Winnaar Shakingtree Award 2020

De winnaar van de Shakingtree Award 2020 is Sander Hilberink. De andere twee genomineerden waren: Merel van Groningen en Sylvia Hartman.

De jury koos Sander Hilberink als winnaar van de Shakingtree Award 2020. Sander laat zijn beperkingen geen obstakel zijn voor wat hij wil bereiken. De jury weet hoe lastig het is om als gelijkwaardig gezien te worden als je lijf anders functioneert en als je spraak niet optimaal werkt. Desondanks wist Sander de top te bereiken. Sander is daarmee een rolmodel voor heel veel mensen met een beperking. Sander loopt voorop en wijst hen én ‘gezonde mensen’ de weg. Bij alles wat Sander doet is zijn humor, en soms zelfspot, onmiskenbaar.

Video: Sander Hilberink, winnaar Shakingtree Award 2020

De camera laat beeld van een straat zien. Daarna toont de camera de glazen ingang van de Hogeschool Rotterdam. Vanaf de rug gezien rijdt Sander Hilberink in zijn rolstoel het gebouw van de hogeschool in.

Sander is lector Ondersteuningsbehoeften: Levenslang & Levensbreed.

Inmiddels zit Sander Hilberink binnen, hij vertelt:

Dat ouder worden met een beperking best goed te doen is...
maar je moet wel op tijd beginnen om goede maatregelen te treffen.

Ik ben Sander Hilberink, 46 jaar. Ik ben in 2000 afgestudeerd als psycholoog...
en sindsdien werkzaam in het onderzoek.

Sinds een jaar of dertien hou ik me bezig...
met ouder worden met langdurige beperkingen.
Ik ben sinds vorig jaar lector...
bij Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam.

Ik hou me bezig met levenslange en levensbrede ondersteuning.
Dus niet alleen zorg, maar ook hulp bij werk, ondersteuning van werk...
seksualiteit, ontwikkeling, ontplooiing.
Opgroeien, ook thuis in de wijk. Dus een heel breed palet aan thema's.

Ik vind burgerschap een heel belangrijk thema...
omdat burgerschap bestaat uit een aantal aspecten:
Bijvoorbeeld rechten, maar ook identiteit, ontplooiing...
en samen behoren tot de samenleving.
Dat zijn kernelementen van het menselijk bestaan.
Dus om burgerschap voor mensen met langdurige beperkingen te verbeteren...
hoop ik bij te dragen aan een betere kwaliteit van bestaan.

Mijn recept voor een betere kwaliteit is dat het persoonlijk is.
Dus ik ga niet invullen wat voor een ander belangrijk is...
maar ik probeer in m'n onderzoek ruimte te geven aan wat mensen zelf belangrijk vinden.
Ik ben natuurlijk ook ervaringsdeskundige...
dus de combinatie van wetenschappelijke kennis en ervaringskennis...
is een goede combi.

We doen hier praktijkgericht onderzoek...
dus we werken samen met heel veel partners uit de praktijk.
Nou vind ik burgers ook een praktijk...
dus ik probeer ook zoveel mogelijk met mensen zelf aan de slag te gaan.
Dus dat zijn al twee aspecten...
die dit lectoraat ook kenmerken...
en ook wel een beetje kenmerkend zijn voor praktijkgericht onderzoek.

Waar ik heel graag naartoe zou willen, is een stelselwijziging.
Er zou 1 loket moeten komen...
voor mensen die een langdurige, levenslange beperking hebben...
zodat ze één loket hebben en één wet.

Eén keer initiëren, en daarna niet meer lastiggevallen worden...
om om de twee jaar te bewijzen dat ze een beperking hebben.
Ik heb een motto. Dat is 'if it doesn't go right, go left'.
Dat is denk ik ook wel tekenend voor wie ik ben...
en wie ik ben als lector: Dat ik toch altijd een weg probeer te zoeken, totdat iets wél lukt.

Ook genomineerd in 2020: Merel van Groningen en Sylvia Hartman

In 2020 waren Merel van Groningen en Sylvia Hartman ook genomineerd voor de Shakingtree Award.

Merel viel ooit in handen van een loverboy/mensenhandelaar. Zij wist te ontkomen en bouwde constructief en succesvol aan een nieuw leven. Ze trouwde, kreeg kinderen en besloot dat zij haar leven wilde wijden aan het onderwijzen en begeleiden van jongeren om te voorkomen dat seksuele uitbuiting de kans krijgt. Ook helpt ze jonge vrouwen die slachtoffer zijn geweest van uitbuiting om hun leven een andere, positieve wending te geven. Merel doorbreekt taboes. Zij zorgt ervoor dat jonge vrouwen naar voren durven komen met hun verhalen en zij geeft ze hoop. Merel schreef meerdere boeken en zet pijnlijke en schokkende ervaringen om in ervaringsdeskundigheid en hulpverlening in de MerelvanGroningen Foundation.

Video: Merel van Groningen, genomineerde Shakingtree Award 2020

Merel van Groningen, directeur MvG foundation, loopt in een bos.
Zij vertelt:

'Victim blaming' is enorm in Nederland.
Denk maar, als jouw dochter 's avonds laat de deur uitgaat, dat je zegt: Doe maar niet zo'n kort rokje aan.
Ik begrijp het, maar daarmee zeg je eigenlijk: Als er wat gebeurt, is het je eigen schuld.
Maar het is de dader natuurlijk die daar schuldig aan is.

Ik ben Merel van Groningen, 46 jaar.
Ik ben moeder van twee inmiddels volwassen kinderen.
Ik ben getrouwd.

En in 2008 heb ik mijn eerste boek geschreven.
Dat gaat over mijn ervaringen waarin ik seksueel uitgebuit ben door een loverboy op m'n 15e.
In 2009 kwam het tweede boek uit.
Daarin vertel ik over dat ik seksueel misbruikt ben door een hulpverlener binnen jeugdzorg.
Toen dacht ik: Misschien kunnen psychologen van mij leren.
Misschien moet ik 's wat lezingen gaan geven.

Maar toen werd ik ook uitgenodigd door scholen.
Dat werd steeds groter en het jaar daarop moest ik meer leerlingen voorlichting gaan geven.
Dus vanaf 2010 ben ik echt intensief dit werk gaan doen.

De eerste keer dat er hulp werd gevraagd voor zo'n slachtoffer...
dat komt eigenlijk vanuit de gemeente of vanuit de politie.
Ook GGZ-instellingen zoeken informatie via Google.
Dan komen ze bij mij, en dan vragen ze: 'Wil je even kijken? Wil je meekijken?'
Het vakteam vraagt dat.
Gemeentes vragen dat.

En om het landelijk te kunnen dekken, zijn wij ervaringsdeskundigen aan het opleiden...
dat zij vanuit dezelfde intentie als ik gaan werken, met hun eigen ervaringskennis.
Want professionals bieden vaak hulp vanuit de theorie, en wij doen dat vanuit de praktijk.
En die kennis samen maakt dat jij direct goede hulp kunt bieden.

Ik heb niet het idee dat ik jongeren op moet voeden.
Het doel van de voorlichting is: Bijbrengen waar het gevaar ligt.
En hebben ze die gevaren al gelopen, dan kunnen ze hulp vragen en daar help ik ze dan bij.

Vaak wordt gedacht: Een ervaringsdeskundige deelt haar verhaal.
Dat deed ik ook in het begin natuurlijk, maar dat is maar een heel klein stukje van mijn voorlichting.
Ik ga mee in de wereld waarin zij zitten en waar de kans op seksuele uitbuiting zit...
en dan komen de verhalen van wat hen is overkomen vanzelf.
Ik strijd al heel lang voor de stem van de slachtoffer.
En ik vind dat deze nominatie daar erkenning aan geeft.
Ik hoef 'm niet te winnen. Daar gaat het helemaal niet om.

Maar VWS is natuurlijk wel wie erover gaat.
Ik bied een andere manier van zorg aan, door dingen samen te brengen...
waardoor het slachtoffer direct geholpen kan worden... want twee jaar geleden is er een onderzoek geweest...

80% van de slachtoffers wordt niet direct geholpen doordat ze of verkeerd begrepen worden... of er is geen plaats.
80%, hoe eenzaam is dat?
Ik moet laten zien dat het heel vervelend is wat er is gebeurd, maar dat het ook goed kan komen.
Dat je kinderen kunt krijgen, dat je nog een partner kunt vinden en daar bij kunt blijven.
Dus dat de wereld niet alleen maar slecht is.
Ik denk dat dat enorm belangrijk is voor jongeren om dat te zien: dat het goed kan komen.

Video: Sylvia Hartman, genomineerde Shakingtree Award 2020

Sylvia maakt het verschil op de werkvloer. Ze is huiskamerbegeleidster op een afdeling long stay somatiek in een Haags verzorgingstehuis waar vooral cliënten met niet aangeboren hersenletsel verblijven. Sylvia haar missie is om de kwaliteit van leven van de mensen in het verzorgingshuis op een hoog mogelijk niveau te krijgen. Met haar creativiteit en vermogen om te improviseren maakte ze van de verpleeghuis-huiskamer een warm thuis.  Sylvia is een voorbeeld voor persoonsgerichte zorg. Een symbool voor al die mensen in de zorg die elke dag proberen het verschil te maken in leven van bewoners. Sylvia laat zien dat je met heel weinig  van grote betekenis kan zijn. 

Sylvia Hartman, huiskamerbegeleider Vrederust west, vertelt:

Met 18 jaar ben ik begonnen in de salons, als kapper, en doorgegroeid naar bedrijfsleidster. 
Dat vond ik superleuk.
Ik mocht ook leerlingen trainen.
Heel erg leuk, aansluiten op wat ze op school deden en wat ze in de salon gingen doen.
Ik vond het onderwijs zo leuk dat ik daar ben ingestroomd: Onderwijs in de beauty-branche, dus make-up, grime, kapper. Superleuk.

Toen ik dat niet meer zo leuk vond... ben ik doorgestroomd als ambulant kapper, dus helemaal voor mezelf begonnen.
Maar ik miste nog iets, een stukje creativiteit.
Klanten die in de zorg werkten, zeiden tegen me: Syl, huiskamerbegeleider is echt iets voor jou.
Nou, totaal niet wetende wat dat precies inhield, ben ik er toch ingestapt... en ziehier, ik zit er nu een jaar en ik vind het superleuk.
Ik wil hier niet meer weg.

Hier zitten mensen met zogenaamde somatiek: Mensen met een lichamelijke beperking door een niet-aangeboren hersenafwijking.
Dan moet je denken aan mensen die een beroerte hebben gehad, of MS, of een TIA... en daardoor niet meer zelfstandig thuis kunnen wonen.
Als dat eenmaal afgesloten is, dat eigen huis weg, gaan ze zich hier hopelijk wat meer thuis voelen...
en daar hoop ik een hele leuke rol in te kunnen en mogen spelen.

Sommige dingen ben ik gewoon gaan doen.
Ik heb een Volkswagentje, dat is een soort boxje met Spotify eraan... en ben ik bij die mensen gaan zitten: Waar heb je zin in?
Wat voor muziek zou je willen luisteren?
En dan krijg je dus hele leuke... 'O, ik zou die wel willen horen, en die.'

Dan zoek ik dat op, en als het dan uit zo'n flikkerend autootje komt, is het van: huh?
De nieuwe tijd eigenlijk een beetje hier in huis brengen. Ja, superleuk.
Dan zie je de mensen ook echt genieten. Meezingen.

De uitdagingen die ik tegenkom zijn mensen die bijvoorbeeld wel heel erg op hun kamer blijven... en die je er toch uit probeert te trekken.
Met die man ben ik zeker drie maanden bezig geweest...
zo van: ooit gaan wij een keertje dammen samen.
'Ah, ik kan niet dammen.'
Ik zeg: Ik ga het u leren.

Iedere keer vroeg ik weer: Zullen we gaan dammen?
'Nee. Nee.' Tot hij zelf kwam: Zeg, wanneer ga je me nou leren dammen?
Ik denk: o, wacht. Ik zeg: nu. Ik heb gelijk het damspel neergezet, we zijn gaan zitten...
en die man bleek een fantastische dammer te zijn, alleen kon hij het niet goed meer zien.
Dat was de handicap, en daar moest hij aan wennen.

Ik denk dat dat een hele mooie is geweest: Hem toch te blijven triggeren... dat het niet uitmaakt of je minder ziet of hoort.
Dat moet niet uitmaken.
Ik ben er voor hem.
Het is belangrijk om sfeer te hebben op een afdeling.
Die sfeer maak ik niet, die maken de mensen.
Alleen: zij vertellen, ik doe.
Ik ben in dat geval hun handen en een stukje brein...
maar zij vertellen wat ze missen en dat probeer ik hier aan te vullen.

Als ik kijk naar hoe ik hier binnenkwam en naar nu... dan denk ik dat mijn aanwezigheid hier de mensen wakker heeft gehouden. Ik ben al een stukje van de familie aan het worden, en ik hoop dat nog heel lang te mogen blijven hier.