Wetsvoorstel aanscherping taakstrafverbod naar Raad van State

Handhavers en hulpverleners moeten veilig en ongehinderd hun werk kunnen doen.  Wanneer ze worden geconfronteerd met agressie en geweld tijdens het werk kunnen ze niet terugtreden. Een taakstraf is daarom geen passende straf bij mishandeling van personen die zijn belast met het verlenen van acute hulp of met de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde. Daarom heeft het kabinet besloten om het taakstrafverbod in het Wetboek van Strafrecht uit te breiden. Ook worden een drietal wijzigingen aan het taakstrafverbod doorgevoerd naar aanleiding van knelpunten die in de rechtspraktijk zijn geconstateerd. Het voorstel gaat nu naar de Raad van State voor advies.

Minister Van Oosten van Justitie en Veiligheid: “Het is absoluut onacceptabel dat handhavers en hulpverleners te maken krijgen met geweld terwijl zij zich bezighouden met onze veiligheid en gezondheid. Voor daders die zich schuldig hebben gemaakt aan dit soort schandalige acties is enkel een taakstraf geen passende straf. Met de uitbreiding van het taakstrafverbod leggen we wettelijk vast dat mishandeling van hulpverleners en handhavers onacceptabel is.”

Met dit voorstel wordt het bestaande taakstrafverbod verruimd naar gevallen van geweld begaan tegen ambtenaren met een politietaak, medewerkers van de brandweer en medewerkers in de gezondheidszorg die acute zorg verlenen, zoals ambulancemedewerkers. Daarnaast wordt expliciet in de wet vastgelegd dat, daar waar het taakstrafverbod van toepassing is, ook geen geldboete kan worden opgelegd. Het wordt mogelijk om wel een taakstraf op te leggen indien deze wordt gecombineerd met een geheel of gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf. Tot slot wordt een hardheidsclausule ingevoerd waardoor de rechter in uitzonderlijke gevallen mag afwijken van het taakstrafverbod bij recidive van relatief lichtere feiten. Bij ernstige gewelds- en zedendelicten kan vanzelfsprekend ook in de toekomst niet enkel een taakstraf worden opgelegd.

Vervolg

Het voorstel gaat nu naar de Raad van State voor advies. Daarna zal het eerst voor behandeling worden aangeboden aan de Tweede Kamer en bij instemming vervolgens aan de Eerste Kamer.