Antibioticaresistentie in de veehouderij

Net als bij mensen kunnen bacteriën bij dieren resistent worden tegen antibiotica. Dit betekent dat deze bacteriën minder of zelfs helemaal niet meer gevoelig zijn voor antibiotica. Deze resistente bacteriën kunnen zich ook verspreiden naar mensen. Dan werken antibiotica mogelijk ook niet meer goed bij mensen. Daarom zijn er strenge regels voor het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

Minder antibiotica

Het antibioticumgebruik in de Nederlandse veehouderij was vrij hoog, vergeleken met andere Europese landen. De Rijksoverheid heeft besloten het antibioticumgebruik te beperken. Voor de veehouderij geldt nu een speciaal beleid voor antibioticumgebruik. Dit betekent dat veehouders het antibioticumgebruik moeten beperken. Het gaat om:

  • varkens;
  • kalveren;
  • melkvee;
  • pluimvee (leghennen, vleeskuikens en kalkoenen);
  • konijnen;
  • geiten.

Tussen 2009 en 2020 daalde daardoor het gebruik van antibiotica in de veehouderij met ruim 69%.

De Stichting Diergeneesmiddelen autoriteit (SDa) wil dat de Nederlandse dierhouderij verstandig gebruik maakt van antimicrobiële middelen. De SDa monitort jaarlijks het gebruik van antibiotica in de verschillende dierhouderijsectoren. In de MARAN-rapporten staan ook de resistente bacteriën die de SDa vindt.

Regels antibioticagebruik veehouderij

De volgende regels zijn onderdeel van het beleid voor de veehouderij:

  • Alleen een dierenarts mag antibiotica voorschrijven.
  • Een dierenarts moet het bedrijf inspecteren en beoordelen. Pas daarna mag de dierenarts antibiotica voorschrijven en toedienen aan zieke dieren. De veehouder zelf mag alleen onder strenge voorwaarden antibiotica aan de dieren toedienen, wanneer de dierenarts die heeft voorgeschreven
  • Pluimveehouders, melkveehouders, kalverhouders, varkenshouders, konijnenhouders en geitenhouders moeten het gebruik van antibiotica op hun bedrijf registeren.
  • Antibiotica die als laatste redmiddel voor mensen worden gebruikt en gereserveerd, mogen niet worden gebruikt bij dieren. Afwijken kan alleen onder hele strenge voorwaarden.
  • De dierenarts en de veehouder moeten samen een bedrijfsgezondheidsplan maken. Hierin staan maatregelen om de gezondheid van de dieren te verbeteren en gebruik van antibiotica in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen. Dit helpt bij het tegengaan van het antibioticagebruik. De dierenarts en de veehouder beoordelen dit plan elk jaar. Ook schrijven de dierenarts en de veehouder een BedrijfsBehandelPlan.
  • Veehouders mogen geen dieren aanleveren voor de slacht, of melk leveren van dieren als er nog resten van antibiotica in kunnen zitten.
  • De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert de registratie en administratie van de bedrijven. Ook controleert de NVWA het gebruik van antibiotica in de veesector.

Minder en verstandig gebruik van antibiotica bij dieren in Europa

De Rijksoverheid pleit internationaal voor maatregelen om zorgvuldiger te zijn met het gebruik van antibiotica bij dieren. Het doel is verantwoord en minder antibiotica gebruik in de Europese Unie en daarbuiten.

Deze maatregelen staan in de nieuwe verordening diergeneesmiddelen. Deze regels zijn gemaakt door de Europese lidstaten en het Europees Parlement. Ze gaan over de productie, de invoer, uitvoer, distributie, handel en het gebruik van alle diergeneesmiddelen. Ook de diergeneesmiddelenbewaking en de controle zijn een onderdeel van de regels. De verordening is op 28 januari 2022 ingegaan.