Gemeentenieuws van SZW

Bericht aan Burgemeester en Wethouders en andere belangstellenden. De minister vraagt uw aandacht voor het onderstaande bericht van het Ministerie van SZW.

1. Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

De Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) is bedoeld voor huishoudens die door de huidige omstandigheden te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen, en die daardoor noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen en waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden. Dat geldt bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering, of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen maar geen aanspraak op de Tozo kunnen maken. Maar ook burgers die al in 2020 ingestroomd zijn in een uitkering (WW, Bijstand of Tozo) vanwege de coronacrisis, maar waarvoor de hoogte van de uitkering onvoldoende is om de vaste lasten te betalen, komen in aanmerking voor de TONK. De TONK kan dan voorzien in (gedeeltelijke) tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten en naast de andere regelingen bijdragen om de effecten van de coronamaatregelen te beperken.

Met gemeenten is de mogelijke invulling uitgewerkt. Omdat TONK binnen het juridisch kader van de bijzondere bijstand wordt uitgevoerd en daarmee feitelijk een tijdelijke verruiming van bijzondere bijstand is, kunnen gemeenten ook eigen keuzes maken. Om gemeenten bij de uitwerking te ondersteunen is een handreiking TONK gemaakt.

Uitgangspunt bij TONK is dat de uitvoering zo min mogelijk belast wordt. TONK gaat met terugwerkende kracht gelden van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.

  • De focus ligt op woonkosten. Dat is meestal veruit de grootste kostenpost in een huishouden. Een tegemoetkoming maakt dus al gauw veel verschil. Dat wil overigens niet zeggen dat vergoeding voor andere noodzakelijke kosten niet mogelijk is.
  • Bij aanvragen wordt gekeken of sprake is van onvoorziene en onvermijdelijke terugval vanwege de coronacrisis in het inkomen en naar draagkracht, hetgeen de verhouding betreft tussen het inkomen van het huishouden en de noodzakelijke kosten.
  • Er worden in principe geen normbedragen toegekend. Dat doet recht aan individuele situaties en verschillen tussen gemeenten.
  • De middelen voor TONK (130 miljoen euro) worden in twee tranches via het gemeentefonds beschikbaar gesteld. Verantwoording over de middelen vindt lokaal plaats. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2021 zal op basis van de dan geldende situatie rondom de maatregelen tegen het coronavirus de inzet voor het tweede kwartaal van 2021 worden gewogen.
  • Rijk en gemeenten monitoren door regelmatig overleg en via beschikbaar komende gegevens vanuit het CBS en de Divosa benchmark hoe de implementatie en de uitvoering verloopt om knelpunten te detecteren en zo mogelijk bij te sturen.

Ik wil gemeenten vragen de implementatie snel verder vorm te geven en afhankelijk van de binnen gemeenten geldende lokale regels, een collegebesluit te nemen om de lokale beleidsregels aan te passen, de ICT-ondersteuning (aanvraagformulieren, rekenmodules etc.) aan te (laten) passen en medewerkers voor te bereiden. De handreiking kan hierbij ondersteunen.

De complexiteit en benodigde doorlooptijd voor implementatie verschilt tussen gemeenten. De inzet is dat vanaf 1 maart steeds meer gemeenten hun TONK-loketten zullen kunnen openen. Tot die tijd kan met het reeds beschikbare instrumentarium voorkomen worden dat er schrijnende situaties ontstaan en is er ondersteuning mogelijk als iemand onder het sociaal minimum komt. Met de TONK worden deze mogelijkheden tot ondersteuning verruimd.

2. Tozo: vermogenstoets, terugwerkende kracht en rechtmatigheid

Vermogenstoets en terugwerkende kracht

Het kabinet heeft op 21 januari 2021 in de brief over de uitbreiding van het economisch steun- en herstelpakket bekendgemaakt dat de beperkte vermogenstoets niet wordt ingevoerd voor Tozo 4. Dit zodat ondernemers ook tot 1 juli 2021 zekerheid hebben over adequate inkomensondersteuning. De Tozo AMvB zal hierop worden aangepast.

Verder is het vanaf 1 februari 2021 mogelijk om een Tozo 3-aanvraag in te dienen met terugwerkende kracht tot en met de eerste van de maand voorafgaand aan de aanvraagmaand. Dit betekent bijvoorbeeld dat een aanvraag op 15 februari 2021 terugwerkende kracht kan hebben tot en met 1 januari 2021. Zie voor meer informatie over bovenstaande onderwerpen ook de websites van Divosa en VNG.


Financiële rechtmatigheid

Op de websites van VNG en Divosa is ook het document ‘Controle achteraf, rechtmatigheid en financiële verantwoording Tozo’ geplaatst waarin uitgebreid wordt ingegaan op de rechtmatigheidseisen ten aanzien van Tozo 1, Tozo 2 en Tozo 3. Ook wordt de werking van de Beleidsregel hardheidsclausule Tozo 1 toegelicht. Tot slot wordt uitleg gegeven over de compensatie voor het oninbare deel van vorderingen die voortkomen uit de voorschotten die gemeenten onverschuldigd hebben verleend op aanvragen die voor 22 april 2020 zijn ingediend.

3. Aanpak hardheid Participatiewet en mogelijkheden tot maatwerk

Recente (nieuws-)berichten en het publieke debat leiden tot zorgen over de hardheid in de Participatiewet en de mogelijkheden tot maatwerk. Op 18 januari jl. heeft voormalig staatssecretaris Van ‘t Wout in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven welk proces in gang is gezet om onevenredige hardheden in de Participatiewet op te sporen en zo nodig weg te nemen.

In de brief over fraude in de sociale zekerheid van 12 november 2020 is al aangegeven dat iemand door het maken van een foutje niet direct het stempel fraudeur zou moeten krijgen. Tegelijkertijd is wel een gepaste reactie nodig als burgers de wet willens en wetens overtreden. Er wordt gestreefd naar een balans binnen de gehele sociale zekerheid, waarbij de menselijke maat centraal staat. Daarnaast wordt geïnventariseerd waar regelgeving in de praktijk onevenredig hard uitpakt en wat mogelijkheden zijn om dit te verzachten. Op het terrein van de Participatiewet wordt in ieder geval gekeken naar de terugvorderingsplicht en de omgang met giften.


Samenwerking met gemeenten en belangenorganisaties

Bij de zoektocht naar, en aanpak van, hardheden staat zorgvuldigheid voorop en wordt nadrukkelijk de samenwerking gezocht met gemeenten en belangenorganisaties. Op korte termijn worden daarom drie ronde tafels georganiseerd met gemeenten om input te verzamelen op wat de Rijksoverheid en gemeenten kunnen doen om ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte voor maatwerk is, dat de ruimte wordt herkend, dat duidelijk is hoe van maatwerkruimte gebruik kan worden gemaakt en dat dit ook wordt geboden daar waar nodig, zodat voor de burger daadwerkelijk het verschil wordt gemaakt. De gesprekken worden gevoerd met zowel bestuur, beleid als de uitvoering.

Daarnaast wordt samen met de VNG, de Landelijke Cliëntenraad (LCR) en de Inspectie SZW een Signaleringsteam ingericht om de signalen van burgers en professionals over hardheid van de Participatiewet actief te benutten. De ‘rode draden’ en signalen die uit deze casuïstiek naar boven komen, dienen als input voor noodzakelijke aanpassingen in beleid, regelgeving of de uitvoering.


Aanhouden wetsvoorstel ‘fraudevorderingen’ in de Eerste Kamer

In verband met bovengenoemde acties en gesprekken heeft voormalig staatssecretaris Van ’t Wout in zijn brief 14 januari jl. de Eerste Kamer verzocht de behandeling van het wetsvoorstel ‘Wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets en het beperken van het verbod tot medewerking aan een schuldregeling bij een fraudevordering tot gevallen van opzet of grove schuld’ aan te houden. De overweging van de staatssecretaris was dat het belangrijk is om eerst de gesprekken over de hardheid in de Participatiewet zorgvuldig te voeren en af te ronden. De Eerste Kamer is akkoord gegaan met het verzoek. Het aanhouden van het wetsvoorstel heeft tot gevolg dat op dit moment nog geen duidelijkheid kan worden gegeven met betrekking tot de inwerkingtreding. Dit geldt niet alleen voor de kern van het wetsvoorstel, maar ook voor het door de Tweede Kamer ingebrachte amendement inzake schuldregelingen bij vorderingen in verband met schending van de inlichtingenplicht. Zodra er meer bekend is over de voortgang van het wetsvoorstel en de beoogde inwerkingtredingsdatum, worden gemeenten hiervan op de hoogte gebracht.

4. Recht op een tolk

In eerder onderzoek naar het gebruik van tolkvoorzieningen komt als mogelijk knelpunt naar voren dat mensen die werken in de sociale werkbedrijven in de praktijk deze voorzieningen verschillend, niet of zeer beperkt krijgen aangeboden. Dit wordt als onwenselijk gezien, omdat het mensen onnodig beperkt in hun mogelijkheden om naar vermogen te participeren. Ik roep gemeenten en sw-bedrijven daarom op ruimhartig gebruik te maken van de mogelijkheden die er zijn, en mensen die aangewezen zijn op onder meer tolkvoorzieningen hiermee ook daadwerkelijk te ondersteunen. Vanuit de regelgeving (Wsw) bestaat er geen beperking. De subsidie die gemeenten per Wsw-plek ontvangen, is bedoeld om alle kosten te dekken, indien nodig ook een tolkvoorziening.

Voor mensen die onder werking van de Participatiewet vallen kan bij UWV een tolkvoorziening worden aangevraagd.

5. Positie van mensen met een visuele beperking

Bij Brief van 11 december 2020 heeft voormalig staatssecretaris Van ‘t Wout de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn beleidsvoornemens voor mensen met een visuele beperking uit de gemeentelijke doelgroep. Voormalig staatssecretaris Van Ark heeft de Kamer op 15 november 2019 geïnformeerd over de uitkomsten van de pilot Zichtbaar in Werk die in een aantal arbeidsmarktregio’s is gehouden over de dienstverlening aan mensen met een visuele beperking.

Naar aanleiding van de uitkomsten van de pilot is overleg gevoerd tussen de sector, gemeenten, UWV en het Ministerie. Het gaat om een beperkte, maar kwetsbare groep die veel expertise vergt. Dat is lastig voor individuele gemeenten. Zij krijgen maar een enkele hulpvraag per jaar. Jaarlijks komen circa 240 jongeren met een visuele beperking van school. Daarvan vindt nu slechts een derde duurzaam werk. Conclusie van het overleg was dat het gewenst is de positie van mensen met een visuele beperking te verbeteren. In lijn met het gevoerde overleg is mijn conclusie dat de beste aanpak is om de beoordeling en toekenning van technische voorzieningen voor mensen met een visuele beperking over te dragen aan UWV, op een vergelijkbare manier als bij de tolkvoorziening is gebeurd. Ik ben voornemens de daarvoor benodigde wetswijziging in nauw overleg met de sector, UWV en gemeenten voor te bereiden. Streven is om de wetswijziging op 1 juli 2022 in werking te laten treden. Voorts is aan betrokken partijen gevraagd mijn ministerie in elk geval uiterlijk 1 juli 2021 te adviseren over de vraag op welke wijze een passende en werkbare signaleringsfunctie kan worden vormgegeven, zodat mensen met een visuele beperking tijdig bij gemeenten in beeld komen. Bij de uitwerking van het wetsvoorstel wil ik tot slot vragen of UWV met betrokken partijen een verkenning wil uitvoeren naar de vraag of er behoefte is aan een breed landelijk servicepunt met betrekking tot mensen met een visuele beperking.

6. Tegemoetkoming gemeenten voor implementatie preferent proces loonkostensubsidie

Om het voor werkgevers en gemeenten laagdrempelig en aantrekkelijk te maken om loonkostensubsidie in te zetten, ontwikkelden VNG, Divosa en De Normaalste Zaak (DNZ) vorig jaar het preferente proces loonkostensubsidie. Het ministerie van SZW stelt 1,5 miljoen euro ter beschikking als tegemoetkoming voor gemeenten die het preferente proces loonkostensubsidie gaan implementeren.

DNZ heeft daarvoor een subsidie ontvangen die beschikbaar is in 2021. Bij het vaststellen van de hoogte van het bedrag per gemeente worden twee verdeelsleutels gebruikt. Voor 20% van het totaalbedrag van de subsidie gaat de verdeelsleutel uit van een evenredige verdeling over de deelnemende gemeenten; 80% van het totaalbedrag wordt volgens de BUIG-verdeelsleutel verdeeld. Met het beschikbare budget van 1,5 miljoen euro kunnen circa 300 gemeenten een tegemoetkoming ontvangen.

Gemeenten die aan de slag willen met de implementatie van het preferente proces loonkostensubsidie of meer informatie willen, kunnen terecht bij De Normaalste Zaak (DNZ) via LKS@denormaalstezaak.nl.

7. Financiering loonkostensubsidies op basis van realisaties

Met ingang van januari 2022 ontvangen gemeenten de middelen voor loonkostensubsidies (LKS) op basis van realisaties. Voormalig staatssecretaris Van ‘t Wout heeft zijn besluit om hiertoe over te gaan uitgebreid beschreven in zijn Kamerbrief van december jl.

Op dit moment worden de middelen voor LKS verstrekt via de systematiek van het objectief verdeelmodel bijstand. Knelpunt daarbij is dat gemeenten terughoudend kunnen zijn met de inzet van LKS, met name voor hulpvragers zonder uitkering en mensen met een beperkte loonwaarde. Met financiering op basis van realisaties wordt dit knelpunt opgelost.

Omdat de budgetten voor 2022 en verder worden gebaseerd op de realisaties in eerdere jaren, wordt de inzet van LKS nu relevant voor de verdeling in de komende jaren.

8. Stand van zaken wetsvoorstel Breed Offensief

In het Gemeentenieuws van SZW 2020-9 heeft voormalig staatssecretaris Van ‘t Wout aangegeven gemeenten meer duidelijkheid te geven over de invoering van de herziene studietoeslag in deze Gemeentenieuwsbrief. De behandeling van het wetsvoorstel Breed Offensief (kamerstukken II, 35.394), waar de herziening van de individuele studietoeslag onderdeel van is, is vanwege het Coronavirus vertraagd. Inmiddels heeft de Tweede Kamer besloten het wetsvoorstel niet-controversieel te verklaren. De wetsbehandeling in de Tweede Kamer staat gepland in de tweede week van februari. Vooralsnog is de beoogde datum van invoering 1 juli 2021. In de volgende editie van Gemeentenieuws zal ik u informeren over de uitkomsten van de wetsbehandeling.

9. Klantreis Simpel Switchen van dagbesteding naar (beschut) werk

Als onderdeel van het project Simpel Switchen in de Participatieketen heeft de Programmaraad een klantreisonderzoek uitgevoerd over de overgang van dagbesteding naar (beschut) werk. In dit onderzoek wordt vanuit de werkgever, de consulent en de kandidaat beschreven hoe deze overgang eruit kan zien. Hierin komt naar voren dat een overlapfase tussen dagbesteding en betaald werk helpt om de kans op een succesvolle overstap te maken. Ook het tijdelijk handhaven van de WMO-indicatie en het continueren van de begeleiding dragen eraan bij dat zowel de kandidaat als de werkgever minder koudwatervrees ervaren bij het zetten van de stap van dagbesteding naar (beschut) werk. Het in stand houden van deze WMO-indicatie helpt de kandidaat om makkelijker terug te keren naar de dagbesteding als het betaalde werk toch (even) niet lukt. Dat is een belangrijke doelstelling van het Project Simpel Switchen in de Participatieketen: mensen makkelijker en veiliger overgangen te laten maken. Ook de onlangs opgeleverde verkenning ‘Simpel Switchen op de kaart’ van Movisie en Stimulansz gaat in op de bevorderende en belemmerende factoren bij de overgang van dagbesteding naar (beschut) werk. Via deze link kunt u het webinar terugkijken dat de Programmaraad organiseerde over deze verkenning. Samen met de Minister voor Medische Zorg en Sport werk ik aan een reactie op dit rapport. Meer informatie over het project Simpel Switchen vindt u hier.

10. Doelgroepverklaring LKV ouderen verstrekt door gemeente

Op weg naar een inclusieve arbeidsmarkt stelt de Rijksoverheid financiële instrumenten beschikbaar met als doel werkgevers te stimuleren om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen en te houden. Tot die instrumenten behoren de loonkostenvoordelen op grond van de Wet tegemoetkomingen loondomein. Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de uitvoering van het loonkostenvoordeel (LKV) voor werknemers van 56 jaar of ouder die voorafgaande aan de dienstbetrekking een gemeentelijke uitkering (bijstand, IOAW of IOAZ) ontvingen.

Om in aanmerking te komen voor het LKV ouderen moet de werkgever beschikken over een doelgroepverklaring. Deze doelgroepverklaring wordt door de werknemer (of diens gemachtigde) aangevraagd bij de gemeente van wie hij de uitkering (Participatiewet, IOAW, IOAZ) ontving voorafgaande aan de dienstbetrekking. De gemeente verstrekt de doelgroepverklaring als aan de wettelijke voorwaarden is voldaan.

De gemeente stuurt de doelgroepverklaring vervolgens aan de werknemer of, in het geval van een machtiging, rechtstreeks aan de werkgever. De gemeente dient tevens een hard copy van de doelgroepverklaring naar het UWV te sturen (UWV, Postbus 58015, 1040 HA Amsterdam). Verzuimt de gemeente een kopie naar het UWV te sturen, dan ontvangt de werkgever geen loonkostenvoordeel ouderen. Dat is ongewenst, omdat het LKV ouderen werkgevers stimuleert oudere uitkeringsgerechtigden in dienst te nemen. Het biedt de oudere uitkeringsrechtigde werknemer perspectief op een baan en de mogelijkheid om uit de uitkering te komen. Gemeenten kunnen dit loonkostenvoordeel kosteloos inzetten bij de re-integratie van deze groep. Het LKV ouderen wordt namelijk gefinancierd uit de algemene middelen van de Rijksoverheid.

Meer informatie over het LKV ouderen, de wettelijke voorwaarden en de aanvraagprocedure is te vinden op de websites van VNG en de Rijksoverheid.

11. Ondersteuning bij heroriëntatie voor de zelfstandig ondernemer

Bij de aankondiging van het derde steun- en herstelpakket is aangegeven dat per 1 januari 2021 zelfstandig ondernemers ondersteuning kunnen krijgen bij heroriëntatie op een ander verdienmodel of een baan in loondienst. Dit kan bijvoorbeeld gaan om coaching, advies, bij- of omscholing. De financiering hiervan loopt grotendeels via de budgetten voor de crisisdienstverlening in de arbeidsmarktregio. In de Decembercirculaire gemeentefonds 2020 is dit nader toegelicht. Doel hiervan is de dienstverlening vanuit de verschillende partijen in de arbeidsmarktregio voor de zelfstandige beschikbaar te maken en het voor gemeenten te vergemakkelijken om samen te werken bij de uitvoering. Voor de zelfstandig ondernemer zal in ieder geval op het niveau van de arbeidsmarktregio een aanbod beschikbaar moeten zijn.

Gemeenten kunnen er echter ook voor kiezen om de hulp bij heroriëntatie zelf op te pakken. U kunt hiervoor putten uit het crisisbudget dienstverlening P-wet (in Gemeentenieuws van SZW 2020-9, onderdeel 2 bent u hierover geïnformeerd) en er volgt nog een decentralisatie-uitkering (via de meicirculaire) van € 6,5 miljoen voor aanvullend maatwerk. De voorgenomen verdeelsleutel hierbij is die van het aantal Tozo 2 gebruikers in de gemeente.

In de afgelopen maanden zijn gemeenten aan de slag gegaan met het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoefte van ondernemers en het ontwikkelen van aanbod. SZW, VNG en Divosa hebben dit gefaciliteerd. Per arbeidsmarktregio is gesproken over de samenwerking tussen de Bbz-uitvoering en de andere partijen binnen de gemeenten en arbeidsmarktregio, over het huidige aanbod en ideeën om dit aanbod te vergroten. Hierbij is informatie verstrekt over het landelijk aanbod vanuit zowel EZK als vanuit SZW. In de eerste maanden van 2021 ondersteunen VNG, Divosa en de Programmaraad de arbeidsmarktregio’s verder met onder andere een handreiking, webinars en goede voorbeelden die gedeeld worden via de website www.samenvoordeklant.nl. Het startschot hiervoor is gegeven tijdens het webinar van VNG en partners op 28 januari. Meer informatie en terugkijken kan via de site van VNG.

12. Landelijk Maatwerkloket Multiproblematiek helpt gemeenten sneller bij inwoners in de knel

Helaas doen zich situaties voor waarbij inwoners niet snel genoeg geholpen kunnen worden omdat zij klem zitten tussen de regels van verschillende instanties en daarbij in een neerwaartse spiraal terecht komen of dreigen te komen. Dat is uiteraard zeer onwenselijk. Als gemeente is dit soms niet alleen op te lossen. Ook lokale of regionale escalatie is niet altijd genoeg, zo blijkt in de praktijk. Daarom stelt het Rijk, na een geslaagde proefperiode, het Landelijk Maatwerkloket Multiproblematiek (LMM) open voor alle gemeenten en landelijke uitvoerders. Dit loket helpt zo vastgelopen multiprobleemsituaties weer vlot te trekken.

Als redelijkerwijs alles in het werk is gesteld om de situatie lokaal en regionaal op te lossen, maar dat niet is gelukt, kunnen gemeenten een beroep doen op het Maatwerkloket. Achter het loket bundelen zich zes ministeries en diverse landelijke uitvoeringsorganisaties. Het Maatwerkloket helpt met concrete maatregelen en instrumenten, zoals het Maatwerkregister, het Landelijk Escalatie Team en de overbruggingsprocedure.

Meer weten over het Maatwerkloket en hoe gemeenten zich kunnen aansluiten? Kijk op www.maatwerkmultiprobleemhuishoudens.nl. Hier kunt u zich ook aanmelden voor de nieuwsbrief en voor de eerstvolgende online informatiebijeenkomst.

13. Tegemoetkoming eigen bijdrage ouders gemeentelijke regeling kinderopvang

Op 16 december 2020 is de kinderopvang gesloten, net als in het voorjaar van 2020. Ouders zijn hierbij wederom verzocht de gehele factuur door te blijven betalen, net als in het voorjaar. Ook als zij op dit moment niet van kinderopvang gebruik kunnen maken. Ouders worden door de overheid tegemoetgekomen in deze kosten. Deze tegemoetkoming is vergelijkbaar met de eerdere regelingen en er wordt onderscheid gemaakt tussen 3 groepen: ouders met kinderopvangtoeslag (zij krijgen een tegemoetkoming via de SVB), ouders zonder enige overheidsvergoeding (zij krijgen ook een tegemoetkoming via de SVB) en ouders die gebruik maken van een gemeentelijke regeling.

Voor deze laatste groep wordt gemeenten weer gevraagd om de tegemoetkoming voor de eigen bijdrage te organiseren. Het gaat dan om ouders die hun kinderen gebruik laten maken van het gemeentelijke aanbod van voorschoolse educatie (VE), het kortdurend peuteraanbod, of sociaal medische indicatie (SMI).

Gemeenten zullen opnieuw middelen ontvangen om ouders die van een gemeentelijke regeling gebruik maken een tegemoetkoming te geven. Deze tegemoetkoming is voor de eigen bijdrage die voor de kinderopvang doorbetaald wordt in de periode dat de kinderopvang gesloten is. De dagopvang en gastouderopvang openen 8 februari weer, de buitenschoolse opvang blijft nog dicht. Het is op dit moment niet duidelijk hoe lang deze sluiting zal duren. Het definitieve bedrag dat gemeenten zullen krijgen, zal daarom nog bekend gemaakt worden. Gemeenten krijgen dit geld, net als in 2020, via een eenmalige ophoging van de decentralisatie-uitkering voorschoolse voorziening peuters. De verdeling van het toegevoegd bedrag vindt plaats naar rato van het aandeel van iedere gemeente in de decentralisatie-uitkering Voorschoolse voorziening peuters voor het jaar 2020. Meer informatie over de regeling in het voorjaar 2020 is hier te vinden.

14. Geslaagd congres over aanpak zorgverzekeringsschulden bij jongeren

Donderdag 3 december 2020 organiseerde Zorgverzekeringslijn het congres ‘Een schuldenvrije toekomst voor jongeren. Begin met de zorgverzekering!’ Het was een geslaagd onlinecongres met ruim 700 deelnemers. De opname en de presentaties van het congres kunnen worden bekeken op de congrespagina.

Te gast was onder andere schuldhulpverlener van het jaar John Wildenberg. Hij ontwikkelde een innovatief spel dat jongeren bewust maakt van het effect van schulden. Ook vertelde een ervaringsdeskundige hoe zij het leven met schulden ervaart. Daarnaast ging de dagvoorzitter met VWS, CAK en de gemeente Haarlem in gesprek om te laten zien hoe dataverrijking ingezet kan worden om kwetsbare jongeren tijdig in beeld te krijgen. Ook te gast waren vertegenwoordigers van zorgverzekeraar VGZ en de Belastingdienst.

Zorgverzekeringslijn ondersteunt gemeenten bij de aanpak van zorgverzekeringsschulden. Een achterstand van de zorgpremie is voor gemeenten een belangrijke schuld om mee aan de slag te gaan. Gemeenten kunnen bij Zorgverzekeringslijn een rapportage van wanbetalers van de zorgverzekering opvragen. Hier vindt u meer informatie.

15. Subsidieregeling Perspectief voor de Jeugd met Maatschappelijke Diensttijd (MDT) tijdens de coronacrisis

Jongeren hebben het zwaar tijdens de coronacrisis. Eenzaamheid, onderwijsachterstanden, gebrek aan stageplekken, werkloosheid, schulden en stress liggen op de loer. In overleg met gemeenten heeft het kabinet daarom 58,5 miljoen euro vrijgemaakt ter ondersteuning van jongeren in coronatijd. Het bedrag is bedoeld om de dialoog met jongeren te starten, activiteiten te organiseren, voor jongerenwerk en om extra aandacht te geven aan de mentale weerbaarheid van jongeren. Vanuit dit Jeugdpakket is € 15 miljoen beschikbaar gesteld voor gemeenten om maatschappelijke activiteiten te organiseren voor jongeren. Gemeenten kunnen subsidie aanvragen, in samenwerking met organisaties die maatschappelijke diensttijd (MDT) aanbieden aan jongeren.

Meer informatie over de subsidieregeling: Perspectief voor de jeugd met MDT. Meer over MDT: www.doemeemetmdt.nl. Bekijk ook de video Wat is MDT.