Afspraken ouderenzorg
Ouderen moeten de hulp en zorg krijgen die ze nodig hebben. Maar dat is steeds moeilijker. Het aantal oudere mensen groeit namelijk, terwijl het aantal zorgverleners niet genoeg meegroeit. De overheid heeft met zorg- en welzijnspartijen en ouderen afspraken gemaakt. Dit helpt de hulp en zorg voor ouderen de komende jaren beter te organiseren.
Meer druk op ouderenzorg door vergrijzing
Veel ouderen hebben hulp en zorg nodig. Door de vergrijzing in Nederland groeit het aantal ouderen en daarmee de vraag naar hulp en zorg. En het aantal zorgverleners groeit niet genoeg mee. Om ouderen passende zorg te kunnen geven, heeft de overheid samen met zorg- en welzijnspartijen en ouderen zelf afspraken gemaakt. Deze afspraken staan in het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg. Dit is het vervolg op afspraken uit het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO).
Hulp voor ouderen die zelfstandig wonen
Een van de afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg is dat ouderen zoveel mogelijk hun zelfstandigheid houden. Zo kunnen ze hun leven op hun eigen manier invullen. Ouderen kunnen daar hulp bij krijgen. In plaats van dat taken worden overgenomen, krijgen zij hulp bij hun dagelijkse bezigheden. Bijvoorbeeld bij het aankleden, koken of naar buiten gaan.
Samen met de oudere bespreken zorgverleners welke hulp familie of buren kunnen geven. Is er meer ondersteuning of zorg nodig? Dan helpen zorgverleners mee. Daarnaast kunnen zorgverleners mantelzorg tijdelijk overnemen om mantelzorgers te ontlasten.
Ouderen die langdurige of intensieve zorg nodig hebben, krijgen deze zorg ook zo lang mogelijk thuis in hun vertrouwde omgeving.
Zorg in verpleeghuis
Soms kan thuis wonen niet meer. Dan moeten kwetsbare ouderen kunnen rekenen op een plek in een verpleeghuis. Vanaf 2028 komt er een landelijke toets die bepaalt of iemand zorg in het verpleeghuis krijgt. Alleen erg kwetsbare ouderen komen in aanmerking voor een plek in een verpleeghuis. Bijvoorbeeld mensen met vergevorderde dementie of met veel lichamelijke beperkingen. Of ouderen die geen mensen om hen heen hebben die kunnen helpen.
Minder administratie
De overheid wil verder dat zorgverleners minder tijd kwijt zijn aan administratie. Zorgverleners zijn 1/3 van hun tijd kwijt aan papierwerk. Doel is dat dit in 2030 nog maar 1/5 deel van hun tijd is. De overheid wil dit doel halen door:
- het makkelijker te maken om opnieuw te beoordelen welke zorg iemand in het verpleeghuis krijgt. Zorgverleners hoeven bijvoorbeeld minder informatie aan te leveren bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).
- technologie in te zetten, waardoor het werk en het delen van gegevens steeds makkelijker wordt. Bijvoorbeeld een medicijndispenser, die de medicijnen uitdeelt. En sensoren bij het bed waardoor nachtrondes niet meer nodig zijn.
Meer geld voor ouderenzorg
De overheid geeft de komende jaren meer geld uit aan ouderenzorg in de Wet langdurige zorg (Wlz). In 2025 is dat € 21 miljard. Dit stijgt elk jaar tot € 24,4 miljard in 2029. Dit geld gaat naar zorgaanbieders die langdurige zorg en ondersteuning bieden aan ouderen. Zowel in het verpleeghuis als bij ouderen thuis.