Toespraak minister Brekelmans bij ondernemersevent ‘Maken aan Morgen’
Beste ondernemers, bestuurders, innovators, partners,
Goedemiddag – mooi om hier weer te zijn.
Telkens als ik hier ben voel ik het weer: in deze productiehallen hangt de geest van vernieuwing.
Van innovatie én industrialisatie.
Van snelheid én schaal.
Precies díe combinatie die Defensie nú nodig heeft.
In de lente spraken Defensie en VDL af om samen te werken voor defensieproductie, en tekenden Willem van der Leegte en ik een intentieverklaring.
In de zomer tekenden we het huurcontract voor de productiefaciliteiten.
En nu in de herfst worden de drones al geproduceerd.
Normaal is dit alles een kwestie van jaren, maar hier in Born een kwestie van maanden.
Dat heeft te maken met kwaliteit, met ondernemerschap, maar zeker ook met durf.
Ik wil iedereen die hierbij betrokken is dan ook enorm bedanken.
De mensen bij VDL, de partnerbedrijven, de provincie Limburg, de gemeente, en natuurlijk onze eigen mensen bij Defensie.
Alle betrokkenen hebben hun nek uitgestoken om dit mogelijk te maken.
En met tot nu toe een geweldig resultaat, veel sneller dan ik in de lente had durven dromen.
Maar we zijn deze reis pas net met elkaar begonnen.
Vele bedrijven hebben interesse om hier samen met VDL te produceren.
Op 6 oktober tekende ik hier de contracten met Milrem Robotics en Tulip Tech, en een intentieverklaring met DeltaQuad.
De staatssecretaris tekende onlangs een contract in de Verenigde Staten, hij zal daar zo meteen zelf meer over zeggen.
Drones, batterijsystemen, onbemande voertuigen – binnenkort rollen ze hier van de band.
En er is potentie voor veel meer productie.
Ik noem VDL het nieuwe vlaggenschip van de Nederlandse defensie-industrie.
Dat is goed nieuws voor Defensie, goed nieuws voor Nederland en Europa, maar zeker ook goed nieuws voor Limburg.
Hier ontstaan nieuwe banen, wordt geinnoveerd, en wordt onze industrie sterker en productiever gemaakt.
En daar mogen we trots op zijn.
We hebben elkaar ook hard nodig om dit voor elkaar te krijgen.
Daarom is het zo mooi dat we hier vandaag met veel méér mensen zijn.
Als Brabander zeg ik dat Limburgers erom bekend staat een hechte gemeenschap te zijn, elkaar te helpen, samen de schouders eronder te zetten.
Dat is precies de mentaliteit die past bij Defensie.
En die we als Defensie keihard nodig hebben in ons land.
Kortom, Defensie heeft u keihard nodig.
U weet waarom.
De dreiging in de wereld groeit en het geweld komt steeds dichterbij.
De Russische oorlog in Oekraïne gaat alsmaar verder – met intense gevechten aan de frontlinie, massale luchtaanvallen en steeds grotere aantallen drones.
Er wordt internationaal gesproken over ‘vrede’, maar de realiteit is dat het einde van de oorlog nog niet in zicht is.
Ik was zelf 2 weken geleden nog in Oekraïne.
In Kyiv en Odesa, vlak na een grote golf van luchtaanvallen.
Rusland schakelt heel gericht de energie-infrastructuur uit.
Hierdoor gaat Oekraïne de zwaarste winter tot nu toe tegemoet.
Voor de vierde winter op rij, zonder een positief einde in zicht.
Maar de Oekraïnersblijven vastberaden om door te strijden.
Voor hun land, voor hun kinderen, en voor de veiligheid van de rest van Europa.
En wij moeten en kunnen hen daarbij helpen.
Zeker ook hier, met de productie en innovatie in Born.
Naast Oekraïne, komt de Russische dreiging steeds dichterbij.
Poetin produceert nu al meer wapens en materieel dan dat hij in Oekraïne nodig heeft.
Rusland wil in 2030 klaar zijn voor een grootschalige confrontatie met de NAVO.
Daarnaast zien we dat Rusland nu al meer risico neemt.
Russische drones schenden het Europese luchtruim.
Russische gevechtsvliegtuigen vliegen boven NAVO-grondgebied.
En onbekende drones cirkelen boven luchthavens, miltaire oefeningen en vitale infrastructuur.
Voor het eerst in de geschiedenis heeft de NAVO boven eigen grondgebied doelwitten uitgeschakeld.
Het waren onze eigen F35-vliegers in Polen die shahed-drones uit de lucht haalden.
Maar ook in cyberaanvallen, sabotage en spionage zien we een steeds brutaler patroon.
Of we het willen of niet: vrede is niet langer vanzelfsprekend.
We leven in een grijze zone, het schemergebied tussen oorlog en vrede.
De enige manier om vrede tegen een agressor te bewaken, is door af te schrikken.
Door te laten zien dat je voldoende militaire capaciteiten hebt, waardoor het geen zin heeft om de confrontatie aan te gaan.
Internationaal wordt vaak gezegd: ‘peace through strength’.
Vrede door kracht.
En kracht betekent vastberadenheid, betekent samenwerking, en betekent voldoende militaire middelen.
En dáár komt u in beeld.
Want die militaire middelen komen nu voor een aanzienlijk deel uit bekende defensielanden, zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.
Maar zeker óók uit Nederland.
De Nederlandse industrie levert technologie van wereldklasse.
Radars en sensoren.
Fregatten en satellieten.
Robots, drones, cyber- en AI-systemen.
Vliegtuigonderdelen, ruimtevaartcomponenten – allemaal hier gemaakt, door Nederlandse vakmensen.
Met zo’n 1000 defensiebedrijven zijn we een speler van formaat.
Maar belangrijker nog: we hebben de innovatiekracht, de kennis en de ambitie om verder te groeien.
De kansen liggen er.
Vorige week nog berekende adviesbureau PWC dat in de komende 5 jaar maar liefst 3400 Nederlandse maakbedrijven van de groei van de internationale defensie-uitgaven kunnen profiteren.
Dat betekent dat onze defensie-industrie kan verdubbelen of zelfs nog groter worden.
De vraag is: hoe dan?
Hoe zorgen we dat zowel wij als Defensie maar ook andere landen die miljarden in Nederland investeren en onze maakindustrie versterken?
In de eerste plaats gaat het over opschalen.
Veel groei kan komen van bedrijven die nu nog alleen voor de civiele markt produceren.
Ik roep daarom alle maakbedrijven in Nederland op – groot en klein: kijk nog eens goed naar uw product.
Naar uw machines, uw componenten, uw technologie.
Met een kleine aanpassing en nieuwe blik kan datzelfde product misschien morgen al bijdragen aan de kracht van onze krijgsmacht.
Ten tweede: Nederlandse bedrijven zijn vaak toeleveranciers.
Het gros van onze defensiemarkt bestaat uit MKB-bedrijven die bijvoorbeeld elektronica installeren of metaal bewerken.
Dat is geen zwakte, dat is onze kracht.
Maar het betekent wél dat buitenlandse fabrikanten ons moeten weten te vinden.
En dat vraagt iets van u, van ons allemaal.
Het vraagt dat we de samenwerking met die internationale defensiebedrijven actief opzoeken.
Het vraagt dat u internationaal laat zien wat u maakt, wat u kunt, wat u toevoegt – zowel in Europa als in de VS.
Maar laten we ook zorgen dat wij als Defensie en u elkaar weten te vinden.
We kunnen elkaar helpen om onszelf internationaal sterk te positioneren.
Daar spelen de staatssecretaris en ik graag een actieve rol in.
Hier in Born laten we zien, Defensie en bedrijven hebben niet langer simpelweg een relatie van klant en leverancier.
We zijn nauwe partners, die intensief samenwerken en elkaar versterken.
We bundelen onze krachten, delen risico’s en vorm clusters van toeleveranciers.
Niet alleen concurreren, maar vooral samenwerken – de taart, of de Limburgse vlaai, is groot genoeg voor iedereen.
Dames en heren,
Elke keer als ik Oekraïne bezoek, ben ik diep onder de indruk.
Van de wreedheden die de Oekraïners ervaren, en van de moed en het doorzettingsvermogen.
Maar ik ben zeker zo onder de indruk van de innovatiekracht.
2 weken geleden bezocht ik ook twee commandocentra, van waaruit Oekraïne drones bestuurt.
Zowel om Russische aanvallen aan de frontlinie af te slaan, als inkomende drone-aanvallen te onderscheppen.
Ze houden daar met een heel ingenieus systeem precies bij welke eenheden het meest effectief zijn en welke drones ze daarvoor gebruiken.
En vervolgens gebruikt de industrie deze informatie om drones door te ontwikkelen en op grote schaal te produceren.
Dat gaat dag en nacht door, 7 dagen per week.
Oekraïne vecht niet alleen tegen een veel grotere vijand, het bouwt tegelijk een hypermoderne defensie-industrie.
Een voorbeeld waar wij in Europa, in Nederland én hier in Limburg, veel van kunnen leren.
Met een tiran als Poetin als Oosterbuur is onze enige optie: vrede door kracht.
Geloofwaardige afschrikking is ons sterkste wapen.
De kracht en creativiteit van onze eigen maakindustrie is daarbij onmisbaar.
Limburg heeft een bewezen trackrecord als motor van innovatie en productie.
Laten we die motor ook inzetten voor iets groters: de veiligheid van Nederland en Europa.
Veiligheid en afschrikking beginnen in dit soort hallen, in kennisinstellingen en laboratoria.
Hier bouwen we aan de kracht, de vrijheid en veiligheid van Europa.
Op een manier die ook onze economie en samenleving sterker maakt.
Dank u wel.