Rechters ouder dan zeventig jaar blijven inzetbaar als plaatsvervanger

Rechters en raadsheren die de wettelijke ontslagleeftijd van 70 jaar bereiken, blijven tot de leeftijd van 73 jaar inzetbaar als rechter-plaatsvervanger of raadsheer-plaatsvervanger. Minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming heeft hiervoor een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer.

Vergroot afbeelding Een rechter komt de rechtszaal binnen
Beeld: Ministerie van Justitie en Veiligheid - fotograaf Bas Kijzers

Deze inzetbaarheid van deze rechters en raadsheren als plaatsvervangers is nodig, omdat de rechtspraak door een gebrek aan capaciteit onder meer kampt met achterstanden bij het afdoen van zaken. De huidige tijdelijke regeling die de inzetbaarheid mogelijk maakt vervalt op 15 juli 2023. Met het ingediende wetsvoorstel wil minister Weerwind de inzetbaarheid verlengen voor 3 jaar. 

Minister Weerwind:

“Kwalitatieve en tijdige rechtspraak is essentieel voor het functioneren van onze rechtstaat. Het spreekt voor zich dat dit begint met de beschikbaarheid van voldoende rechters en raadsheren. Met de inzet van deze zeer ervaren rechters en raadsheren als plaatsvervanger behouden we hun kennis en kunde en kunnen we de achterstanden, hoge werkdruk en lange doorlooptijden bij het afdoen van zaken dempen.”

COVID-19

Raadsheren en rechters van 70 jaar en ouder zijn op dit moment inzetbaar als plaatsvervanger naar aanleiding van de uitbraak van COVID-19. De tijdelijke regeling die dit mogelijk maakt via de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 vervalt op 15 juli 2023. Minister Weerwind heeft besloten om de inzetbaarheid van rechters en raadsheren ouder dan 70 jaar voor 3 jaar te verlengen. Naast het terugdringen van het capaciteitstekort en de achterstanden in het afdoen van zaken moet de inzetbaarheid een positieve bijdrage leveren aan de werkdruk en de doorlooptijden in de rechtspraak. De periode van 3 jaar wordt gebruikt om te beoordelen of de inzet als plaatsvervangers structureel kan worden gemaakt.

Gebrek aan capaciteit

Een van de belangrijkste oorzaken voor het gebrek aan capaciteit is de leeftijdsgebonden uitstroom van rechters en raadsheren. Steeds meer rechters en raadsheren naderen de wettelijke ontslagleeftijd van 70 jaar. Hier komt bij dat een deel van hen op een eerder moment met pensioen gaat dan deze wettelijke ontslagleeftijd.

Andere maatregelen

Naast de regeling zijn eerder andere maatregelen genomen om de capaciteit in de rechtspraak te verhogen. De opleidingscapaciteit voor rechters en raadsheren is verhoogd van 80 naar 130, waardoor jaarlijks 50 extra raadsheren en rechters worden opgeleid. Verder is met steun van het ministerie van Justitie en Veiligheid geïnvesteerd in meer ondersteunend personeel. Dit is nadrukkelijk meegenomen in de prijsafspraken van 155 miljoen tussen de Raad voor de rechtspraak en het ministerie van Justitie en Veiligheid voor de periode 2023 tot en met 2025. In de periode van 2020 tot en met 2022 bedroegen deze prijsafspraken 95 miljoen.