Verzoek om 90.000 opvangplekken voor vluchtelingen uit Oekraïne voorlopig ongewijzigd

Op dit moment is de instroom van vluchtelingen uit Oekraïne lager dan in de prognose voor 2023 verwacht werd. Hierdoor blijft de gestelde inspanningsverplichting aan veiligheidsregio’s en gemeenten voor nu ongewijzigd. We vragen de veiligheidsregio´s en gemeenten daarom ook na 1 juli toe te blijven werken naar 90.000 opvangplekken. De situatie in Oekraïne blijft onvoorspelbaar, waardoor we rekening moeten blijven houden met een onverwachte verhoging van de instroom.

Eind 2022 deed staatssecretaris Van der Burg van Justitie en Veiligheid een verzoek aan veiligheidsregio´s en gemeenten om per 1 juli 2023 90.000 opvangplekken voor vluchtelingen uit Oekraïne te realiseren. Dit aantal opvangplekken is gebaseerd op de prognose voor de instroom voor 2023 die begin dit jaar is afgegeven.

Prognose

Omdat de daadwerkelijke instroom lager ligt dan verwacht, wordt de prognose van eerder dit jaar herijkt en kijken we of er aanleiding bestaat de opvangopgave aan te passen. Eind augustus zijn de uitkomsten hiervan bekend en worden veiligheidsregio’s en gemeenten hierover geïnformeerd.

Instroom

Op dit moment staan er bijna 95.000 vluchtelingen uit Oekraïne ingeschreven in de gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP). Ruim 76.000 van hen verblijven in gemeentelijke opvanglocaties. Er is nog steeds sprake van een gestage instroom van vluchtelingen en de verwachting is dat er ook de komende periode nog steeds vluchtelingen uit Oekraïne naar Nederland komen. Zeker nu het conflict langer voortduurt. We blijven daarom aan veiligheidsregio´s en gemeenten vragen om voor nu toe te blijven werken naar 90.000 opvangplekken.