Grapperhaus versoepelt regeling langeafstandsrelaties

Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid heeft besloten het inreisverbod onder voorwaarden te versoepelen voor het laten inreizen van geliefden uit derde landen die een langeafstandsrelatie hebben met iemand met de Nederlandse nationaliteit of een EU-burger die in Nederland wonen .
Grapperhaus stuurde vandaag een brief aan de Tweede Kamer, mede namens minister Blok van Buitenlandse Zaken en staatssecretaris Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid. 

Het uitgangspunt van het Nederlandse beleid is en blijft het belang van de gezondheidszorg en het onder controle houden en het monitoren van het coronavirus. Tegelijk ziet Grapperhaus ook in dat het inreisverbod forse impact heeft op mensen die daardoor hun geliefde al lang niet hebben gezien. In het licht daarvan is opnieuw kritisch gekeken naar de beperkingen voor de lange afstandsrelaties, ook om te bezien of er mogelijkheden zijn om deze doelgroep tegemoet te komen.

De aangepaste regeling geldt alleen als het gaat om een bezoek voor verblijf voor een korte periode. Daarvan is sprake bij een maximale duur van 90 dagen verblijf in Nederland binnen een totaal-periode van 180 dagen. Omdat er, in lijn met de Europese afspraken over inreismaatregelen, sprake moet zijn van een duurzame relatie zullen aan de regeling de volgende voorwaarden worden gesteld:

  1. Het koppel in kwestie moet aantonen dat zij een relatie hebben van minimaal 3 maanden waarbij het koppel elkaar ‘regelmatig’ in persoon heeft gezien, op een wijze zoals thans ook het geval. Daarnaast moeten de personen in kwestie een handgeschreven verklaring ondertekenen waarin zij verklaren, op straffe van meineed, inderdaad zo’n relatie te hebben.
  2. In de verklaring moeten de persoonlijke gegevens, het verblijfadres en de contactgegevens in Nederland worden aangegeven. In deze verklaring moeten ook de contactgegevens van de buitenlandse partner aangegeven worden.
  3. De buitenlandse partner zal voorafgaand aan zijn reis naar Nederland aantoonbaar in het bezit moeten zijn van een retourticket.
  4. Voor visumplichtige buitenlandse partners geldt dat deze aan alle geldende voorwaarden moeten kunnen voldoen, inclusief het beschikken over voldoende financiële middelen voor de reis en het verblijf, en waarborgen voor een tijdige terugkeer. Dit kan ook in de vorm van een garantverklaring van de partner in Nederland. Bij de beslissing over de visumaanvraag wordt de mogelijkheid tot terugkeer betrokken.
  5. Het verblijf in Nederland mag conform de huidige regelgeving niet langer zijn dan de maximale duur van 90 dagen. Als langer verblijf noodzakelijk wordt geacht dan zal een aanvraag voor lang verblijf ingediend moeten worden. Als de buitenlandse partner na de maximale duur van 90 dagen nog in Nederland verblijft en er geen verzoek om verlenging danwel aanvraag voor lang verblijf is ingediend, dan zullen binnen het huidige juridisch kader de vreemdelingenrechtelijke procedures met betrekking tot ‘overstay’ van toepassing zijn.
  6. Als de buitenlandse partner inreist vanuit een land waarvoor vanwege gezondheidsredenen een oranje reisadvies geldt en daarmee een dringend advies tot thuisquarantaine, dient betrokkene bij aankomst in Nederland 14 dagen in thuisquarantaine te gaan.
  7. De hierboven genoemde bewijsstukken zoals de verklaringen, retourticket en een eventuele garantverklaring, moeten bij aankomst in Nederland aan de grensautoriteiten worden overhandigd.

De regeling zal per 27 juli a.s. in werking treden.