Regels voor handelingen met embryo’s

Embryo’s vormen het begin van het leven en zijn van bijzondere waarde. Daarom stelt de Embryowet grenzen aan handelingen met embryo’s. Dat  betekent dat onderzoekers en artsen die met embryo's werken zich aan regels moeten houden. 

Regels voor omgaan met geslachtcellen en embryo’s

In de Embryowet staan regels om ervoor te zorgen dat artsen en laboranten zorgvuldig omgaan met eicellen, zaadcellen en embryo’s. Bijvoorbeeld als zij met eicellen en zaadcellen embryo’s maken voor een vruchtbaarheidsbehandeling, bijvoorbeeld een ivf-behandeling. Zo moet de werkwijze van de arts en van de laboratoriummedewerker goed zijn vastgelegd. De laboranten mogen het DNA van de embryo’s niet aanpassen. Ook mogen de eicellen en zaadcellen niet langer dan nodig bewaard blijven.

Wat er mag gebeuren met overgebleven embryo’s

Voor een ivf-behandeling worden in het laboratorium embryo’s gemaakt met de eicellen van de vrouw en de zaadcellen van de man. Na de behandeling blijven er soms embryo’s over. Met de overgebleven embryo’s mag het volgende gebeuren:

  • De embryo’s worden bewaard voor een latere vruchtbaarheidsbehandeling.
  • De man en vrouw kunnen de embryo’s doneren aan anderen die niet met eigen embryo’s zwanger kunnen worden. 
  • De man en de vrouw kunnen toestemming geven voor gebruik van de embryo’s in wetenschappelijk onderzoek. Voor gebruik van embryo’s in wetenschappelijk onderzoek gelden strenge regels. 

Als de man en vrouw de embryo’s niet meer gebruiken en ze niet doneren kunnen ze ook besluiten de embryo’s te laten vernietigen.

Wetenschappelijk onderzoek met overgebleven embryo’s

Overgebleven embryo’s van een vruchtbaarheidsbehandeling mogen na toestemming van de man en vrouw gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek. Bijvoorbeeld voor een onderzoek met als doel de kans op een succesvolle ivf-behandeling te verbeteren. De man en vrouw moeten de toestemming altijd schriftelijk geven. Ook moeten zij goede uitleg krijgen over het soort onderzoek en het doel ervan. Zij kunnen de toestemming altijd weer intrekken.

Commissie beoordeelt onderzoek met overgebleven embryo’s

Voor onderzoek met embryo’s, eicellen of met zaadcellen beoordeelt een speciale commissie van tevoren elk onderzoek. Deze commissie heet de medisch-ethische toetsingscommissie. Een onderzoek mag pas starten als de toetsingscommissie het heeft goedgekeurd. De toetsingscommissie beoordeelt onder andere:

  • of het onderzoek nuttig is voor medische wetenschap; 
  • of het onderzoek goed is opgezet;
  • of alle informatie die de man en vrouw krijgen klopt; 
  • of het onderzoek niet op een minder ingrijpende manier kan.

Commissie beoordeelt risico’s van het onderzoek

Soms is er voor onderzoek een ingrijpende behandeling nodig om de eicellen of zaadcellen te krijgen. De toetsingscommissie beoordeelt dan of de risico’s niet te groot zijn. En of het onderzoek niet te veel van de man en vrouw vraagt.