Handelsverdragen zijn afspraken tussen de Europese Unie (EU) en andere landen om handel te vergemakkelijken. De EU sluit handelsverdragen af namens Nederland en de andere EU-landen. Het proces voor het maken, goedkeuren en uitvoeren van handelsverdragen verloopt in verschillende stappen. Een handelsverdrag wordt ook wel handelsakkoord genoemd.
Goedkeuren handelsakkoord
Voor goedkeuring van een handelsakkoord moeten de Raad van de Europese Unie (de Raad), met daarin de EU-landen, en het Europees Parlement instemmen. Het hangt af van de inhoud van een akkoord of de landen van de EU nog apart moeten instemmen met een akkoord.
Nederlandse belangen bij handelsverdragen
De Europese Commissie (EC) onderhandelt namens de hele EU. Het ministerie van Buitenlandse Zaken behartigt de Nederlandse belangen door:
Inbreng van Nederlandse belanghebbenden te verzamelen. Bijvoorbeeld via het Breed Handelsberaad. In dit beraad lichten het bedrijfsleven, vakbonden en maatschappelijke organisaties hun belangen en meningen toe. Het ministerie weegt alle belangen en ontvangen ideeën af en komt zo tot het Nederlandse standpunt. Te debatteren in de Tweede Kamer, voorafgaand aan de vergaderingen over handelsakkoorden bij de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ). De RBZ vergadert tenminste 4 keer per jaar.
De Europese Commissie (EC) onderzoekt de mogelijkheden van een handelsakkoord. Tijdens deze verkenningsfase gaat de EC in gesprek met belanghebbenden, waaronder de mogelijke handelspartner. Deze raadpleging is openbaar en voor iedereen toegankelijk. Het resultaat van de verkenning wordt vastgelegd in een scoping paper. Aan het eind van de verkenningsfase komt de EC met een mandaatvoorstel.
Economische effectbeoordeling EC
De EC stelt daarnaast een economische effectenbeoordeling op. Deze beoordeling onderzoekt wat een akkoord oplevert voor de Europese economie. Ook maakt de EC een overzicht van welke onderwerpen besproken moeten worden tijdens de onderhandelingen.
Publieke consultaties EC en Nederland
Tijdens de verkenningsfase houden de Nederlandse overheid en de Europese Commissie consultaties met belanghebbenden. Deze consultatie is publiek en iedereen mag reageren. De resultaten staan op de website van de EU.
Raad van de EU geeft mandaat aan EC
De Raad geeft de EC via een mandaat de opdracht om te onderhandelen. In het mandaat legt de Raad vast waarover de EC mag onderhandelen. In de Raad zitten alle landen van de EU, waaronder Nederland. De EC vertegenwoordigt de EU in deze onderhandelingen met landen buiten de EU.
De EC begint aan de onderhandelingen met de beoogde handelspartner. De onderhandelingen over een akkoord duren vaak meerdere jaren. Voor én na elke onderhandelingsronde bespreekt de EC de voortgang met de Raad. Landen van de EU geven dan hun prioriteiten aan. Het Europees Parlement (EP) geeft advies aan de EC over de uitgangspunten en randvoorwaarden. Zo debatteert het EP regelmatig met de Commissaris voor Handel en neemt het resoluties aan.
Informeren belanghebbenden
Tijdens de onderhandelingen over een handelsverdrag overlegt de EC regelmatig met de Raad, en informeert het Europees Parlement en andere belanghebbenden (zoals bedrijven, vakbonden, maatschappelijke organisaties en burgers) over de voortgang van de onderhandelingen.
Zodra de onderhandelingen met de beoogde handelspartner zijn afgerond, ligt er een handelsakkoord. Dit akkoord wordt vertaald en juridisch opgeschoond en is het klaar om ondertekend te worden. Hierover besluit de Raad.
Goedkeuring exclusieve EU-competentie
Handelsakkoorden met exclusieve EU-competentie bevatten alleen onderwerpen waar de EC over gaat. Dit heet een EU-only-akkoord. Bij deze akkoorden moeten de Raad en het Europees parlement het handelsakkoord goedkeuren. Nationale parlementen hoeven het akkoord niet goed te keuren, maar kunnen via hun regering invloed uitoefenen in de Raad. In Nederland geeft de Tweede Kamer een stemadvies over wat Nederland moet stemmen in de Raad.
Gemengde akkoorden bevatten onderwerpen waarover EU-landen bevoegdheden hebben. Dit geldt bijvoorbeeld bij afspraken die verder gaan dan handel, zoals bij afspraken over veiligheid.
Bij een gemengd akkoord moeten, behalve de Raad en het Europees Parlement, ook de nationale parlementen van de EU-landen het verdrag goedkeuren. In Nederland zullen de Eerste en Tweede Kamer dan over het handelsakkoord stemmen.
Heel soms sluit de EU een akkoord dat gemengde bevoegdheden bevat, maar waarbij de EU-landen ervoor kiezen om die bevoegdheden door de Unie te laten uitoefenen. Bijvoorbeeld bij de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.
Na een voorstel van de EU besluit de Raad of en wanneer een handelsakkoord wordt ondertekend. Beide onderhandelingspartners ondertekenen het akkoord. Voor de EU is dit meestal de EU-Commissaris voor Handel. Bij gemengde akkoorden ondertekenen alle EU-landen ook apart het akkoord.
Een handelsakkoord met exclusieve EU-competentie treedt in werking na goedkeuring door de Raad en het Europees Parlement. Gemengde akkoorden treden pas volledig in werking nadat alle parlementen van de EU-landen het verdrag goedkeuren. Dit kan enkele jaren duren. Daarom is het verdrag dan voorlopig van toepassing. Na goedkeuring van de Raad en het Europees Parlement kunnen de onderdelen van het akkoord die onder de bevoegdheden van de Europese Unie vallen, alvast in werking treden. Een voorbeeld is de verlaging van douanerechten.
Nadat het verdrag in werking is, monitoren beide partijen de uitvoering. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij afspraken op het gebied van plantgezondheid. Afgevaardigden van beide verdragspartners komen dan samen om handelsbelemmeringen te bespreken. Verder ondersteunt de overheid het bedrijfsleven bij gebruik van het akkoord.