Curriculum voor de toekomst

Het primair en voortgezet onderwijs bereiden leerlingen voor op de toekomst. De overheid moet ervoor zorgen dat de inhoud van het onderwijs (het curriculum) blijft aansluiten op de toekomst. En dus bij ontwikkelingen in de samenleving, de arbeidsmarkt en het onderwijs zelf.

Wat leerlingen moeten kennen en kunnen

In het curriculum staat wat leerlingen in het (speciaal) basisonderwijs en voorgezet onderwijs moeten kennen en kunnen. De regering en Tweede Kamer stellen het curriculum voor alle scholen wettelijk vast. Het curriculum is beschreven in onderwijsdoelen die bestaan uit:

Scholen gebruiken het curriculum om hun onderwijs vorm te geven naar eigen visie op het onderwijs.

Curriculum moet beter aansluiten op ontwikkelingen in de maatschappij

Samen met onder andere leraren, schoolleiders, wetenschappers en andere experts werkt de overheid aan de actualisatie van het curriculum. Het curriculum dat scholen nu gebruiken sluit niet meer goed aan bij ontwikkelingen in de maatschappij en het onderwijs. Ook is er te weinig samenhang tussen de verschillende onderwijsdoelen. Het nieuwe curriculum moet leerlingen beter voorbereiden op de toekomst. 

Voorstellen voor verbetering van het curriculum

Leraren en schoolleiders hebben in 2019 voorstellen gemaakt voor het verbeteren van het curriculum. Dit deden zij onder de naam Curriculum.nu. Zij dachten na over de vraag wat leerlingen moeten kennen en kunnen. In de voorstellen is gewerkt vanuit een vakinhoudelijke visie naar concrete onderwijsdoelen, de zogenoemde bouwstenen. Duizenden leraren en andere deskundigen uit het onderwijs hebben op meerdere momenten  feedback gegeven op de voorstellen.
De voorstellen moeten zorgen voor toekomstgericht onderwijs, met:

  • een betere balans tussen kennis, persoonsvorming  en leren samenleven;
  • betere aansluiting tussen het basis-, voortgezet en vervolgonderwijs. Ook wordt de aansluiting tussen vmbo, havo en vwo in het voortgezet onderwijs verbeterd.  
  • het voorkomen van een te vol curriculum;
  • samenhang van de onderwijsinhoud binnen en tussen vakken en leergebieden;
  • meer duidelijkheid en ruimte voor eigen keuzes voor scholen en leraren.

Het project Curriculum.nu is afgerond.

Adviezen van de wetenschappelijke Curriculumcommissie

De wetenschappelijke Curriculumcommissie geeft de minister en de Tweede Kamer onafhankelijk advies over de actualisatie van het curriculum. Deze commissie is in 2020 op verzoek van de Tweede Kamer ingesteld. De commissie kijkt naar de voorstellen van Curriculum.nu. En geeft advies over de opdracht aan SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) om de voorstellen van Curriculum.nu te vertalen naar concrete onderwijsdoelen. SLO is het landelijk expertisecentrum voor het curriculum.

De commissie heeft sinds januari 2021 4 adviezen gegeven:

Daarnaast heeft de commissie 2 verdiepende studies gedaan:

Kerndoelen voor basisonderwijs primair onderwijs en onderbouw voortgezet onderwijs

SLO heeft de opdracht gekregen om samen met het onderwijsveld concrete kerndoelen voor de basisvaardigheden te ontwikkelen. Het gaat om kerndoelen voor de Nederlandse taal, rekenen/wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. De bijstelling van het referentiekader taal en rekenen wordt hierin meegenomen.

Hierbij blijft het belangrijk dat leraren, schoolleiders, leerlingen en ouders goed betrokken worden. Begin 2023 wordt bepaald of het proces op koers ligt. Dan worden de kerndoelen van andere leergebieden ook bijgesteld.

In de zomer van 2023 zullen de conceptkerndoelen voor de basisvaardigheden worden opgeleverd. Daarna worden deze conceptdoelen in de praktijk getoetst. Dit gebeurt in de schooljaren 2023/2024 en 2024/2025 op een aantal scholen. Hierbij kijkt men of de doelen uit te voeren zijn, of ze eenduidig zijn en of leraren er goed onderwijs mee kunnen geven.

Op basis van deze praktijktoets en het eindadvies van de wetenschappelijke commissie worden de aangescherpte kerndoelen basisvaardigheden voor het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs in 2025 in een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer voorgelegd.

Eindtermen voor bovenbouw voortgezet onderwijs

De eindtermen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs worden op een andere manier geactualiseerd. Dit is omdat met de eindtermen ook de examenprogramma’s in het voortgezet onderwijs moeten worden geactualiseerd. Ook hier krijgt SLO de opdracht om samen met het onderwijsveld de eindtermen voor het voortgezet onderwijs te ontwikkelen.

SLO begint bij de vakken waar een actualisatie het meest dringend is: Nederlands, de moderne vreemde talen, wiskunde, maatschappijleer en de betavakken. Dit is met de Tweede Kamer afgesproken. Begin 2022 starten deze vakvernieuwingen. Hoe snel dit gebeurt hangt af van de vraag hoeveel er verandert aan de vakken. Ook worden de examenprogramma’s op pilotscholen getest. Scholen en leraren blijven hierbij betrokken.

Vakken die met elkaar samenhangen worden zoveel mogelijk tegelijk geactualiseerd. Zo sluit de inhoud van verschillende vakken beter op elkaar aan. Ook wordt de doorlopende leerlijn tussen de verschillende schoolsoorten verbeterd. Het vervolgonderwijs wordt hier nauw bij betrokken.

Documenten