Toespraak staatssecretaris Van Ooijen bij herdenking bombardement op Nijmegen

Toespraak van staatssecretaris Van Ooijen (VWS) bij herdenkingsmonument 'De Schommel' in Nijmegen op 22 februari 2024. Het gesproken woord geldt.

Beste overlevenden, beste nabestaanden, beste mensen,

Het is 22 februari 1944. Carnavalsdinsdag. In de katholieke Petrus Canisiuskerk hier vlakbij is het veertigurengebed net begonnen. 

Buiten is het stralend weer. Zonnig maar koud. Het is oorlog, en tegelijkertijd een dag als alle andere. Mensen vertrekken naar hun werk, nemen de tram naar de stad voor een boodschap. Kinderen lopen naar school. Er is volop leven op straat. Misschien komt het door carnaval. Misschien ruiken mensen de naderende lente. Of misschien is het de hoop op bevrijding, want al 2 dagen vliegen de vliegtuigen van de geallieerden over de stad richting Duitsland.

De 3-jarige Jopie Gerrits is die ochtend aan het treuzelen. Net als elke dag zou hij met zijn 2 jaar oudere zus Addy naar de montessori-kleuterschool lopen. Van hun huis op de Stikke Hezelstraat naar de plek waar wij nu met elkaar samen zijn. 

Maar Jopie heeft geen zin. Hij klaagt over buikpijn en wil liever thuisblijven.

'Kom nou Jopie,' zegt hun moeder. 'Ga maar gewoon met Addy mee. Het zal fijn zijn als je er eenmaal bent.' Een gesprekje zoals ook ik die bijna dagelijks thuis voer. 

En dus vertrekken Addy en Jopie naar school. Langs het stadhuis. Jopie klimt de trappen op, zoals altijd. Addy houdt hem goed in de gaten en wacht geduldig. 

Tegen half 9 komen zij aan bij het schooltje. Jopie is al bijgetrokken, hij heeft er zin in. Als het 1e luchtalarm gaat spelen de kinderen buiten. ‘Naar binnen, naar binnen’ roepen de zusters. 

Het sein veilig is net gegeven als de vliegtuigen terugkomen. En dan gaat het snel. Om 13.28 uur wordt het gitzwart in Nijmegen. 144 zware bommen van 500 pond en nog eens 71 clusterbommen vallen als een regen over de stad. 

De luchtdruk slaat de kinderen en zusters tegen de grond. Het wordt donker. En dan is het stil. De school is vol getroffen. 

Addy is even weggeweest, maar als ze bij kennis komt blijft ze roepen. ‘Jopie! Jopie! Jopie!’ Er komt geen antwoord. Er zal nooit een antwoord komen.

Jopie zat aan tafel zijn boterham te eten als de bommen inslaan. Hij heeft geen schijn van kans. Net als 23 klasgenootjes en 8 zusters. 

Addy staat in de gang. Ze wordt gered uit de brandende school. Ze zit nog uren op de stoep te wachten op haar broertje. Later wordt van Jopie alleen een schoen gevonden.

Wie die dag overleefde, zou de gruwelijkheden nooit vergeten. Honderden gezinnen verloren een vader, een moeder of een kind. Veel mensen verloren een huis. En maar enkele maanden later, vanaf september 1944, kwam Nijmegen tijdens de bevrijding in de frontlinie te liggen. Met ook toen vele burgerslachtoffers en grote schade voor de stad.

Veel Nijmegenaren hebben hun trauma’s lange tijd in stilte moeten verwerken. Mensen werden geacht niet te praten over het bombardement door een bevriende natie. Terwijl het leed zo groot was, misschien juist omdat dit ons aangedaan werd door de geallieerden.

Het bombardement op Nijmegen is 80 jaar geleden, maar het monument waar wij hier met elkaar zijn is krap 24 jaar oud. Het gebrek aan erkenning was lange tijd groot. Door de toenmalige regering, en ook jarenlang daarna. Wij zijn te lang stil geweest. Maar vele Nijmegenaren hebben zich hard gemaakt om toch te blijven herinneren. Dankzij hen staan wij hier vandaag.

Ook in het gezin van Addy is het altijd belangrijk geweest om over Jopie te praten. Haar moeder noemde Jopie bijna dagelijks bij het dekken van de tafel. Door zoiets kleins, mocht hij er zijn. Mocht het verdriet er zijn. 

Addy sprak hier 5 jaar geleden. U heeft haar kunnen horen in een podcast en kunnen zien in een documentaire. Addy blijft haar verhaal vertellen. Keer op keer. Zodat niet alleen haar kleinkinderen, maar hele schoolklassen zich kunnen verbinden met haar geschiedenis. 

Dat doet ook Ria Roosendaal-Martens, die zo nog aan het woord komt. De boodschap die Addy wil doorgeven is: vrijheid is niet vanzelfsprekend. Neem het niet voor lief. 

En dat is ook waarom ik haar verhaal vandaag vertel. Vrijheid is niet gratis. Zeker niet in tijden als deze. De oorlog in Oekraïne en de oorlog in Gaza maken dat pijnlijk duidelijk. Gaza en ook Oekraïne zijn ver van hier. Maar het laat zien hoe dun de lijn van vrede naar oorlog kan zijn. En hoe groot het menselijk leed is als er bommen vallen.

In onze samenleving is het steeds normaler om onze verschillen te benadrukken. We zijn minder geneigd er met elkaar uit te komen. Terwijl we elkaar juist in onzekere tijden zouden moeten opzoeken. Ons meer in elkaar zouden mogen verplaatsen. En kijken naar wat ons verbindt in plaats van wat ons verdeelt. 

We moeten onze vrijheid blijven koesteren. En er alert op blijven dat de geschiedenis zich niet herhaalt. Want alleen op die manier doen we recht aan alles wat de mensen in Nijmegen hier 80 jaar geleden verloren.

Dank u wel.