Speech minister Paul Nationale Chanoekaviering op de Dam

Toespraak van minister Paul (SZW) bij de Nationale Chanoekaviering op de Dam. Deze vond plaats op 21 december 2025 op de Dam in Amsterdam.

Beste aanwezigen,
Rabbijn Menachem Evers,

Wat mooi om te zien hoeveel mensen hier vandaag naartoe zijn gekomen.
En wat een eer om hier te mogen spreken.
Mijn dank daarvoor.

Lieve mensen,

Als je ’s nachts naar de hemel kijkt,
op een onbewolkt moment,
dan zie je heel veel zwart
en maar heel weinig wit.
Maar niemand heeft oog voor al dat zwart;
iedereen kijkt naar de sterren, de planeten en de maan.
Naar alles wat licht geeft
in die onmetelijke duisternis.

Vandaag doen we dat ook.
Zoals elk jaar,
tijdens acht dagen Chanoeka.
Met elke dag een extra kaarsje,
of een extra olielampje,
op de chanoekia, 
totdat ze op de achtste dag allemaal branden.

Het is het feest van de lichtjes.
Lichtjes die ons vrolijk maken, en ons hoop geven.
Maar vandaag is het heel moeilijk om de duisternis niet te zien.

We hebben allemaal ontzet en vol ongeloof gekeken
naar het nieuws over de brute aanslag op Joden in Sydney.
Over terroristen die het vuur openden op onschuldige mensen 
die op een strand het begin van Chanoeka wilden vieren. 

Maar ook in Sydney waren er lichtjes.
Ahmed al Ahmed, de fruitverkoper die met gevaar voor eigen leven één van de terroristen wist te ontwapenen.
Hij is een lichtje.

Net zoals Boris en Sofia Gurman,
een ouder echtpaar dat een van de terroristen al probeerde te overmeesteren toen hij uit zijn auto stapte.
Ze moesten het met hun leven bekopen.
Zij waren ook lichtjes.

Iedereen die opstaat tegen antisemitisme,
is een lichtje.
Dat geldt ook voor u, hier, vandaag.
Simpelweg door hier te zijn,
maakt u van het lichtjesfeest een vuist tegen haat.

Ik weet dat er onder u mensen zijn
die voor het eerst Chanoeka vieren.
Die hebben gereageerd op de oproep van Chanan Hertzberger
aan Joodse én niet-Joodse Amsterdammers 
om deze viering bij te wonen.
Om te laten merken dat we samen sterk staan.

En er zijn nog veel meer niet-Joden die deze week
thuis een kaarsje hebben aangestoken –
en daarvan een foto online hebben gezet.
Als teken van solidariteit.

Dat vind ik mooi, dat sterkt mij in mijn geloof
dat de goeden nog altijd in de meerderheid zijn.
Dat zei ik vorige maand nog, 
tijdens de Nationale Kristallnachtherdenking,
en dat zeg ik vandaag weer. 

Als je ’s nachts naar de hemel kijkt,
dan kijk je naar de sterren en niet naar de duisternis
– daar begon ik zojuist mee.

En vandaag doen we eigenlijk hetzelfde.
We steken straks acht kaarsen aan,
voor acht dagen Chanoeka.
En dan kijken we samen naar het licht,
en niet naar de duisternis.

Die kaarsen blijven branden tot ze vanzelf uitgaan.
Dan is hún licht gedoofd,
maar hoop ik dat u 
het licht dat u zag
meeneemt.

Want licht geeft ons hoop,
maakt ons warm,
laat ons dromen,
laat ons veilig voelen.

We klampen ons vast aan licht,
want dat is waar alles mee begint.
Niet voor niets zei God:
‘Er zij licht.’ En er was licht.
Dat is hoe de schepping van orde uit chaos begon.

Ik wens u een vrolijk Chanoeka.

Chag chanoeka sameach.