Duurzame energie-infrastructuur

Nederland wil in 2050 alleen nog energie uit duurzame bronnen gebruiken. Om van veel nieuwe, duurzame energiebronnen gebruik te kunnen maken, is er uitbreiding en aanpassing van de energie-infrastructuur nodig. Bijvoorbeeld kabels, leidingen en installaties voor opslag. Daarom werkt de overheid samen met bedrijven en netbeheerders aan de toekomstige infrastructuur voor duurzame energie.

Doel: klimaatneutrale energie in 2050

Nederland werkt de komende jaren stapsgewijs toe naar klimaatneutraliteit in 2050. In 2030 moet minimaal 27% van alle gebruikte energie in Nederland uit duurzame bronnen komen. En in 2050 moet de overgang naar klimaatneutrale energievoorziening klaar zijn. Dit lijkt ver weg, maar een nieuwe energie-infrastructuur bouwen, kost veel tijd. 

Energiesysteem uitbreiden en aanpassen

De huidige systeem van kabels, leidingen en andere energie-infrastructuur is onvoldoende om aan de duurzame energievraag van de toekomst te voldoen. Bij de aanleg van het nieuwe energiesysteem moet rekening gehouden worden met de overgang van fossiele naar duurzame energiebronnen en een stijging van de energiebehoefte. 
Om in 2050 klimaatneutraal energie op te wekken, is onder andere nodig:

  • ongeveer 60.000 tot 80.000 kilometer aan kabel, om aan de elektriciteitsbehoefte te voldoen. Dit betekent dat ongeveer 1 op de 3 straten in Nederland moet worden opengebroken;
  • circa 8.000 tot 13.000 nieuwe elektriciteitsstations.
  • omzetting van een deel van het huidige gasnetwerk naar waterstof;
  • nieuwe buizen – zowel op land als op zee – die de nieuwe energiebronnen met de industrie verbinden;
  • 1.700 windmolens op zee in 2030, inclusief een verbinding van de windkavels naar land, voor voldoende windenergie op zee. 

Aanpak om infrastructuur te vernieuwen

De Rijksoverheid draagt bij aan de transitie naar het nieuwe energiesysteem. Doel is om het nieuwe energiesysteem zo snel en goed mogelijk klaar te hebben. Dit gebeurt onder meer door:

Grote energie-infrastructuurprojecten versnellen

De overheid onderzoekt manieren om grote energie-infrastructuurprojecten sneller af te ronden en te verbeteren. Dit gebeurt onder meer door:

Omwonenden en bedrijven betrekken bij energietransitie

Het aanpassen en uitbreiden van de energie-infrastructuur is de komende jaren een enorme klus. Er komen bijvoorbeeld nieuwe windmolens, waterstofbuizen en kilometers lange elektriciteitsverbindingen. 
Veel mensen in Nederland gaan wat merken van die overgang naar een nieuw energiesysteem. Daarom vindt de overheid het belangrijk om  bewoners, bedrijven en belangenorganisaties te betrekken bij de keuzes rondom de energietransitie. Bij alle werkzaamheden wil de overheid daarom: 

  • de omgeving tijdig informeren;
  • transparant zijn over het proces;
  • waar mogelijk de haalbaarheid van de ideeën van bewoners en bedrijven te onderzoeken.