Wetten en regels voor biotechnologie

Er zijn wetten en regels voor biotechnologie. Deze verzekeren de veiligheid van mens, dier en milieu. Het Rijk controleert of onderzoekers biotechnologie volgens de wet gebruiken.

Wetten verzekeren veiligheid

De regels voor biotechnologie (genetisch gemodificeerde organismen of ggo’s) verzekeren de veiligheid van mens, dier en milieu. 

  • De regels richten zich op 3 soorten gebruik:
    • Op onderzoek dat alleen in afgesloten ruimten, zoals kassen of laboratoria, mag plaatsvinden.
    • Op onderzoek en proeven die al veilig genoeg zijn om buiten die afgesloten ruimten plaats te vinden, zoals veldproeven met gewassen of klinisch onderzoek met medicijnen.
    • Bij aangetoonde veiligheid over de toelating als product op de (gemeenschappelijke) Europese markt.
  • Consumenten hebben zelf de keuze of ze voor genetisch gemodificeerde producten kiezen. Fabrikanten van deze producten moeten het op het etiket vermelden als 0,9% van het product genetisch gemodificeerd is.

EU-wetgeving voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s)

De Europese Unie (EU) stelt eisen aan de activiteiten met ggo’s. Dat doet het in verordeningen en richtlijnen. De verordeningen gelden rechtstreeks in alle EU-landen. De richtlijnen moeten eerst verwerkt worden in de nationale wetgeving.

In Nederland staan de meeste (EU-)regels voor ggo’s in:

Protocol voor import en export ggo’s

Internationale regels over de import en export van ggo’s staan in het Biosafety Protocol. Dit is een protocol van de Verenigde Naties en is ook bekend als het Cartagena Protocol. Deze regels gelden sinds 2003.

Regels etikettering van levensmiddelen en producten met ggo’s

De overheid stelt regels aan etiketten van levensmiddelen en producten met ggo’s. Bestaat een product voor meer dan 0.9% uit een genetisch gemodificeerd ingrediënt? Dan moet de fabrikant dit op het etiket noemen.

Melk, vlees en eieren afkomstig van dieren die genetisch gemodificeerd veevoer hebben gegeten, zijn niet genetisch gemodificeerd. De fabrikant hoeft dan dus geen bijzondere vermelding op het etiket te plaatsen.

Katoen van genetisch gemodificeerde katoenplanten bevat geen levensvatbaar zaad meer. Daarom hoeft dat ook niet op het kledingetiket te staan.

Als producten geen ggo’s bevatten mogen voedselproducenten de aanduiding ‘bereid zonder gentechniek’ gebruiken. De producten moeten dan wel voldoen aan de regels van het Warenwetbesluit nieuwe voedingsmiddelen.

Deel regels ggo's geldt niet voor klinisch onderzoek naar coronavirus

Een deel van de regels voor ggo's geldt niet voor klinisch onderzoek naar het coronavirus (COVID-19) tijdens de pandemie. Dit is besloten om in de Europese Unie klinisch onderzoek te kunnen doen voor vaccins of geneesmiddelen. Dit onderzoek is nodig om patiënten met het coronavirus beter te maken. En ook om te zorgen dat mensen het coronavirus niet krijgen.

Een verordening van de EU regelt de uitzondering voor ggo’s in het onderzoek naar COVID-19. Deze verordening geldt sinds 18 juli 2020.