De vraag naar grondstoffen voor bijvoorbeeld eten, elektrische apparaten en kleding neemt wereldwijd sterk toe. Daarom werkt de overheid samen met het bedrijfsleven, kennisinstituten en natuur- en milieuorganisaties , overheden, vakbonden, financiële instellingen en andere maatschappelijke organisaties om zuiniger en slimmer met grondstoffen om te gaan. Het doel: Nederland volledig circulair in 2050.
Doelstellingen circulaire economie
Het kabinet heeft 3 doelstellingen geformuleerd om de Nederlandse economie zo snel mogelijk circulair te maken:
Bestaande productieprocessen maken efficiënter gebruik van grondstoffen, zodat er minder grondstoffen nodig zijn.
Wanneer nieuwe grondstoffen nodig zijn, wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van duurzaam geproduceerde, hernieuwbare (onuitputtelijke) en algemeen beschikbare grondstoffen. Zoals biomassa, dat is grondstof uit planten, bomen en voedselresten. Dit maakt Nederland minder afhankelijk van fossiele bronnen en het is beter voor het milieu.
Nieuwe productiemethodes ontwikkelen en nieuwe producten circulair ontwerpen.
In het Rijksbrede programma Nederland Circulair in 2050 schetst het kabinet hoe we onze economie kunnen ombuigen naar een duurzame , volledig circulaire economie in 2050. Het programma omschrijft wat nodig is om zuiniger en slimmer met grondstoffen, producten en diensten om te gaan.
In januari 2017 hebben 180 partijen in Den Haag het Grondstoffenakkoord ondertekend. Hierin staan afspraken om de Nederlandse economie te laten draaien op herbruikbare grondstoffen. Het akkoord is ondertekend door zowel partijen uit de overheid als het bedrijfsleven.
(Toenmalig) Staatssecretaris Dijksma: ‘We moeten af van de wegwerpcultuur en anders denken over grondstoffen en afval. Al bij het ontwerp van producten moet bedacht worden hoe de grondstoffen weer opnieuw gebruikt kunnen worden. Dit akkoord legt de basis voor deze recycle economie en is de beginstap om de verspilling van grondstoffen en de uitputting van onze aarde aan te pakken.’
De Rijksoverheid heeft samen met ondertekenaars van het Grondstoffenakkoord 5 transitieagenda’s opgesteld. Hierbij is gekozen voor 5 sectoren en ketens die belangrijk zijn voor onze economie maar ook het milieu belasten. In zo’n transitieagenda staat hoe de betreffende sector circulair kan worden in 2050 en welke acties daarvoor nodig zijn.
Er is een transitieagenda opgesteld voor de sectoren en ketens:
Biomassa en voedsel
Biomassa wordt gebruikt voor veevoer, chemie, transportbrandstoffen en energie. Met biomassa kunnen we veel sectoren groener maken en CO2-uitstoot verminderen.
Kunststoffen
Kunststof is overal. Het is nuttig, maar het tast het milieu en het klimaat aan. Van plastic soep, zwerfafval tot microplastics in water en voeding. Met het Plastic Pact gaan overheid, bedrijfsleven en milieuorganisaties de strijd aan tegen plastic afval.
Maakindustrie
Maakindustrie verwerkt materialen, zoals metalen, tot nieuwe producten. Deze processen zijn veelal schadelijk voor het milieu. Een circulair ontwerp voor hoogwaardig duurzaam hergebruik van materialen is geboden.
Bouw
De bouwsector neemt 50% van het grondstoffenverbruik in Nederland voor zijn rekening. Veel afval is sloopafval. Om onze leefomgeving duurzaam in te richten is een versnelling van innovaties (circulair en modulair bouwen) binnen de bouwsector nodig.
Consumptiegoederen
Consumptiegoederen zijn goederen in verpakkingen die wij allemaal gebruiken: van koffiebekers tot kleding en van frisdranken tot stofzuigers. Doel is om grondstoffen niet meer te verspillen maar te hergebruiken.
Het kabinet presenteert het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie. Het uitvoeringsprogramma vertaalt de 5 transitieagenda’s naar concrete acties en projecten voor de periode 2019 tot en met 2023.
Voorbeelden uit het uitvoeringsprogramma:
Bij de productie van karton en papier komt een natuurlijke lijmstof vrij. Deze geeft bomen hun stevigheid. In de toekomst kan de lijmstof gebruikt worden om bio-asfalt te produceren.
In 2025 moet 75% van de nieuwe matrassen gemakkelijk uit elkaar zijn te halen. Ook moeten de materialen herbruikbaar zijn.
Overheid en het bedrijfsleven gaan samenwerken om minder plastic afval te maken. Ook moeten zij het overige afval beter herbruikbaar en recyclebaar maken. De samenwerking heet Plastic Pact.
Het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat moeten in 2030 circulair werken. Zo moeten nieuwe gebouwen na 2018 energieneutraal zijn. Bij nieuwbouw en herontwikkeling van vastgoed gebruiken we zoveel mogelijk hergebruikte of herbruikbare materialen en grondstoffen.
Het Uitvoeringsprogramma wordt geregeld bijgewerkt:
Jaarlijks organiseert het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de Nationale Conferentie Circulaire Economie. Hier bespreken betrokken partijen de voortgang van de circulaire economie. Dit kan leiden tot een aanpassing van het uitvoeringsprogramma.
Elke 2 jaar maakt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een voortgangsrapport.
Iedere 5 jaar werkt de Rijksoverheid het Uitvoeringsprogramma bij.
Het eerste doel uit het Rijksbrede programma Nederland Circulair in 2050 is ambitieus maar niet onhaalbaar: in 2030 moet Nederland al 50% minder primaire grondstoffen gebruiken (mineralen, metalen en fossiel).
Nederland wil in 2050 een circulaire economie zijn. Een economie zonder afval, waarbij alles draait op herbruikbare grondstoffen.
Internationaal samenwerken voor een circulaire toekomst
Om in Nederland tot een circulaire economie te komen, moet er ook internationaal een verandering komen. Zowel in Europa als wereldwijd. Want ketens van grondstoffen en afvalstromen zijn internationaal. En niet alle afgedankte producten of materialen eindigen in Nederland of zelfs maar Europa. Bovendien werken veel bedrijven internationaal. De overheid werkt dan ook zoveel mogelijk samen met andere landen. Binnen de Europese Unie, maar ook binnen de Verenigde Naties.