Regels voor vliegen met drones
Voor het vliegen met een drone in Nederland gelden Europese regels. Deze regels zorgen voor veiligheid in de lucht en op de grond. Het type drone, de locatie en het doel van de vlucht bepalen samen het risiconiveau van de dronevlucht. Dit risiconiveau bepaalt welke regels gelden voor het vliegen met een drone.
Regels hangen af van risico vlucht
Voor het vliegen met een drone bepaalt het risico op een ongeval welke regels gelden. Dronevluchten zijn ingedeeld van vluchten met een laag risico tot vluchten met een hoog risico. Hiervoor gelden 3 categorieën: de open categorie, de specifieke categorie en de gecertificeerde categorie.
- Open categorie (vluchten met een laag risico): de meeste dronebestuurders vliegen in deze categorie. Voor deze dronevluchten is geen vergunning nodig bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
- Specifieke categorie (vluchten met een gemiddeld risico): voor deze dronevluchten is een vluchtvergunning van de ILT nodig. Wanneer de dronebestuurder 1 of meer regels van de open categorie niet kan naleven, is een vergunning verplicht. Drones van 25 kilogram of zwaarder vallen automatisch in de specifieke categorie.
- Gecertificeerde categorie (vluchten met een hoog risico): voor dronevluchten binnen deze categorie is een certificering nodig. Ook is een bepaald veiligheidsniveau vereist. Het gaat bijvoorbeeld om vrachtvervoer of het vervoeren van passagiers. De regels voor vluchten in de gecertificeerde categorie zijn nog in ontwikkeling.
Algemene regels voor dronebestuurder
Om veilig een drone te besturen is een goede voorbereiding nodig. Voor het vliegen met een drone gelden de volgende eisen:
- De eigenaar van de drone heeft een geldige registratie.
- De bestuurder van de drone heeft een vliegbewijs als dat nodig is.
- De bestuurder kent alle regels om veilig te vliegen met een drone. En de bestuurder is op de hoogte van de noodprocedures in de handleiding van de drone.
- De bestuurder van de drone controleert of het toegestaan is om op de gewenste locatie te vliegen met een drone.
Tijdens het vliegen met een drone zijn er regels voor een dronebestuurder om voor eigen veiligheid en de veiligheid van anderen te zorgen:
- De bestuurder vliegt met een drone niet in de buurt van hulpdiensten (bijvoorbeeld een traumahelikopter).
- De dronebestuurder laat de drone direct landen als er ander vliegverkeer in de buurt is;
De bestuurder van de drone respecteert de privacy van anderen. De dronebestuurder mag bijvoorbeeld alleen mensen filmen die toestemming geven.
Cx-label voor drones in open categorie
Sinds 1 januari 2024 geldt het Cx-label voor drones in de open categorie. Drones met een Cx-label voldoen aan de Europese eisen. Het Cx-label moet duidelijk zichtbaar zijn op de drone.
Drones op afstand herkenbaar (Remote ID)
Sinds 1 januari 2024 moeten de meeste drones in Europa ook op afstand te herkennen zijn. Hiervoor hebben drones een digitaal kenteken nodig. Dit is een Remote ID. Dit digitale systeem laat onder andere zien van wie de drone is. En waar de bestuurder van de drone is. De drone zendt via wifi of bluetooth een signaal uit met deze informatie.
Remote ID geldt voor drones:
- met een C1-, C2- of C3-label;
- in de specifieke categorie.