Aantal aanvragen saneringsregeling visserijkotters valt lager uit

Het aantal vissers dat daadwerkelijk heeft besloten zijn kotter te laten slopen om gebruik te kunnen maken van de saneringsregeling valt een stuk lager uit dan de 72 aanvragen die eerder zijn goedgekeurd. Uit de definitieve cijfers blijkt dat voor 54 kotters gebruik wordt gemaakt van de saneringssubsidie. Hierdoor zal de daling van de aanvoer van Noordzeevis door de Nederlandse visserijvloot vermoedelijk ook minder zijn dan is berekend.

Dat valt af te leiden uit de definitieve aanvragen voor de saneringsregeling en een scenario-analyse van Wageningen Economic Research (WEcR), in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Om voor de saneringssubsidie in aanmerking te komen, hadden ondernemers tot 31 juli de tijd om de procedure te doorlopen. Een van de voorwaarden is dat zij hun schip hebben gesloopt of onklaar gemaakt. RVO controleert de komende weken of de aanvragers aan alle voorwaarden hebben voldaan.

Toekomstperspectief

De sanering van de visserijvloot is een gevolg van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Daardoor is Nederland een aanzienlijke hoeveelheid visquota kwijtgeraakt. Om de visserijvloot weer in balans te krijgen met de huidige visquota konden vissers die werden geraakt door de Brexit gebruik maken van de saneringsregeling. In totaal kwamen 146 Nederlandse visserijschepen daarvoor in aanmerking. Het overgrote deel bestaat uit kotters die op platvis, zoals tong en schol vissen.

De sector verkeert al langere tijd in economisch zwaar weer en staat bovendien voor een enorme opgave om de omslag te maken ecologisch duurzame en economische rendabele visserij. Minister Piet Adema van LNV heeft al diverse regelingen opengesteld die de sector financieel ondersteunen. Verder komen er verduurzamings- en innovatieregelingen beschikbaar en werkt de minister aan een visie op voedselwinning uit zee en grote wateren die het toekomstperspectief schetst voor de voedselwinning uit zee en grote wateren.

Piet Adema, minister van LNV: 

“Nederland is van oudsher verbonden aan de visserij. Dat moeten we koesteren. De visserijvloot van de toekomst zal wel anders zijn: kleiner en gericht op duurzame vangsttechnieken, zodat de sector ook weer economisch gezond wordt. Dit vraagt om ondernemerschap van vissers en een helder toekomstperspectief over voedselwinning op zee vanuit de overheid. Ik hoop die toekomstvisie op korte termijn te kunnen presenteren.”

Scenariostudies kottervisserij

Om de sociaal-economische impact van de kottersanering in kaart te brengen, heeft WEcR diverse scenario’s onderzocht voor de visserijsector, de visketen en de visserijregio’s. Hierbij is gekeken naar de historische activiteit (2018-2021) van de 71 geregistreerde vaartuigen die op 1 april 2023 een goedgekeurde aanvraag hadden en gevarieerd met het aantal vissers dat daadwerkelijk van de regeling gebruik zou maken. Overigens is na de start van het onderzoek nog een schip in aanmerking gekomen voor de saneringssubsidie, waardoor het eindtotaal 31 juli op 72 schepen is gekomen.

Het scenario met de meeste effecten, waarbij alle 71 schepen in het onderzoek worden gesaneerd en resterende vissers hun inspanningen niet verhogen, leidt tot een afname van de visaanvoer met 63% voor tong, 62% voor schol en 29% voor kabeljauw.

Het minste effect heeft het scenario waarbij 80% van de 71 vissers wordt gesaneerd en de resterende vissers hun visserij-inspanningen verhogen. Dit leidt tot een afname van de aanvoer van 32% voor tong, 31% voor schol en 15% kabeljauw. Omdat nu blijkt dat minder schepen daadwerkelijk gebruik willen maken van de saneringsregeling dan in de scenario’s is onderzocht, zullen de gevolgen voor de aanvoer vermoedelijk kleiner zijn dan is berekend voor WEcR.

Visserijketen

Uit het onderzoek blijkt dat ook de rest van de visketen en visserijgemeenschappen gevolgen ondervinden van de afname van de aanvoer van Noordzeevis, zowel sociaal, economisch als cultureel. Demissionair minister Adema stelde onlangs al € 30 miljoen beschikbaar om de keten en gemeenschappen perspectief te bieden en zich aan te passen aan de veranderingen in de sector. Het Bestuurlijk Platform Visserij stelt in overleg met de betrokken partijen en het ministerie van LNV een Visserij ontwikkelplan op.