Hoe werkt de zetelverdeling na de verkiezing van het Europees Parlement?

Het centraal stembureau (de Kiesraad) stelt de Nederlandse uitslag vast van de verkiezing voor het Europees Parlement. Hierna verdeelt de Kiesraad de zetels over de politieke partijen. Hoe meer stemmen, hoe meer zetels een partij krijgt in het Europees Parlement.

Verdeling zetels

Eerst wordt de kiesdeler berekend. De kiesdeler is het aantal stemmen dat een partij nodig heeft om 1 zetel te krijgen. Om de kiesdeler te berekenen wordt het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen gedeeld door het aantal zetels. Het totale aantal Nederlandse zetels in het Europees Parlement is 31.

Daarna kijkt de Kiesraad hoeveel keer de partijen de kiesdeler hebben gehaald. Het resultaat hiervan geeft het aantal volle zetels dat door partijen is behaald. Deze verdeling komt meestal niet precies uit. Er blijven dan restzetels over.

Verdeling restzetels

Om restzetels te krijgen bij de verkiezing voor het Europees Parlement, moet een partij ten minste 1 zetel hebben behaald.

De verdeling van restzetels gebeurt volgens het systeem van de grootste gemiddelden. Hierbij wordt het stemmenaantal van elke partij gedeeld door het aantal volle zetels plus 1. Dit is de eerste restzetel die verdeeld wordt. Deze berekening levert voor iedere partij een gemiddeld aantal stemmen per zetel op. De partij met het grootste gemiddelde krijgt de eerste restzetel.

Meer informatie over de zetelverdeling en verdeling van restzetels vindt u op de website van de Kiesraad.

Parlementsleden werken samen in fracties

In totaal heeft het Europees Parlement 720 zetels. Van die 720 leden komen er 31 uit Nederland. De Nederlandse partijen werken samen met partijen van andere landen. Ze vormen fracties met partijen die dezelfde ideeën hebben.

Overzichtspagina verkiezing