Stabiele financiële sector

Een sterke en betrouwbare financiële sector is nodig voor stabiele economische groei. De sector bestaat onder meer uit banken en verzekeraars. Zij zorgen ervoor dat we kunnen betalen, sparen, lenen en verzekeren. Het kabinet wil dat Nederlanders kunnen vertrouwen op de financiële sector.

Sterke en gezonde financiële instellingen

Het kabinet wil dat financiële instellingen minder risico's nemen en meer krediet verlenen aan klanten. Enkele maatregelen zijn:

  • Banken moeten meer eigen vermogen en extra financiële buffers aanhouden. Zo komen ze minder snel in de problemen. 
  • Door te hoge beloningsprikkels, zoals gegarandeerde bonussen, nemen mensen grotere risico's. De variabele beloning binnen de financiële sector mag daarom nog maar maximaal 20% van de vaste beloning zijn.
  • Organisaties die (mede) betaald worden met publiek geld mogen niet speculeren met ingewikkelde financiële producten, zoals rentederivaten. Derivaten zijn afgeleide financiële producten. Ze vertegenwoordigen geen directe contante waarde, maar ontlenen hun waarde aan bijvoorbeeld de rentestand.

Regulering van de financiële sector

Waar nodig werkt de overheid aan aanvullende regulering van de financiële sector met nieuwe wet- en regelgeving. Ook gaan de financiële toezichthouders zich extra inspannen om misstanden in de sector zoveel mogelijk te voorkomen. Zo heeft De Nederlandsche Bank (DNB) een meldpunt voor misstanden in de financiële sector. Ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft een meldpunt voor klachten over de financiële markt.

De overheid draagt op Europees niveau bij aan effectief Europees bankentoezicht.