Met impulsbudget zijn gemeenten aan zet voor toekomstbestendige sociaal ontwikkelbedrijven

Sociaal ontwikkelbedrijven richten zich op het aan het werk helpen en houden van mensen met een arbeidsbeperking die niet direct bij reguliere werkgevers aan het werk kunnen. Daarnaast begeleiden zij ook steeds meer mensen uit deze groep naar reguliere banen. Dat brengt financiële druk met zich mee en vraagt van de sociaal ontwikkelbedrijven dat zij hun bedrijfsvoering hierop gaan aanpassen en toekomstbestendig maken. Om gemeenten en sociaal ontwikkelbedrijven te ondersteunen bij die noodzakelijke ontwikkeling, stelt het Rijk de komende tien jaar een impulsbudget beschikbaar. In totaal is er een bedrag van 289,7 miljoen euro beschikbaar. In 2025 gaat het om 35 miljoen euro. Voor de periode 2026 tot en met 2030 is jaarlijks 31,5 miljoen euro beschikbaar. In de jaren daarna neemt het bedrag geleidelijk af, tot 19,8 miljoen euro in 2034. Uitkering per samenwerkingsverband Het impulsbudget wordt uitgekeerd via een decentralisatie-uitkering (DU). Het impulsbudget wordt beschikbaar gesteld per samenwerkingsverband van gemeenten op het terrein van sociaal ontwikkelbedrijven en wordt uitgekeerd aan de grootste gemeente binnen het samenwerkingsverband (op basis van inwoneraantal). In de meicirculaire 2025 wordt de DU impulsbudget sociaal ontwikkelbedrijven gepubliceerd. Vanaf dat moment ontvangen gemeenten het bedrag. Waarvoor kan het impulsbudget worden ingezet? Gemeenten kunnen het impulsbudget onder meer inzetten voor: -het aanpassen van de organisatiestructuur van sociaal ontwikkelbedrijven; -het versterken van de doorstroomfunctie richting werk bij reguliere werkgevers; -het verbeteren van het operationeel resultaat; -het creëren van duurzame werkplekken die aansluiten bij de regionale arbeidsmarkt. Een overzicht van de samenwerkingsverbanden, de verantwoordelijke gemeenten en de bijbehorende budgetverdeling is hieronder te downloaden. Rijksbijdrage sociale infrastructuur In de voorjaarsnota van 2024 is bepaald dat het Rijk vanaf 2025 ook extra middelen beschikbaar stelt voor het realiseren van 10.000 werkplekken via sociaal ontwikkelbedrijven. Dit wordt de Rijksbijdrage sociale infrastructuur genoemd. De werkplekken die hiermee worden gerealiseerd, zijn bedoeld voor mensen die niet in aanmerking komen voor beschut werk, maar die wel behoefte hebben aan ondersteuning van sociaal ontwikkelbedrijven. Het gaat daarbij om ondersteuning bij ontwikkeling richting regulier werk of om (tijdelijke) werkplekken als vangnet. De Rijksbijdrage sociale infrastructuur vormt een basisfinanciering voor de bedrijfskosten die samenhangen met deze 10.000 plekken. In 2025 bedraagt deze bijdrage 19,8 miljoen euro. Het bedrag loopt vervolgens op naar een structureel bedrag van 35,9 miljoen euro per jaar vanaf 2035. Specificatie verdeling van het Impulsbudget sociale infrastructuur 2025

Met impulsbudget zijn gemeenten aan zet voor toekomstbestendige sociaal ontwikkelbedrijven

In totaal is er een bedrag van 289,7 miljoen euro beschikbaar. In 2025 gaat het om 35 miljoen euro. Voor de periode 2026 tot en met 2030 is jaarlijks 31,5 miljoen euro beschikbaar. In de jaren daarna neemt het bedrag geleidelijk af, tot 19,8 miljoen euro in 2034.

Uitkering per samenwerkingsverband
Het impulsbudget wordt uitgekeerd via een decentralisatie-uitkering (DU). Het impulsbudget wordt beschikbaar gesteld per samenwerkingsverband van gemeenten op het terrein van sociaal ontwikkelbedrijven en wordt uitgekeerd aan de grootste gemeente binnen het samenwerkingsverband (op basis van inwoneraantal). In de meicirculaire 2025 wordt de DU impulsbudget sociaal ontwikkelbedrijven gepubliceerd. Vanaf dat moment ontvangen gemeenten het bedrag.

Waarvoor kan het impulsbudget worden ingezet?
Gemeenten kunnen het impulsbudget onder meer inzetten voor:

  • het aanpassen van de organisatiestructuur van sociaal ontwikkelbedrijven;
  • het versterken van de doorstroomfunctie richting werk bij reguliere werkgevers;
  • het verbeteren van het operationeel resultaat;
  • het creëren van duurzame werkplekken die aansluiten bij de regionale arbeidsmarkt.

Een overzicht van de samenwerkingsverbanden, de verantwoordelijke gemeenten en de bijbehorende budgetverdeling kunt u downloaden: Met impulsbudget zijn gemeenten aan zet voor toekomstbestendige sociaal ontwikkelbedrijven.

Rijksbijdrage sociale infrastructuur
In de voorjaarsnota van 2024 is bepaald dat het Rijk vanaf 2025 ook extra middelen beschikbaar stelt voor het realiseren van 10.000 werkplekken via sociaal ontwikkelbedrijven. Dit wordt de Rijksbijdrage sociale infrastructuur genoemd. De werkplekken die hiermee worden gerealiseerd, zijn bedoeld voor mensen die niet in aanmerking komen voor beschut werk, maar die wel behoefte hebben aan ondersteuning van sociaal ontwikkelbedrijven. Het gaat daarbij om ondersteuning bij ontwikkeling richting regulier werk of om (tijdelijke) werkplekken als vangnet.

De Rijksbijdrage sociale infrastructuur vormt een basisfinanciering voor de bedrijfskosten die samenhangen met deze 10.000 plekken. In 2025 bedraagt deze bijdrage 19,8 miljoen euro. Het bedrag loopt vervolgens op naar een structureel bedrag van 35,9 miljoen euro per jaar vanaf 2035.