Klimaat
Beeld: ©Rijksoverheid

Klimaatdoelen halen in landelijk gebied

Om de klimaatdoelen in 2030 en 2050 te halen, moet de uitstoot van broeikasgassen in de landbouw en landgebruik fors omlaag. Hiervoor zijn verschillende maatregelen nodig. Deze maatregelen staan niet op zichzelf, maar zijn onderdeel van een samenhangende aanpak. En horen bij de noodzakelijke verduurzaming van de voedselproductie en het eetpatroon.

Uitstoot en opname van broeikasgassen in de landbouwsector

Het klimaatneutraal maken van de landbouwsector is uitdagend. Een deel van de uitstoot van broeikasgassen in de landbouw is onvermijdelijk. Zo produceren koeien namelijk methaan. En bij kunstmest komt lachgas vrij. Maar bomen, de bodem en het gras nemen ook broeikasgas op, in de vorm van CO2.

Minder uitstoot van broeikasgassen in de landbouw en landgebruik

In 2030 wil de overheid onder andere:

  • 5 megaton minder uitstoot van broeikasgassen door de veehouderij;
  • 1 megaton minder uitstoot van broeikasgassen door glastuinbouw; en
  • 0,4 tot 0,9 megaton minder uitstoot in veenweidegebieden.

Maatregelen om het klimaat te verbeteren

Klimaatbeleid is onderdeel van de noodzakelijke verduurzaming van de voedselproductie en het eetpatroon. Daarnaast hangen de klimaatmaatregelen die het kabinet neemt samen met andere doelen in de verandering van het landelijk gebied. Zoals de doelen voor natuur en water.

Het is vaak mogelijk om verschillende doelen tegelijk te halen. Dit helpt agrarisch ondernemers ook, omdat veel verschillende maatregelen samenkomen op het boerenerf. Samenhang tussen deze doelen maakt de kans op slagen groter. 

Maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen zijn onder andere:

  • Omslag naar kringlooplandbouw
    De overheid stimuleert bedrijven in de veehouderij om over te stappen op kringlooplandbouw. Onder meer door subsidies aan te bieden en daarmee innovaties en investeringen kringlooplandbouw interessanter te maken.
  • Duurzamer gebruik van het land
    Door het waterpeil in veenweidegebieden te verhogen, daalt de uitstoot van broeikasgassen.
  • Schone glastuinbouw
    Door onder meer gebruik te maken van restwarmte, aardwarmte en energiezuinige onderdelen in kassen, gaat de glastuinbouw minder broeikasgassen uitstoten. De glastuinbouwsector wil in 2040 klimaatneutraal produceren. 
  • Meer eiwitrijke gewassen telen
    Door meer duurzame eiwitrijke gewassen te telen, wordt Nederland minder afhankelijk van de import. Bijvoorbeeld van niet-duurzame plantaardige eiwitten van buiten de Europese Unie, zoals sojabonen. In Nederland kunnen onder andere veldbonen, erwten en klaver worden geteeld. Dit helpt ook de bodemkwaliteit te verbeteren en de biodiversiteit te vergroten. De overheid zoekt nog naar alternatieven voor soja in diervoeding.
  • Klimaatvriendelijke consumptie
    Voedselconsumptie moet klimaatvriendelijker worden. Bijvoorbeeld door het aanbod van duurzamer vlees en plantaardige alternatieven te vergroten. En door voedselverspilling bij restaurants, catering en consumenten tegen te gaan. De week tegen voedselverspilling helpt hierbij.