Aanpak duurzame landbouwbodems

Een gezonde bodem is belangrijk voor een goede teelt. En voor de waterkwaliteit, de biodiversiteit en het klimaat. De overheid investeert daarom in het duurzaam beheren van landbouwbodems.

Duurzaam bodembeheer onmisbaar

Een gezonde bodem is onmisbaar voor duurzame landbouw. Dat is van belang voor zowel boeren als anderen. Een gezonde, duurzaam beheerde bodem:

  • draagt bij aan betere landbouwopbrengsten;
  • zorgt dat water goed de grond in kan zakken en houdt het water ook langer vast;
  • vermindert koolstofdioxide (CO2) in de lucht door koolstof vast te leggen in de bodem;
  • biedt leefruimte voor bodemleven, zoals regenwormen, schimmels en bacteriën;
  • zorgt voor recycling van voedingsstoffen (nutriënten) in de bodem, zoals stikstof.

Akkerbouwers en melkveehouders merken dat het klimaat verandert. Zo is er in het voorjaar en de zomer vaker droogte, en in de winter vaker natheid. Daarnaast neemt de verzilting toe door de stijging van de zeespiegel. Dat heeft allemaal gevolgen voor de bodem en daarom zet de overheid in op duurzaam bodembeheer.

Werken aan duurzaam beheer landbouwbodems

De Rijksoverheid werkt in het Nationaal Programma Landbouwbodems (NPL) samen met boerenorganisaties, onderzoekers en adviseurs, ketenpartijen (zoals leveranciers, voedselverwerkers en financiers) en regionale overheden. Samen willen zij landbouwbodems op een duurzame manier beheren. Dit betekent dat de bodem op lange termijn gezond en vruchtbaar blijft, zonder dat dit ten koste gaat van het milieu. 

Het Nationaal Programma Landbouwbodems wil:

  1. Meer kennis over duurzame landbouwbodems krijgen door onderzoek te doen. En die kennis verspreiden door boeren te adviseren.
  2. Duurzaam bodembeheer stimuleren. Boeren kunnen via het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) een vergoeding krijgen voor verschillende maatregelen die bijdragen aan duurzaam bodembeheer.
  3. Ontwikkelingen en innovatieve oplossingen in de agrarische sector. Dit geldt voor het hele proces: van productie tot consumptie van voedsel. Hier zijn boeren, fabrieken, transportbedrijven en verkooppunten van de landbouwproducten bij betrokken.
  4. Regionale samenwerking, zodat de bodem lokaal zo goed mogelijk beheerd wordt. 

Het doel van het NPL is dat in 2030 alle landbouwbodems in Nederland duurzaam worden beheerd. Daarnaast moet er vanaf 2030 jaarlijks 0,5 megaton extra CO2-equivalent (koolstofdioxide) in minerale bodems worden opgeslagen. Dit is een afspraak uit het Klimaatakkoord

Maatregelen duurzaam bodembeheer

Wetenschappers van onder andere Wageningen University & Research en het Louis Bolk Instituut doen onderzoek naar maatregelen die bijdragen aan duurzaam bodembeheer en het vastleggen van koolstof in de akkerbouw en melkveehouderij op zand- en kleigrond. Bijvoorbeeld langjarig grasland, (extra) groenbemesting en meer rustgewassen die de bodemkwaliteit verbeteren.

De overheid stimuleert deze maatregelen via de GLB-ecoregeling.

Omdat niet alle bodems hetzelfde zijn, is maatwerk heel belangrijk. Het beste bodembeheer is bijvoorbeeld afhankelijk van de grondsoort, het weer, het grondwaterniveau en het reliëf in de bodem.

Metingen van de bodemkwaliteit

Een duurzaam beheerde bodem zorgt uiteindelijk voor een goede bodemkwaliteit. Elke 5 jaar onderzoekt het ministerie van LVVN de kwaliteit van landbouwbodems. Dit gebeurt via een landelijke steekproef de Staat van de Nederlandse Landbouwbodems. Op meer dan 1000 locaties wordt de bodemkwaliteit gemeten. De meting geeft inzicht in de fysische, chemische en biologische eigenschappen van de bodem. De eerste steekproef is uitgevoerd in 2018. In het najaar van 2024 heeft de tweede meting plaatsgevonden.