Vergunningen buitenlandse werknemers

Vluchtelingen die onder de Richtlijn tijdelijke bescherming Oekraïne vallen, mogen arbeid in loondienst verrichten in Nederland zonder werkvergunning. De werkgever heeft wel een meldplicht.

Vreemdelingen die in Nederland willen werken, moeten aan verschillende eisen voldoen. Iemand van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) en van buiten Zwitserland heeft vaak een werkvergunning nodig. Er bestaan 2 soorten vergunningen. De tewerkstellingsvergunning (TWV) en de gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA). 

Geen werkvergunning Nederlandse nationaliteit en land van EER

Werknemers met de Nederlandse nationaliteit of de nationaliteit van een ander land van de EER of Zwitserland mogen in Nederland werken. Voor hen is geen werkvergunning nodig. Werknemers uit overige landen mogen onder bepaalde voorwaarden in Nederland werken.

Wel werkvergunning buitenlandse werknemers van buiten de EER

Vreemdelingen van buiten de EER en van buiten Zwitserland die in Nederland willen werken, mogen in beginsel alleen in Nederland werken als daarvoor een werkvergunning is verleend aan de werkgever. UWV verstrekt alleen een werkvergunning als aan strikte voorwaarden is voldaan. Zo mag er bijvoorbeeld geen werknemer in de EU te vinden zijn die het werk kan doen. Voor speciale categorieën gelden minder strenge voorwaarden om een werkvergunning te krijgen.

Gaat het om de inhuur van een werknemer via een bedrijf of uitzendbureau? Dan moet dat bedrijf of uitzendbureau de werkvergunning aanvragen. Ook stuurt het bedrijf of uitzendbureau een kopie van het identiteitsbewijs van de werknemer en de tewerkstellingsvergunning naar het inlenende bedrijf (de inlener). De inlener vergelijkt de kopie met het originele identiteitsbewijs van de werknemer voordat deze gaat werken. De inlener bewaart de kopieën in de administratie.

Geen werkvergunning nodig voor specifieke groepen

Voor bepaalde groepen vreemdelingen van buiten de EER en van buiten Zwitserland gelden uitzonderingen en hoeft er geen werkvergunning te zijn. Zij moeten wel een verblijfsvergunning of visum hebben als zij korter dan 3 maanden in Nederland verblijven.
Het gaat onder andere om:

  • werknemers met een verblijfsvergunning waarop staat ‘arbeid is vrij toegestaan’. Dit zijn bijvoorbeeld vreemdelingen met een verblijfsvergunning asiel;
  • zelfstandig ondernemers die een verblijfsvergunning ‘arbeid als zelfstandige’ hebben;
  • startende ondernemers die een verblijfsvergunning als 'start-up' hebben;
  • kennismigranten. Dit zijn hoogopgeleide migranten die naar Nederland komen om een bijdrage te leveren aan de kenniseconomie;
  • werknemers die in het buitenland wonen en voor een korte periode bepaald werk in Nederland doen, bijvoorbeeld voor zakelijke besprekingen of om door hun werkgever geleverde apparatuur te repareren.

Meer over deze en andere categorieën werknemers vindt u op de websites van UWV en IND.

Soorten werkvergunningen

Er bestaan 2 soorten vergunningen. Dit zijn:

  • De tewerkstellingsvergunning (TWV).
  • De gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA).

De voorwaarden waaraan UWV toetst voor het werken met een TWV of GVVA zijn hetzelfde. Hoe lang de werknemer komt werken bepaalt dus welke van de 2 werkvergunningen nodig is. De werknemer kan een GVVA ook zelf aanvragen, een TWV moet door de werkgever worden aangevraagd.

Gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA)

Vreemdelingen van buiten de EER en van buiten Zwitserland moeten een GVVA aanvragen. Dit geldt als zij langer dan 3 maanden naar Nederland komen om te werken. 

Uitzonderingen GVVA – wel TWV

Enkele groepen vreemdelingen hoeven geen GVVA aan te vragen. De werkgever moet wel een tewerkstellingsvergunning (TWV) bij UWV aanvragen. Dit zijn bijvoorbeeld:

  • werknemers die korter dan 3 maanden in Nederland komen werken;
  • studenten die een verblijfsvergunning voor studie hebben;
  • asielzoekers die nog in afwachting zijn van een beslissing op de asielaanvraag.

Voorwaarden vergunning voor personeel buiten de EER

Een werkgever mag alleen in de volgende gevallen iemand van buiten de EER en van buiten Zwitserland laten werken:

  • De werkgever kan geen geschikte kandidaat vinden in 1 van de EER-landen of Zwitserland.
  • De vacature staat minimaal 5 weken open. Voor vacatures die moeilijk te vervullen zijn, is de periode minimaal 3 maanden. UWV beoordeelt of er sprake is van een moeilijk vervulbare vacature.
  • De werkgever moet er alles aan doen om personeel te vinden in Nederland, de EER of Zwitserland. 

De werkgever vraagt de tewerkstellingsvergunning aan bij UWV of een GVVA bij de IND. De werkgever moet ook voldoen aan andere eisen voor de tewerkstellingsvergunning of GVVA.

Minder strenge eisen voor GVVA of TWV

Voor bepaalde groepen vreemdelingen is wel een GVVA of TWV nodig, maar er gelden minder strenge eisen om een werkvergunning te krijgen. Het gaat dan onder andere om:

  • werkstudenten die maximaal 16 uur per week werken;
  • stagiairs;
  • praktikanten (vorm van lerend werken);
  • artiesten, die boven een bepaald inkomen verdienen;
  • asielzoekers;
  • geestelijk bedienaren, zoals dominees, imams en godsdienstleraren;
  • kloosterlingen of zendelingen.

Meer over deze en andere categorieën werknemers vindt u op de websites van UWV en IND.