Fundamentele keuzes voor stelsel van vervolgonderwijs en wetenschap

De komende jaren moeten fundamentele keuzes worden gemaakt om ook in 2040 een robuust stelsel van vervolgonderwijs en wetenschap te hebben, voor studenten, docenten en wetenschappers. Dat schrijft minister Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in een brief aan de Tweede Kamer bij het aanbieden van de Toekomstverkenning middelbaar beroepsonderwijs, hoger onderwijs en wetenschap. Deze bevat ideeën en inzichten vanuit het onderwijs en wetenschap zelf.

Minister Dijkgraaf: “Dit kabinet heeft miljarden beschikbaar gesteld in de volle lengte en breedte van het onderwijs. Dit is hét moment om te kijken hoe we onderwijs, onderzoek en innovatie - de vitale organen van de samenleving -  gezond kunnen houden. Zodat we klaar zijn voor de veranderingen wanneer die over elkaar heen buitelen. Ik ben blij dat zoveel mensen hebben willen meedenken aan de Toekomstverkenning. Die biedt veel aanknopingspunten voor de richting die ons stelsel op moet. Daarbij zijn soms fundamentele keuzes te maken. Ook in 2040 moet het vervolgonderwijs en wetenschap actueel en robuust zijn. Een stelsel dat kan omgaan met langetermijntrends en de onzekerheden die daarbij horen. Wat er uiteindelijk ook verandert aan het stelsel, het moet studenten, docenten, onderzoekers en werknemers helpen hun talenten optimaal te ontwikkelen. Nederland staat sterk als ieder talent kan bloeien.”

Iedereen kon meedenken

Minister Dijkgraaf kondigde de Toekomstverkenning vorig jaar aan om te komen tot een toekomstbestendig stelsel voor het mbo, het hoger onderwijs en de wetenschap. Door het hele land waren er grote bijeenkomsten waarbij iedereen met ideeën, interesse en een warm hart voor vervolgonderwijs en wetenschap kon meedenken, zoals studenten, docenten, wetenschappers en internationale experts. Over hoe je leert als student in 2040 bijvoorbeeld. Op basis van alle ideeën en inzichten is door een consortium van onderzoeksbureaus (KBA Nijmegen, ResearchNed, CHEPS, Andersson Elffers Felix (AEF) en het Kohnstamm Instituut) een eindrapport geschreven dat de minister aan de Kamer aanbiedt: ‘Vandaag is het 2040 - Toekomstverkenning voor middelbaar beroepsonderwijs, hoger onderwijs en wetenschap’.

De Toekomstverkenning schetst een aantal trends en ontwikkelingen die grote impact zullen hebben op het vervolgonderwijs en wetenschap, zoals blijvende krapte op de arbeidsmarkt, vergrijzing en technologische ontwikkelingen. Het rapport bevat niet één advies voor de toekomstige inrichting van het stelsel, maar schetst uiteenlopende keuzerichtingen om zo de gevolgen daarvan te laten zien.

5 urgente thema’s

Gezien de demissionaire status van het kabinet stuurt minister Dijkgraaf geen beleidsreactie in de vorm van een toekomstvisie naar de Kamer, zoals eerder voorzien. Hij benoemt wel 5 urgente thema’s voor de toekomst:

  • kansen voor studenten,
  • onderwijs en de arbeidsmarkt,
  • het belang van alle regio’s,
  • gelijkwaardig vervolgonderwijs en
  • wetenschap voor de maatschappij van morgen en overmorgen.

Bij elk van die thema’s zijn er afwegingen. Keuzes binnen één vraagstuk kunnen vergaande gevolgen hebben voor andere vraagstukken. Niet alles kan tegelijkertijd. Denk bijvoorbeeld aan de keuze om de vraag van de arbeidsmarkt centraal te stellen, ook als dit de keuzevrijheid van studenten inperkt. Of stellen we toch de individuele student centraal, ook als hun keuze niet altijd tegemoet komt aan de wensen van de arbeidsmarkt?

Zo wordt volgens minister Dijkgraaf zichtbaar dat bij veel keuzes een waardeoordeel hoort: wat vinden we samen nu belangrijk richting de toekomst? In het stelsel van vervolgonderwijs en wetenschap hangen elementen met elkaar samen en beïnvloeden ze elkaar. Elementen uit dat stelsel kunnen niet elk onafhankelijk van elkaar aangepakt worden. Verder kunnen inhoudelijke keuzes gevolgen hebben voor de sturing van het stelsel en hoe dat wordt bekostigd.

Minister Dijkgraaf: “De keuzes die worden gemaakt, gaan iedereen aan. Ik roep daarom studenten, docenten, bestuurders, werkgevers, onderzoekers en iedereen die geïnteresseerd is om het gesprek aan te gaan over de toekomst van ons stelsel.”

De komende tijd worden een aantal onderwerpen verder uitgewerkt in aparte Kamerbrieven: de gelijkwaardigheid van het vervolgonderwijs (‘de waaier’), bekostiging en de selectie op hogescholen en universiteiten.