Alle mijnbouwschade Limburg vanaf 2024 hersteld

Vanaf volgend jaar kunnen Limburgers zowel lichte als zware schade door steenkoolwinning melden. Als eerste wordt de regeling opengesteld voor zware schades, en in de maanden daarna wordt duidelijk wanneer ook lichtere schades gemeld kunnen worden zoals scheuren in muren.

Deze nieuwe regeling maken de Limburgse mijnbouwgemeenten, de provincie Limburg en de Rijksoverheid vandaag gezamenlijk bekend.

‘Limburgers hebben hier niet om gevraagd’

Staatssecretaris Vijlbrief (Mijnbouw): “Jaren na het einde van de steenkoolwinning hebben we nu samen met de regio een oplossing voor de schade door mijnbouw. Want Limburgers hebben niet gevraagd om scheuren of verzakkingen. Met deze methode worden bewoners zoveel mogelijk ontzorgd en de schade netjes hersteld.”

Bewoners worden ontzorgd

Als woningeigenaren schade melden bij een lokaal loket, krijgen ze een zaakbegeleider. Het loket en de begeleider komen van een nieuwe organisatie in Heerlen speciaal voor de afhandeling van de schade; I3ML (Instituut voor Mens, Milieu en Mijnbouw in Limburg). De schade wordt beoordeeld door de Commissie Mijnbouwschade, die hiervoor een Limburgse Kamer krijgt. Zij beoordelen niet op basis van causaliteit maar op aannemelijkheid. Zo is er minder bewijslast voor de bewoner. Hierdoor zal er minder onderzoek nodig zijn, wordt de regeling vriendelijker voor bewoners en worden uitvoeringskosten beperkt.

Afhandeling schade

De zwaarte van de schade zoals beoordeeld door de Commissie Mijnbouwschade bepaalt hoe de schadeafhandeling gaat. Schades tot 5.000 euro worden financieel vergoed en uitbetaald. Grotere schades tot 20.000 euro worden hersteld door een aannemer waar I3ML mee samenwerkt, of als een bewoner dat liever wil een aannemer in opdracht van de bewoner. De zwaarste schades worden altijd door een aannemer via I3ML hersteld. Op deze manier worden grote schades veilig en goed hersteld. Het zal wel nog jaren duren voordat alle schades hersteld zijn, ook omdat de effecten van de steenkoolwinning voortduren. Na een jaar, en daarna regelmatig, wordt de regeling geëvalueerd en eventueel bijgesteld.

‘Erkenning gedupeerden’

Wethouder Gelderblom van gemeente Heerlen vindt het een cruciale stap voor de tien mijngemeenten uit de regio: “Deze regeling is een belangrijke stap richting het inlossen van een historische ereschuld aan de Mijnstreek. Ik ben dan ook erg blij met deze overeenkomst tussen de regio en het Rijk, dat waar mogelijk kosten voor mijnschadeherstel zal verhalen op voormalig mijnbouwexploitanten. De gevolgen van steenkoolwinning op de omgeving en inwoners worden nu erkend, en getroffenen geholpen. De komst van een nieuw instituut gewijd aan dit onderwerp, het I3ML, is daarbij een hele mooie aanwinst voor de regio.”

‘Hard en met vasthoudendheid aan gewerkt’

Gedeputeerde van de provincie Limburg Demollin-Schneiders: “Ik ben blij dat na jaren nu deze uitgangspunten zijn vastgesteld. Hier is door de Provincie Limburg sinds de verzakking van ’t Loon in 2011, en later ook samen met alle andere partijen, hard en met vasthoudendheid aan gewerkt. De details moeten nog verder uitgewerkt worden. Maar er ligt nu een goede basis waarmee de overheid belooft burgers te hulp te schieten, die anders zelf tijdrovende en kostbare procedures zouden moeten beginnen tegen de voormalige mijnbouwbedrijven.”

Mijnbouwgemeenten

De tien mijnbouwgemeenten zijn Heerlen, Sittard-Geleen, Brunssum, Beek, Beekdaelen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld, Stein en Voerendaal.