelijkt, zodat straffeloosheid wordt aangepakt.

Nederland heeft de conferentie in Ljubljana mede georganiseerd met Argentinië, Belgie, Mongolië, Senegal en Slovenië. Nederland zal tevens de ondertekening van het verdrag gaan organiseren. Deze zal plaatsvinden in de eerste helft van 2024 in het Vredespaleis te Den Haag. Om deze reden zal het verdrag de naam dragen van de steden Ljubljana en Den Haag: “The Ljubljana - The Hague Convention on International Cooperation in the Investigation and Prosecution of Genocide, Crimes against Humanity, War Crimes and other International Crimes” (kortweg “The Ljubljana The Hague MLA-Convention”).

Aan de voorbereiding van dit verdrag is door ambtenaren van de ministeries van Justitie & Veiligheid en Buitenlandse Zaken ruim 10 jaar gewerkt. Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid is verheugd dat het is gelukt dit verdrag tot stand te brengen:

“Het verdrag is zeer belangrijk met het oog op de versterking van de inspanningen gericht op het verzekeren van “accountability”, het tegengaan van straffeloosheid voor de zwaarste internationale misdrijven en het bereiken van genoegdoening voor de slachtoffers ervan. Het is een historische doorbraak, zeker nu het in slechts twee weken is gelukt overeenstemming te bereiken tussen landen vanuit alle hoeken van de wereld, met verschillende rechtssystemen, verschillen in rechtsmacht voor deze misdrijven en  verschillen in hun nationale recht. Het verdrag zal de uitvoeringspraktijk enorm helpen om deze misdrijven aan te pakken”.  

Het verdrag vergemakkelijkt de samenwerking omdat het de noodzakelijke juridische basis levert voor strafrechtelijke samenwerking waar deze er thans niet altijd is, bijvoorbeeld met landen buiten de EU waar internationale misdrijven zijn gepleegd. Tevens zijn er tal van praktische en moderne mogelijkheden tot samenwerking opgenomen die de uitvoeringspraktijk en effectieve samenwerking zullen  vergemakkelijken. Zo kent het verdrag onder meer artikelen over “ Joint Investigation Teams”, slachtoffers, restitutie en confiscatie, informatie-uitwisseling, privacy, video conferencing en diverse opsporingstechnieken.

Na de ondertekening zullen de landen het verdrag moeten ratificeren. Er zijn ten minste 3 ratificaties noodzakelijk voor de inwerkingtreding. België zal optreden als depositaris van het verdrag en Nederland zal de interim secretariaatsfunctie gaan vervullen.